21-22.v1.ped.mod1.college 3 - Observeren in de klas

Observeren in de klas

Oriëntatie op de pedagogiek
TMH module 1, college 4, 2021-2022
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Observeren in de klas

Oriëntatie op de pedagogiek
TMH module 1, college 4, 2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van college 4:
  • Je weet wat observeren is
  • Je kunt gericht kijken naar aspecten van leerlinggedrag
  • Je kunt observeren in de klas
  • Je kunt effectief reflecteren op je de uitvoer van je observatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over opvoedwaarden, -stijlen en -middelen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nu je de theorie over opvoedwaarden, - stijlen en -middelen kent, heb je iets terug gezien op stage?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd van het interview dat je hebt gedaan met jouw opvoeders?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee uit je opvoeding en wat wil je anders doen? En in je beroep als leerkracht?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: Observeren.
Wie heeft er weleens geobserveerd?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is observeren?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruiken we observatie in de klas?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

We observeren in de klas om:
  1. De beginsituatie van kinderen in kaart te brengen
  2. De vorderingen van kinderen in kaart te brengen
  3. Kinderen beter te leren kennen
  4. Van collega's te leren (denk maar aan je mentor)
  5.  Over jezelf te leren (laat je observeren door je mentor!)
  6. Situaties systematisch te onderzoeken (kind/groep, methode, leerkracht-handelen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren is:

“Het op systematische wijze zo objectief mogelijk waarnemen van concreet gedrag, waarbij informatie wordt verzameld in overeenstemming met het doel dat daartoe vooraf is geformuleerd”

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren in de klas
  1. Systematisch: herhaaldelijk, op dezelfde wijze

  • Op verschillende momenten
  • Tijdens verschillende vakken
  • Met verschillende kinderen
  • Op verschillende dagen
  • Etc.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Wat valt je op?
Observeren in de klas
  1. Systematisch: herhaaldelijk, op dezelfde wijze
  2. Objectief:  met zo min mogelijk vooroordeel/ gekleurde lens

  • In observatievraag
  • In waarneming

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een objectieve observatievraag?
A
Hoe vaak is Kevin agressief?
B
Hoe vaak schopt, slaat of duwt Kevin andere kinderen?
C
Waarom schopt, slaat of duwt Kevin andere kinderen?
D
Waarom is Kevin agressief?

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn vooroordelen?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen: niemand wil ze, iedereen heeft ze...
Wie merkt het wel eens bij zichzelf? En in de klas?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zicht op je vooroordelen:
---> op de portal

Slide 18 - Tekstslide

Link naar artikelen: https://www.gelderlander.nl/nijmegen/heet-je-florentine-of-destiny-dat-maakt-nogal-wat-uit-voor-je-schoolcarriere-namen-zijn-niet-neutraal~a72a7639/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

https://npokennis.nl/longread/7752/hoe-bewust-ben-jij-je-van-je-vooroordelen 

Link naar test:
http://discriminatie.nl/werkgevers/over-de-test 

Observeren in de klas
  1. Systematisch: herhaaldelijk, op dezelfde wijze
  2. Objectief: met zo min mogelijk vooroordeel/ gekleurde lens
  3. Waarnemen: beschrijven, niet oordelen

  • In taalgebruik/ duiding
  • In verslaglegging
  • Weet dat je niet alles ziet!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Wat zie je gebeuren in dit filmpje?
Observeren in de klas
  1. Systematisch: herhaaldelijk, op dezelfde wijze
  2. Objectief: met zo min mogelijk vooroordeel/ gekleurde lens
  3. Waarnemen: beschrijven, niet oordelen
  4. Concreet gedrag: zichtbaar, meetbaar

  • Feitelijke bewegingen, gezichtsuitdrukkingen, verbale uitingen
  • Geen gevoelens, emoties, intenties, gedachten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat observeer je hier?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen!
  • Observeer deze leerling in groep 5 tijdens een rekentaak
  • Schrijf op wat je waarneemt aan concreet gedrag

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je waargenomen?
  • Wat heb je waargenomen?
  • Welke reacties riep het fragment bij je op?

  • Hoe zou je handelen?
  • Hoe heeft dat te maken met wat je hebt gezien?
  • Hoe heeft dat te maken met je reacties? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen in observeren
  1. Je neemt waar in de klas (de hele dag door!) 
  2. Je observeert ongericht vanuit een aanleiding
  3. Je formuleert een observatiedoel
  4. Je formuleert een observatievraag
  5. Je kiest een passende observatiemethode

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen in observeren
6. Je observeert gericht
7. Je legt verslag van je observatie door de ruwe data op papier te zetten
8. Je analyseert je observatie
9. Je interpreteert je resultaten met behulp van literatuur (= betekenis geven aan het waargenomen gedrag)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatiemethoden
  1. Gericht / ongericht
  2. Participerend / niet-participerend 
  3. Kwantitatief / kwalitatief
  4. Gestructureerd / ongestructureerd

---> Wie weet wat er met deze termen bedoeld wordt?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen in observeren
  • Eigen mening, visie, idealen, referentiekader​
  • Emotionele betrokkenheid (subjectiviteit)​
  • Halo-effect (sympathie-effect > positieve eigenschappen) ​
  • Horn-effect (antipathie-effect > negatieve eigenschappen)​
  • Vooroordeel (stereotypering)​
  • Projectie (de ander jouw gedachten, gevoelens, etc toeschrijven)










Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check je stageschool:
  • Welke observatiemethoden / kijkwijzers worden gebruikt?
  • Gebruikt je mentor weleens observatie? Wanneer en hoe doet hij of zij dat? 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3: Observeren in de klas

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee
van dit college?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen: 'Meer dan Onderwijs' -hoofdstuk 1
Volgende keer
  • Terugblikken op observatieopdracht
  • Terugblikken op theorie college 1-4
  • Reflecteren op pendel theorie-praktijk



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies