3VWO pw1

lessonup.app
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

1 Geslacht van de znw : zet der, die of das voor het woord (9p)

Slide 2 - Tekstslide

..... Stelle

Slide 3 - Open vraag

..... Kind

Slide 4 - Open vraag

..... Kuh

Slide 5 - Open vraag

..... Kinder

Slide 6 - Open vraag

2 Bezittelijk vnw: vertaal het woord tussen haakjes (6p)

Slide 7 - Tekstslide

Ist das nicht (jouw) ____________ Freundin?

Slide 8 - Open vraag

(Hun) ____________ Katze ist vorige Woche weggelaufen.

Slide 9 - Open vraag

3 werkwoorden: vul de juiste vorm van het werkwoord in (kies zelf tussen tegenwoordige tijd of voltooide tijd) (6p)

Slide 10 - Tekstslide

Er ....... Peter.
heißen

Slide 11 - Open vraag

Sie hat den Zoo .......
besuchen

Slide 12 - Open vraag

Wir haben viele Tiere .......
fotografieren

Slide 13 - Open vraag

Du ...... auf Deutsch.
antworten

Slide 14 - Open vraag

Verbind de juiste vorm van het modale werkwoord

Slide 15 - Tekstslide

timer
0:25
Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag

Slide 16 - Sleepvraag

4 Werkwoord in de tegenw. tijd: kijk goed naar de betekenis van de zin en kies dan de juiste vorm van het werkwoord. Gebruik elk woord één keer (6p): machen - antworten - spielen - heißen - reisen - reden

Slide 17 - Tekstslide

machen - antworten - spielen - heißen - reisen - reden

_____________ du Fußball?

Slide 18 - Open vraag

machen - antworten - spielen - heißen - reisen - reden

Wann _______________ er nach Indonesien?

Slide 19 - Open vraag

1 Lernliste: übersetze Niederländisch - Deutsch (15p)

Slide 20 - Tekstslide

de trui

Slide 21 - Open vraag

pinnen

Slide 22 - Open vraag

2 Lernliste: Übersetze die fett gedruckten Wörter ins Niederländische (12p)

Slide 23 - Tekstslide

jedoch

Slide 24 - Open vraag

derzeit

Slide 25 - Open vraag

3 Übersetze und ergänze (vul in) die richtige Form im Präteritum = verleden tijd! (10p)

Slide 26 - Tekstslide

zijn
Wo _____________________ du denn?

Slide 27 - Open vraag

hebben
Ich _____________________ keine Zeit.

Slide 28 - Open vraag

Wir ....... gestern.
antworten

Slide 29 - Open vraag

Ihr ....... letzte Woche.
spielen

Slide 30 - Open vraag

Er ...... mit der Frau.
reden

Slide 31 - Open vraag

Ich ...... 15 Jahre alt gestern.
werden

Slide 32 - Open vraag

4 Ergänze (vul in) die richtige Form im Perfekt = voltooid deelwoord! (8p)

Slide 33 - Tekstslide

zelten
Wo habt ihr ______________________?

Slide 34 - Open vraag

fotografieren
Mein Bruder hat viele Vögel ______________________.

Slide 35 - Open vraag

schwimmen (st.ww)
Wer ist heute so weit _____________________?

Slide 36 - Open vraag

4 Ergänze die Sprachmittel

Slide 37 - Tekstslide

Wat voor weer wordt het?

Slide 38 - Open vraag

Mijn telefoonnummer is

Slide 39 - Open vraag

Ik woon met mijn familie op een boerderij.

Slide 40 - Open vraag