P2 - Ethiek - samenvatting

P2 - samenvattingslessonup
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

P2 - samenvattingslessonup

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moreel relativisme en universalisme
Moreel relativisme:
Opvatting dat er geen universele waarden zijn. Wat goed of verkeerd is, is afhankelijk van cultuur, tijd, plaats of persoon.

Moreel universalisme:
Opvatting dat waarden universeel geldig zijn. Wat goed of verkeerd is is voor onafhankelijk van cultuur, tijd, plaats of persoon.

Slide 2 - Tekstslide

- kwamen veel waarden overeen?
- hoe komt het denk je dat (sommige) waarden door iedereen belangrijk worden gevonden?

Ethiek
Welke handelingen zijn gerechtvaardigd?
Overkoepelend
Morele theorie 1
Morele theorie 2
Morele theorie 3
Overkoepelend
Waarden en normen 
relativisme en universalisme
consequentialisme: 
Wat goed is hangt af van de gevolgen.
Plichtethiek:
Wat goed is wordt bepaald door plichten.
Deugdethiek:
Alleen met een moreel karakter kan je bepalen wat goed is.
Vrijheid en verantwoordelijkheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consequentialisme
Of een handeling goed of slecht is hangt af van de gevolgen van die handeling. 
Oftewel: doe dat wat leidt tot de beste gevolgen. 

                                
                                 > Wat zou een consequentialist doen?  

Slide 4 - Tekstslide

Vraag aan klas: wat zou een consequentialist doen bij het trolleyprobleem? 
(1 minuut in  stilte)
- goede gevolgen voor wie?
- wat is goed? mensenlevens? plezier? 
- beroep, leeftijd van de persoon? sociale status van belang? 
Vraag voor consequentialisten:  Wat zijn goede gevolgen?
Utilisme:
Een handeling is moreel goed als die leidt tot zoveel mogelijk nut/geluk/welzijn en zo min mogelijk pijn.
  • Welke waarde is dus het belangrijkst volgens utilisten? En welke norm hoort daarbij?
Jeremy Bentham 1748-1832

Slide 5 - Tekstslide

Vraag aan klas: wat zou een consequentialist doen bij het trolleyprobleem? 
(1 minuut in  stilte)
- goede gevolgen voor wie?
- wat is goed? mensenlevens? plezier? 
Utilisme:
Een handeling is moreel goed als die leidt tot zoveel mogelijk nut/geluk/welzijn en zo min mogelijk pijn.
De keuze tussen 1 of 5 doden is duidelijk. 
Maar kan het ook helpen bij eigen, alledaagse keuzes....?
Jeremy Bentham 1748-1832

Slide 6 - Tekstslide

Vraag aan klas: wat zou een consequentialist doen bij het trolleyprobleem? 
(1 minuut in  stilte)
- goede gevolgen voor wie?
- wat is goed? mensenlevens? plezier? 
De hedonistische calculus
Middel waarbij je berekent of en welke handeling moreel wenselijk is / het meeste geluk oplevert.
Als utilist kun je de hedonistische calculus gebruiken:

Slide 7 - Tekstslide

Vraag aan klas: wat zou een consequentialist doen bij het trolleyprobleem? 
(1 minuut in  stilte)
- goede gevolgen voor wie?
- wat is goed? mensenlevens? plezier? 
De hedonistische calculus
Middel waarbij je berekent of en welke handeling moreel wenselijk is / het meeste geluk oplevert.

Intensiteit
Duur
Zekerheid
Nabijheid
Productiviteit
Zuiverheid
Reikwijdte
Hoe sterk is het geluk?
Hoe lang houdt het aan?
Hoe zeker ben ik erover?
Wanneer krijg ik het?
Leidt het tot meer geluk?
Hoe vrij is het van pijn?
Hoeveel mensen gaat het over?

