Gezondheid en ziekte + Infectieziekten

Vandaag 
- Gezondheid en ziekte
- Infectie ziekte 
- Woordweb 
- Filmpje

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 
- Gezondheid en ziekte
- Infectie ziekte 
- Woordweb 
- Filmpje

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheid, ziekte en infectieziekten 

Maak een woordweb in de volgende 2-tallen 
timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheid
Wanneer voel jij je gezond?

Bij je gezondheid denk je waarschijnlijk aan een gezond lichaam, maar er is veel meer. 
Gezondheid is lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn. Het heeft met elkaar te maken. 

Voorbeeld: Je zit thuis je huiswerk te maken met hoofdpijn, je (beste) vriend(in) komt langs en het is ineens minder. 

Slide 3 - Tekstslide

Lichamelijk welzijn:
Betekent dat je lichaam normaal werkt en geen pijn voelt. 

Geestelijk welzijn:
Gaat over je gedachtes en gevoelens. 

Sociaal welzijn:
Is je goed voelen bij andere mensen. 
Hoe word je ziek?
Ziek zijn heeft meerdere oorzaken.
Sommige kinderen  hebben vanaf hun geboorte een handicap. een handicap is een lichamelijke, geestelijke of sociale beperking. 

Als kinderen een ziekte of handicap van hun ouders geërfd hebben, noem je dat een erfelijke ziekte

Voorbeeld: ADHD is voor 70 tot 90 % erfelijk bepaald.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een aangeboren ziekte of handicap is niet erfelijk, maar wel vanaf de geboorte aanwezig. 
Voorbeeld: Het kind van een zwangere vrouw met rodehond heeft bijvoorbeeld een verhoogde kans op slechtziendheid. 

Je omgeving beïnvloed je gezondheid. Je kunt ziek worden door stoffen en ziekteverwekkers om je heen. Dit noem je een besmetting.
Voorbeeld: Denk aan Corona, vervuilde lucht of water.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl
Ziekte of handicaps kun je niet altijd voorkomen. Door je leefstijl aan te passen verklein je de kans op ziekten. 
Dus je leefstijl is een manier van leven en bepaalt je gezondheid. 

Een slechte leefstijl kan leefstijlziekten veroorzaken. Denk aan cariës en hart- en vaatziekten. Je hebt zelf een keuze welke risicofactoren je vermijdt.

Wat is een goede leefstijl?

Slide 6 - Tekstslide

Goede leefstijl: 
= letten op
- gezonde voeding
- beweging
- je persoonlijke verzorging
- opletten in het verkeer, zo verklein je de kans op ongelukken. 
- voldoende slaap en rust. 
- roken, alcohol en drugs vermijden.
Infectieziekten
Ziekte waarmee je andere kunt besmetten, heten infectieziekten. De ziekteverwekkers, zoals bacteriën en schimmels, komen uit je omgeving. 

Bij infectie dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen. Vervolgens delen ze zich en veroorzaken ze een ontsteking. Een ontsteking is ook wel een reactie van je lichaam op de infectie. 
Kenmerken van een ontsteking zijn:
Pijn, warmte, zwelling en roodheid. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverwekkers uit je omgeving

Een andere ziekteverwekker uit je omgeving is een virus
Een virus is geen organisme, zoals bacteriën en schimmels, doordat het geen levensverschijnselen vertoont. Een virus overleeft alleen samen met een organisme.
Oftewel een virus heeft jou nodig om te overleven. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming tegen ziekten
Wanneer je ziek bent, gaat dit vaak weer over. Toch is het beter om te voorkomen dat je ziek wordt. 

Dit kun je doen door:
- Een goede hygiëne 
- Een goede weerstand

Wat vinden jullie een goede hygiëne?

Slide 9 - Tekstslide

Hygiëne 
- Schoon lichaam 
- Schone kleding en omgeving
- Voedsel op de juiste manier bewaren 
- Voedsel op de juiste manier klaarmaken

Wanneer je let op de hygiëne bouw je een weestand op tegen ziekteverwekkers.  
Je lichaam beschermt zichzelf
Stoffen die niet in je lichaam thuis horen heten lichaamsvreemde stoffen
Bij een infectie komen die lichaamsvreemde stoffen in je lichaam. Ze kunnen ervoor zorgen dat je ziek wordt. 
Jouw lichaam beschermt zichzelf hiertegen op verschillende manieren. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zagen jullie in de video?
  • witte bloedcellen
  • antistoffen 
  • geheugencellen
  • immuun
  • natuurlijke immuniteit
  • Denk aan waterpokken, je wordt ziek, je lichaam  valt deze ziekte aan en maakt antistoffen. Zo krijg je een blijvende immuniteit tegen waterpokken. Dit doet jouw lichaam helemaal zelf, maar hoe zit het dan met kunstmatige immuniteit?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

2.58 / 4.11
Kunstmatige immuniteit
Wat heb je gezien?
Wat is dit nou precies?
Corona 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie opdracht
Blz. 81 opdracht 7, 8 en 9 maken.
Klaar? .......
Ga je verder met blz. 80 (terugblik/evaluatie op je poster Poster leefstijl)
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies