Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammar H3: Relative pronouns
Relative pronouns
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Relative pronouns
Slide 1 - Tekstslide
What is a relative pronoun?
In het Nederlands noemen we dit een
betrekkelijk voornaamwoord
Een relative pronoun verwijst altijd terug naar het woord/zinsdeel dat ervoor staat, dit noemen we het 'antecedent'
Het relative pronoun en het zinsdeel dat daarna volgt noemen we de 'relative clause' (betrekkelijke bijzin)
Slide 2 - Tekstslide
Example
This is the man who helped me.
'the man' = antecedent
'who' = betrekkelijk voornaamwoord
'who helped me' = betrekkelijke bijzin
Slide 3 - Tekstslide
Examples
This is
the girl
who
wrote the book
This is
the house
where
I grew up
Can you show me
the present
which
they gave me?
That's
the moment
when
everything went wrong
That's
the girl
whose
name
I always forget
Slide 4 - Tekstslide
Relative pronoun
who / whom / whose / which / that / where / when / why
This is
the girl
who helped me (antecedent = zelfstandig naamwoord)
The match was won by Liverpool
, which I really liked (antecedent = zinsdeel)
Slide 5 - Tekstslide
Relative pronoun
WHO = Personen (This is
the girl
who helped me)
WHICH = Dieren / Dingen / Zinsdeel (This is
the house
which he built)
THAT = Dieren / Dingen / Personen (
The cat
that scratched me)
WHOSE = Bezit van personen en dingen (The man
whose
car had been stolen) - Na 'whose' volgt er altijd een zelfstandig naamwoord
Slide 6 - Tekstslide
Relative pronoun
WHEN = Tijd (The day
when
I met him)
WHERE = Plaats (This is the café
where
I was waiting for him)
WHY = Reden (The reason
why
we met him)
Slide 7 - Tekstslide
Relative pronoun - Who
Als who het onderwerp is in de bijzin dan gebruik je gewoon ‘who’
That is the man
who
helped me
• Als who het lijdend voorwerp/meewerkend voorwerp is in de bijzin dan gebruik je 'whom'
This is the teacher
whom
I like best
This is the girl (to)
whom
I gave the flowers
Slide 8 - Tekstslide
We’re going to the church … I met Taffy.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 9 - Quizvraag
Is that the girl … brother is famous?
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 10 - Quizvraag
She is the student … I dislike
A
who
B
which
C
where
D
whom
Slide 11 - Quizvraag
This is the girl … gave me a flower.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 12 - Quizvraag
This is the movie … I like best.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 13 - Quizvraag
The door to my room was open, … was very odd.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 14 - Quizvraag
Is that the car … owner was arrested last night?
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 15 - Quizvraag
Here’s a photo of the hotel … we stayed.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 16 - Quizvraag
The dog … is barking is mine
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 17 - Quizvraag
It was raining, … I didn’t like.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 18 - Quizvraag
This is the reason ... I don't like you
A
who
B
when
C
where
D
why
Slide 19 - Quizvraag
Mandy is the girl ...
I met on Friday.
A
who
B
whom
C
where
D
whose
Slide 20 - Quizvraag
Yesterday I saw a car ...
was really old.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 21 - Quizvraag
This is the man ...
house is on fire.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 22 - Quizvraag
Can I talk to the girl ...
is sitting on the bench?
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 23 - Quizvraag
The book ...
you gave me is great.
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 24 - Quizvraag
London is the place ... I was born
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 25 - Quizvraag
She likes hamburgers ...
are tasty
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 26 - Quizvraag
It was my brother ...
I entrusted with looking after my baby
A
who
B
which
C
where
D
whom
Slide 27 - Quizvraag
Do you know the woman ...
son is a famous actor?
A
who
B
which
C
where
D
whose
Slide 28 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
§2.5 Relative Pronouns
Juli 2023
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1.3 Who, whose, whom, which, that
September 2021
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3 Havo Relative pronouns
Januari 2024
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
relative pronouns
April 2024
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Relative pronouns
November 2023
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Relative Pronouns: Who, whose, whom, which, that
Januari 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
relative pronouns
Mei 2022
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Relative Clauses
December 2021
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3