Slide 8 - Tekstslide

Vraag aan klas: wat zou een consequentialist doen bij het trolleyprobleem? 
(1 minuut in  stilte)
- goede gevolgen voor wie?
- wat is goed? mensenlevens? plezier? 
Intrinsiek vs instrumenteel

Intrinsieke waarde: 
waarde die op zichzelf waardevol is. Dient geen andere waarde. 
> geluk/welzijn bij de utilisten

Instrumentele waarde
waarde die bijdraagt aan geluk. 
>Bijv. gezondheid bij de utilisten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op het utilisme:
  • de hedonistische calculus is lastig uit te voeren
  • utilisme is te veeleisend
  • het geluk van anderen is niet mijn     verantwoordelijkheid 
  • utilisme heeft geen oog voor de eerlijke verdeling van geluk
  • het staat juist te veel toe: menselijke waardigheid staat op het spel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere optie
De plicht of bedoeling is van belang, niet de gevolgen.

Plichtethiek:
Een handeling is goed als die voortkomt uit een plicht(sbesef).
  • wat goed is, bepaal je onafhankelijk van gevolgen.
  • plichten zijn niet afhankelijk van de situatie.
  • > bijv. Je mag nooit liegen.
    > denk ook aan de casus van Lone survivor.. 




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede bron voor plichten?
Religie?
Het wetboek?
Gevoel of intuïtie?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plichtethiek
Niet religie, wetboeken of gevoelens, maar de rede!

  • De rede is objectief (voor iedereen hetzelfde).
  • De rede leidt tot morele regels als wiskundige waarheden. Keiharde morele wetten!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar wat zegt die rede? Welke plichten zou elk mens moeten volgen?
  1. Je bent geen uitzondering op andere mensen. Een morele regel geldt voor jou net als voor alle anderen.
  2. Een mens heeft rede, bestuurt zichzelf (i.t.t. dieren) en is dus een autonoom wezen met eigen waarde.

Daaruit volgt Kants morele regel…
De categorische imperatief.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het categorisch imperatief
altijd en in alle gevallen
het moet

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het categorisch imperatief
Voorbeeld: stelen. 

Wat is het principe, de maxime?
Wat is de algemene wet? (moreel, niet juridisch)
Waarom kunnen we dat niet willen? Welke tegenstelling ontstaat er?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het categorisch imperatief
1e formulering:
Handel volgens die regel (maxime) waarvan je zou kunnen willen dat het een algemene wet wordt.
(want anders leidt het tot een tegenstrijdigheid)

2e formulering:
Je moet een mens nooit alleen als middel, maar ook altijd als doel in zichzelf behandelen.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De goede wil

Alleen met de goede wil volg je de morele wet.

De goede wil is het enige intrinsiek goede omdat karaktereigenschappen, gevoelens of neigingen ook kunnen worden ingezet voor immorele zaken.

Waarom is empathie dus niet zonder meer goed?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op de plichtethiek

  1. Het categorisch imperatief houdt geen rekening met specifieke gevallen of gevolgen. Als het cat. imp. zegt dat je niet mag liegen, mag dat nooit, in geen enkele situatie.
  2. Je bent alleen verantwoordelijk voor je eigen daden, nooit voor de slechte daden van anderen. (ook niet als je die kan voorkomen). 
  3. Emoties hebben bij Kant niks te maken met wat goed is, maar is dat wel zo? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan we nu?
Hoe bepaal je wat goed is? Hoe moet je je leven leiden?






Utilisme: de gevolgen moeten tot geluk leiden!
Maar....rekenen met geluk is moeilijk, te veeleisend soms, staat te veel toe, niet alleen de gevolgen tellen.
Plichtethiek: de handeling moet voortkomen uit een (rationele) plicht!
Maar....plichten houden geen rekening met specifieke gevallen of gevolgen,
je hebt soms ook verantwoordelijkheid voor anderen, tellen emoties en gevoelens niet ook mee? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere optie: deugdethiek van Aristoteles

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere optie
Deugdethiek

  • Niet wat moet ik doen, maar hoe moet ik leven?
  • Geen morele regels maar een houding die je kan ontwikkelen
  • Het ontwikkelen van deugden (karaktereigenschappen)
  • Belangrijk: voorbeelden om van te leren
  • Wat goed is, verschilt per situatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere optie: deugdethiek
Een goed leven is leven volgens de deugden.
Deugd: een karaktereigenschap die het midden is tussen twee uitersten.
Bijv, de deugd matigheid:
geheelonthouding - matigdheid - mateloosheid

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies