V6 week 40

Wat zou neoclassicisme betekenen?
A
Iets wat niks met classicisme te maken heeft
B
Een nieuw classicisme
C
Een oud classicisme
D
Iets wat anti classicisme is
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zou neoclassicisme betekenen?
A
Iets wat niks met classicisme te maken heeft
B
Een nieuw classicisme
C
Een oud classicisme
D
Iets wat anti classicisme is

Slide 1 - Quizvraag

Kenmerken Neoclassicisme
- De klassieke idealen van natuurlijkheid, helderheid en evenwicht worden weer in het leven geroepen 
        > Toegankelijke muziek
        > Tonaliteit
        > Bitonaliteit
        > Polytonaliteit

Slide 2 - Tekstslide

Welke term gaat uit dat er twee toonsoorten tegelijk in een muziekstuk aanwezig zijn
A
Atonaliteit
B
Tonaliteit
C
Bitonaliteit
D
Polytonaliteit

Slide 3 - Quizvraag

Wat denk je dat Avant-Garde zou kunnen zijn?
A
Groep componisten die willen vernieuwen
B
Groep componisten die terug in de tijd willen
C
Groep componisten die van frans eten houden
D
Groep componisten die stopten met muziek

Slide 4 - Quizvraag

Vernieuwen en Experimenteren
- Iedere componist doet dit op een eigen manier
         > Componisten gaan verder met dodecafonie
         > Seriële muziek: muziek die uit reeksen/series bestaan
         > Creëren van nieuw geluid
         > Gebruik van elektronische muziek
         

Slide 5 - Tekstslide

Minimal Music betekend:

Slide 6 - Open vraag

Met minimale middelen een maximaal effect bereiken

- Korte motieven die bijna niet veranderen constant herhalen

Slide 7 - Tekstslide

Motief

Riff
Thema

Herkenbare muzikale zin die als uitgangspunt voor een compositie dient (komt vaak terug)
Melodisch of ritmisch figuur in een compositie wat karakteristiek is voor die compositie
Korte melodie/een aantal akkoorden/ritmisch patroon dat herhaald wordt (ostinato)

Slide 8 - Sleepvraag

Manieren van Motiefverwerking
- Herhaling
- Transpositie > Herhalen op andere toonhoogte
- Ostinato > Riff
- Sequens > Een serie van transposities

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een contrast
A
Klein verschil
B
Het verschil tussen roze en paars
C
Scherpe Tegenstelling
D
Een lang muziekstuk

Slide 10 - Quizvraag

Periodische Zinsbouw

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekend voortspinning?

Slide 12 - Open vraag

Omkeringen Akkoorden
Grondligging:
Het akkoord is gewoon gestapeld
1e omkering:
De grondtoon gaat een octaaf omhoog, de rest blijft hetzelfde
2e omkering:
De grondtoon is al een octaaf omhoog en de terts gaat nu ook een octaaf omhoog

Slide 13 - Tekstslide

Dominant septiemakkoord

Majeur septiemakkoord
Mineur septiemakkoord
Verminderd septiemakkoord

Slide 14 - Sleepvraag

Tonica is het akkoord van de toonsoort
Subdominant wil naar dominant
Dominant wil naar tonica

Slide 15 - Tekstslide