3.2 Warmte en Milieu KGT/BK

BETER (verwachtingen)
B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​

E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. 

T= Telefoon in de tas, tenzij ik wat anders zeg

E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​

R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BETER (verwachtingen)
B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​

E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. 

T= Telefoon in de tas, tenzij ik wat anders zeg

E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​

R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​

Slide 1 - Tekstslide

Welke twee punten heeft meneer Celcius gebruikt om zijn temperatuurschaal te maken?

Slide 2 - Open vraag

Welke twee punten heeft meneer Celcius gebruikt om zijn temperatuurschaal te maken?

Slide 3 - Open vraag

Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling

Slide 4 - Quizvraag

3.2 Warmte en milieu

Slide 5 - Tekstslide

Na deze les weet je:
  1. Welke fossiele brandstoffen er zijn;
  2.  Hoe aardolie en aardgas ontstaat;
  3. Welke 3 dingen nodig zijn om iets te kunnen verbranden;
  4. Wat het broeikaseffect is.

Slide 6 - Tekstslide

Een warmtebron maakt warmte

Slide 7 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
-aardolie
-aardgas
-steenkool

Deze brandstoffen waren ooit planten, diertjes en bacterien.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van brandstoffen?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Verbranding
Bij verbranding van brandstoffen hebt je 3 dingen nodig:
- Brandstof
- Zuurstof
- Onbrandingstemperatuur

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Zijn er brandende vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Wat ga je doen ???
  • Maken 3.1 en 3.2
  • Werk netjes en zorgvuldig
  • Als je klaar bent laat je het door mij controleren
  • Als ik het voldoende vind kun je het huiswerk nakijken/verbeteren.
  • Klaar? dan kun je rustig iets voor jezelf gaan doen. 

Slide 15 - Tekstslide

BETER (verwachtingen)
B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​

E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. ​

T= Telefoon in de tas​

E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​

R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​

Slide 16 - Tekstslide