Meewerkend voorwerp II

Grammatica
Les 2 zinsdelen bepalen en creëren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica
Les 2 zinsdelen bepalen en creëren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaat er verkeerd in deze zin?
Denk eerst voor jezelf na en bespreek het daarna met een klasgenoot. Klassikale bespreking volgt.
timer
2:00
Zin:
Morgen de nieuwe ontwikkelingen omtrent corona vertelt Rutte.

Slide 2 - Tekstslide

Je leert deze les...

...  om weer te begrijpen wat zinsdelen zijn.
... welke drie methodes er zijn om de zinsdelen te bepalen.
...wat de verschillen zijn tussen de drie methodes en welke jij het beste kunt gebruiken.
... zinnen te creëren met een bepaald aantal zinsdelen daarin.
... voorkennis van pv, ow, wg, lv, mv te activeren.


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan de pv, het ow, het wg, het lv en het mv vinden in een zin.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn zinsdelen en waarom zijn ze belangrijk?
Zinsdelen...
  • ... komen voor in alle talen.
  • ... zorgen voor structuur in de zin.
  • ... zorgen bepaalde naamvallen en uitgangen.
  • ...zorgen voor betekenis van de zin.


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
In alle talen:
Nederlands --> De jongen /is /knap.
Spaans --> El chico/ es /guapo.

Structuur en begrip:
* De het huis man woont in (geen duidelijke structuur in het Nederlands en moeilijk te begrijpen) --> De man woont in het huis.

Naamvallen en uitgangen:
Ik woon in het huis --> wij wonen in het huis  (gezegde verandert mee met de vorm van het onderwerp). Latijn --> Canem habeo (ik heb een hond).



Slide 6 - Tekstslide

Zinsdelen bepalen: vragentest
De jury / heeft / voor de winnaar / een medaille / gekocht.
Wie                                     voor wie                    wat

Lotte / stond / tijdens de presentatie / voor de klas.
Wie                           wanneer                                waar

De filmster / geeft / een kus / aan een fan.
Wie                                    wat             aan wie

Slide 7 - Tekstslide

Zinsdelen bepalen: verplaatsingstest
Zin: Dua Lipa is gisteren geïnterviewd door een journalist.

Verplaatsen van de zinsdelen in gedachten:

Gisteren / is  Dua Lipa geïnterviewd door een journalist.
Door een journalist / is / Dua Lipa / gisteren / geïnterviewd.
Geïnterviewd / is / Dua Lipa / gisteren / door een journalist.
Is / Dua Lipa / gisteren / door /een journalist / geïnterviewd?

Antwoord: Dua Lipa / is / gisteren / geïnterviewd / door een journalist.



Slide 8 - Tekstslide

Zinsdelen bepalen: isolatietest
Zin: James Bond is een Britse actieheld.
Plaats de persoonsvorm tussen verticale strepen. Kijk welke zinsdelen je allemaal voor de persoonsvorm kunt zetten.

James Bond / is / een Britse actieheld.
Een Britse actieheld / is / James Bond.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 10 - Open vraag

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 11 - Open vraag

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 12 - Open vraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?

Slide 13 - Open vraag

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?

Slide 14 - Open vraag

Stappenplan: zinsdelen
  1. pv: tijdproef of getalproef
  2. wg: staan er andere werkwoorden in de zin?
  3. zinsdelen: welke delen passen in z'n geheel voor de pv?
  4. ow: wie/wat + pv (of wg)?
  5. lv: wie/wat + wg + ow?
  6. mv: aan/voor wie (of wat) + wg + ow + lv?

Slide 15 - Tekstslide

De diëtist gaf de coronapatiënt tijdens zijn herstel 
melk en yoghurt te eten.
pv
wg
ow
lv
mv
De diëtist
gaf
de coronapatiënt
tijdens zijn herstel
melk en yoghurt
te eten

Slide 16 - Sleepvraag

Stappenplan: zinsdelen
  1. pv: tijdproef of getalproef
  2. wg: staan er andere werkwoorden in de zin?
  3. zinsdelen: welke delen passen in z'n geheel voor de pv?
  4. ow: wie/wat + pv (of wg)?
  5. lv: wie/wat + wg + ow?
  6. mv: aan/voor wie (of wat) + wg + ow + lv?

Slide 17 - Tekstslide

Alle aanwezigen zongen voor de jarige 
een vrolijk welkomstlied.
pv
wg
ow
lv
mv
Alle aanwezigen
zongen
voor de jarige
een vrolijk welkomstlied

Slide 18 - Sleepvraag

De stad Amersfoort doneert de speeltuinvereniging
jaarlijks subsidie.
pv
wg
ow
lv
mv
De stad Amersfoort
doneert
de speeltuin-
vereniging
subsidie

Slide 19 - Sleepvraag

Zal de oud-kampioen vanavond de nieuwe winnaar
een medaille opspelden?
pv
wg
ow
lv
mv
Zal
de oud-kampioen
de nieuwe winnaar
een medaille
opspelden

Slide 20 - Sleepvraag

Elke woensdag geeft Nienke 
de plantjes op haar kamer water.
pv
wg
ow
lv
mv
geeft
Nienke
de plantjes op haar kamer
water

Slide 21 - Sleepvraag

Wie zal jullie dit voorstel gaan toelichten?
pv
wg
ow
lv
mv
Wie
zal
jullie
dit voorstel
gaan toelichten

Slide 22 - Sleepvraag

Maak met het zinsdeel 'het pasgeboren girafje' drie zinnen:
het zinsdeel is bij 1. ow; 2. lv; 3. mv.

Slide 23 - Open vraag

Toelichting
1. ow: 'het pasgeboren girafje' doet, is of heeft iets.
Het pasgeboren girafje zette al snel zijn eerste stapjes.
2. lv: 'het pasgeboren girafje' ondergaat iets.
De dierenarts schoot het pasgeboren girafje in de nek met een verdovingspijltje.
3. mv: iets/iemand geeft 'het pasgeboren girafje' iets.
De moedergiraf geeft het pasgeboren girafje blaadjes te eten.

Slide 24 - Tekstslide

Maak een zin met de volgende zinsdelen (in de gegeven volgorde):
ow - pv/wg - mv - lv -wg.

Slide 25 - Open vraag

Opdracht 1 t/m 8 bespreken
Voor de volgende les de rest van het stencil.

Slide 26 - Tekstslide