5.4

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Stelling:
Wat je op het NOS journaal ziet is de waarheid.

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Censuur
In een democratie is er altijd persvrijheid voor de media!

in een dictatuur is dus géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde: Censuur. 

Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd door de machthebbers.

Bijvoorbeeld in China of Noord Korea

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat de media vrij zijn?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Injectienaaldtheorie:
"Druppeltje voor druppeltje spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap van media heel makkelijk (letterlijk) over"

Bij deze theorie spelen de begrippen manipulatie en indoctrinatie een belangrijke rol.


Slide 19 - Tekstslide

Begrippen bij de injectienaaldtheorie
Manipulatie= vervormde informatie geven, zonder dat je duidelijk maakt dat het vervormd is (reclame/ fotoshop)
Indoctrinatie= het continu (dus herhaaldelijk) opdringen van een bepaald beeld/ mening

Slide 20 - Tekstslide

Framingtheorie
De media kunnen een onderwerp, bewust of onbewust, op een bepaalde manier framen

Hierdoor kan de manier waarop de ontvangers gaan nadenken en praten over het onderwerp gestuurd worden.

Zijn de Palestijnen terroristen of vrijheidsstrijders?


Aantekening voor het examen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Agendatheorie
De media bepaalt niet wat we denken, maar waarover we denken en praten. Media zet dingen op de agenda.

Ook op de politieke agenda (waar de politiek over praat) hebben de media invloed.
Bijvoorbeeld: klimaat en corona.

Slide 23 - Tekstslide

De theorie van de selectieve perceptie:
In hoofdstuk 4 ging het over de selectieve perceptie van journalisten bij het geven van informatie.
Deze theorie gaat juist over de macht van de mediagebruikers zelf.
Het referentiekader(alle persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen)bepaalt welke informatie wel of niet bekeken wordt. 
Bijvoorbeeld: Wijndrinkers lezen over de positieve invloed van wijn op gezondheid.


Slide 24 - Tekstslide

Selectieve perceptie en referentiekader
Selectieve perceptie is het bewust of onbewust keuzes maken bij het waarnemen. Waar kijk ik wel naar, en waar geef ik geen aandacht aan? Ook bij journalisten speelt dit een rol, voornamelijk door hun referentiekader = alle persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.

- Formule 1
- Dierenleed

Slide 25 - Tekstslide

- Selectieve perceptie zorgt ervoor dat je een keuze maakt:
 Hier kijk ik wél naar en hier kijk ik niet naar....



Ook bij journalisten speelt selectieve perceptie een rol bij selecteren van nieuwsfeiten..

Dat komt door hun: referentiekader

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Huiswerk
  • Lezen:  5.4(blz. 76 en 77)
  • Maken online: 5.4 helemaal

Slide 30 - Tekstslide