4 VMBO - Voeding en vertering - herhalingsles

Herhaling 
thema Voeding en vertering
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 
thema Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag
Thema herhalen +/- 25 min
its-opdrachten  +/- 25 min
biologiepagina.nl oefenen +/- 15min
verplichte keuze onderdelen +/-15min
vrije keuze +/-10

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even inkomen...
Noem zoveel mogelijk voedingsstoffen

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Conserveren door middel van steriliseren betekent...
A
Voedsel luchtdicht verpakken
B
Voedsel verhitten tot 100 graden Celsius
C
Voedsel behandelen met radioactiviteit
D
Geen van de antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen pasteuriseren & steriliseren
A
Pasteuriseren gaan alle bacteriën dood, steriliseren niet
B
Steriliseren gaan alle bacteriën dood, pasteuriseren niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een manier van conserveren is pasteuriseren, maar wat doe je dan?
A
kort verhitten vanaf 65 C ° tot 95C °
B
Kort verhitten boven de 100C°

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 

Opdracht 1
Combineer de voedingsstoffen met de functie(s).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grondstofwisseling is de hoeveelheid energie welke het lichaam in volledige rust gebruikt.
Wat is waar?
A
In de winter is de grondstofwisseling hoger.
B
In de zomer is de grondstofwisseling hoger.
C
Iemand met veel spiermassa heeft een hogere grondstofwisseling.
D
Iemand met weinig spiermassa heeft een hogere grondstofwisseling.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  Welke voedingsstoffen kunnen direct
 worden opgenomen 
in het bloed?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Welke kunnen direct 
 naar het bloed?
eiwitten, vetten en
veel koolhydraten
zijn te groot. 

klein genoeg zijn
glucose, water,
vitamines en mineralen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen bevatten enzymen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speeksel en enzymen
speeksel doodt ook een deel van de bacteriën in voedsel.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over enzymen?
A
Enzymen zijn niet afhankelijk van de zuurgraad
B
Enzymen zijn afhankelijk van de temperatuur
C
Enzymen zijn niet specifiek
D
Enzymen moet je eten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gal bevat géén enzymen.
Wat is de functie van gal?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lever
Alvleesklier
Dikke darm
Dunne darm
Endeldarm
Anus
Slokdarm
Zelf nog even oefenen
Galblaas
Twaalfvingerige darm

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van voedingsvezels bij de vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten of ergens zetmeel in zit. Waarmee kun je dat nagaan?
A
Magnesium
B
Rijst
C
Zetmeeloplossing
D
Jodium

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het afwisselend samentrekken van de kringspieren en lengtespieren?
A
Vertering
B
Voortstuwing voedsel
C
Darmperistaltiek
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan zorgt er voor dat de voedingsstoffen in het bloed komen?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
maag
D
lever

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof kan zonder te worden verteerd in het bloed worden opgenomen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Koolhydraten

Slide 25 - Quizvraag

Overslaan bij tijdgebrek
Welk verteringssap zorgt voor de vertering van vetten?
A
maagsap
B
gal
C
alvleessap
D
dunne darmsap

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de voornaamste functie van eiwitten?
A
bouwstof
B
brandstof
C
reservestof
D
beschermende stof

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het gebit

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tandbeen
Tandholte
Tandvlees
Cement
Zenuwen en bloedvaten
Glazuur
Zelf weer even oefenen..
Kaakbeen
Wortelvlies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is suiker slecht voor je tanden?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

waar lopen de zenuwen van tanden?
A
in de tandholte
B
onder het wortelvlies
C
in het tandbeen
D
in het kaakbeen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke leeftijd komen verstandskiezen gemiddeld door?
A
10-12
B
14-18
C
18-22
D
25+

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk nummer is
het deel aangegeven dat
het tandbeen beschermt?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prijsvraag!!
Rekenen met energie op de verpakking
Op een verpakking van een zakje chips staat dat je per 100 gram
1320 aan kJ ( energie) binnen krijgt. 
Jij eet 40 gram chips, hoeveel kj heb je binnen gekregen?
Wat is de berekening + antwoord!!


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het antwoord =
40g/100=0,4
0,4x1320=528 kj
of 
1320/100x40g=528 kj

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welk onderdeel wil je nog klassikaal herhaling?
Stofwisseling in bacteriën en schimmels
Enzymen en enzymactiviteit
Manieren van conserveren
Darmperistaltiek en voedingsvezels
Organen voor vertering (functie maag en darmen)

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan de slag
its-leerling opdrachten 10.1/2/3/4 (20-30 min)
- biologiepagina.nl
- samenvatting maken
- begrippenlijst maken
- vragen aan docent
flashcards (Malmberg)
timer
30:00
Leren
Maak van elke basisstof de test jezelf. 
Kun jij alle vragen goed beantwoorden? 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Link

Deze slide heeft geen instructies