1A + 1B dinsdag 10-6 Poëzie trucjes

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Poëzie --> trucjes
  • Songtekstenanalyse


  • Zelf schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
  • Je kent wat trucjes om gedichten te schrijven -> volrijm, alliteratie, assonantie
  • Je kunt de trucjes toepassen in je eigen gedicht. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Geef zoveel mogelijk voorbeelden van rijm.
Het mogen steeds andere soorten rijm zijn!

Slide 5 - Open vraag

Eindrijm & Volrijm
  • Eindrijm: Rijm aan het eind van twee zinnen.
      Vb. vol - bol, rijm - lijm

  • Volrijm: waarbij de klank van de laatste lettergreep van twee woorden volledig overeenkomt, inclusief de beklemtoonde klinker en alle volgende medeklinkers.
     Vb. wanden - handen, wandelen - handelen, haren-bedaren


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Beginrijm: alliteratie
Alliteratie:



Wij weten wat we willen!

De kat krabt de krullen van de trap.

Berend Botje, Donald Duck, Guus Geluk, Mickey Mouse

Witte winter,
wollen wanten,
warme jas
waar gisteren nog gras was
zie ik pijltjes in de sneeuw
poes volgt de pootjes
van een spreeuw


Wanneer verschillende woorden met dezelfde letter beginnen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welke letter hoorde je net heel vaak?

Slide 10 - Tekstslide

“Ik voel me rot ik ga kapot
Ik lijk wel zot tot over mijn oren smoorverliefd op jou”

(Smoorverliefd, Doe Maar)


Slide 11 - Tekstslide

Assonantie (klinkerrijm)
Assonantie:



Let op de klank van de klinkers als je half wilt rijmen.


Herhaling van de klank van de klinkers in het midden van woorden, 
zonder verder te rijmen

Slide 12 - Tekstslide

Songteksten analyse
  • Je krijgt een blad met drie stukjes songtekst.
  • Arceer de rijm. Werk met meerdere kleuren zodat je de verschillende soorten rijm ieder een eigen kleur geeft. Als je nog andere opvallendheden ziet die je interessant vindt, arceer ze dan ook!

- Volrijm
- Alliteratie (beginrijm)
- Assonantie (klinkerrijm)
- Andere mooie woorden of trucjes

Slide 13 - Tekstslide

Wees zelf de poëet!
  • Kies één van de afbeeldingen.
  • Schrijf een gedicht op basis van de afbeelding.
  • Probeer de trucjes toe te passen!

Klaar met één gedicht? Kies een andere afbeelding of ga zelf op zoek naar een afbeelding die je inspireert. Schrijf nog een gedicht.

Slide 14 - Tekstslide

Poëzie in beeld

Slide 15 - Tekstslide

poëzie versus beeld
Poëzie kan beelden of gevoelens en associaties oproepen. Fotografie kan ook gevoelens en associaties oproepen, en kan zelfs tot poëzie leiden. 

Vandaag leer je hoe beeld je kan helpen om poëzie te schrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Leren associëren
Welk(e) woord(en) roepen de volgende beelden bij je op? 
Ik tel tot 3. Benoem dan wat als eerste bij je opkomt. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Is groente altijd een plant?

Kan groente uitgroeien tot een bloem?

Wat is het verschil tussen groente en fruit. 



Slide 21 - Tekstslide

Beeldopdracht: pak je telefoon
Bedenk een plek (of voorwerp) op school die je wilt fotograferen. 
Je krijgt 4 minuten de tijd om deze plek of het voorwerp vanuit verschillende hoeken vast te leggen.
timer
4:00

Slide 22 - Tekstslide

Observatie van feiten
  • Schrijf jouw plek of voorwerp op een A4-blaadje. 

Wat observeer je?
  • Noteer zo veel mogelijk woorden die de foto bij jou oproepen. Denk aan feitelijke gegevens (kleur, formaat, grootte, vorm, rondingen et cetera).
timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

Verplaats jezelf
Wees die plek of dat voorwerp op je foto. Hoe voel je je? Bijvoorbeeld: gewaardeerd, eenzaam, blij, populair, alleen, zen/rustig, et cetera.


Noteer zo veel mogelijk woorden die de foto bij jou oproepen.


timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Poëzieopdracht
Schrijf een gedicht van minimaal 5 regels. 
We kiezen voor de vrije versvorm: je mag rijmen, maar bent het niet verplicht.

De volgende les draagt iedereen zijn of haar gedicht voor. 

Slide 25 - Tekstslide

Wees zelf de poëet!
  • Kies één van de afbeeldingen.
  • Schrijf een gedicht op basis van de afbeelding.

Klaar met één gedicht? Kies een andere afbeelding of ga zelf op zoek naar een afbeelding die je inspireert. Schrijf nog een gedicht.

Slide 26 - Tekstslide