H3.4 Verkiezingen

Verkiezingen
Lesdoelen: Je weet:
waarvoor je kunt stemmen
de verschillen tussen actief en passief kiesrecht
wat de rol van een spindoctor is in een campagne
de rol van de media
de redenen om de stemmen
wat evenredige volksvertegenwoordiging is

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verkiezingen
Lesdoelen: Je weet:
waarvoor je kunt stemmen
de verschillen tussen actief en passief kiesrecht
wat de rol van een spindoctor is in een campagne
de rol van de media
de redenen om de stemmen
wat evenredige volksvertegenwoordiging is

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Stemmen?
Vanaf welke leeftijd vind jij dat je zou mogen stemmen?

Slide 3 - Tekstslide

Verkiezingen waarvoor?
Europees Parlement
Tweede Kamer
Provinciale staten
Gemeenteraad
Waterschappen

Slide 4 - Tekstslide

ACTIEF KIESRECHT 

Recht om je stem uit te brengen bij verkiezingen
PASSIEF KIESRECHT

Recht om je verkiesbaar te stellen
(via een politieke partij die je als kandidaat op de kieslijst plaatst of een op te richten eigen partij)

Slide 5 - Tekstslide

Strijd om de kiezer
Elke partij heeft een verkiezingsprogramma met standpunten
Verkiezingsleus
De lijsttrekker staat op nr. 1 van de kandidatenlijst, is het gezicht van de partij, debatteert
Voor de verkiezingen wordt er van alles beloofd aan de kiezer, die plannen moeten vaak aangepast worden aan de onderhandelingstafel > gevolg breken verkiezingsbeloftes

Slide 6 - Tekstslide

Campagne
De partij stelt een campagneteam op met partijmensen en spindoctors (communicatiedeskundigen die een zo positief mogelijk  imago aan de partij moeten geven).
Welke standpunten behandelen we ( bijvoorbeeld: economisch, veiligheid, immigranten), 
Eigen verhaal vertellen of juist de andere partijen aanvallen?

Slide 7 - Tekstslide

Media(demo)cratie?
De media spelen een belangrijke rol voor de verkiezingen
Hoe pakken we de zwevende kiezers  voor onze partij?
Op TV: debatten, talkshows, amusementsprogramma's, sociale media

Media organiseren steeds opiniepeilingen, welke partij staat op winst, welke op verlies > heeft invloed op de uitslag

Slide 8 - Tekstslide

Tweede Kamer
Waarom stemmen mensen op een bepaalde partij????

Slide 9 - Tekstslide

4 redenen om voor een partij te kiezen
1. standpunten (bijv. euthanasie)
2. jouw belangen (werk je in de zorg, dan zoek je de partij die jouw belangen ondersteunen)
3. strategisch (maakt de partij kans om in de regering te komen?)
4. lijsttrekkers (spreekt de lijsttrekker je aan of niet)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Stemmen
Als je stemt, stem je op de partij, je kruist 1 persoon aan  (jouw potentiële volksvertegenwoordiger) op de lijst van de partij die je gekozen hebt.

Op wie?
Stem je op de lijsttrekker, op de eerste vrouw in de lijst, op iemand die je opgevallen is, iemand uit je regio?

Slide 12 - Tekstslide

Conflict
De volksvertegenwoordiger heeft een sterke positie. Bij een conflict kan hij/zij uit de partij gezet worden of eruit stappen, maar hoeft dan niet uit de Kamer!

De volksvertegenwoordiger kan dan bijv. haar/zijn eigen partij oprichten

Slide 13 - Tekstslide

De uitslag
Na sluiting stembureaus komen opiniepeilers  al met vermoedelijke uitslagen.
Soms is het spannend, vooral als 2 partijen bijna evenveel stemmen hebben, wie wordt de grootste?
Vaak is het aan het eind van de avond bekend hoeveel zetels een partij krijgt (stoelen in Tweede Kamer of de gemeenteraad)

Slide 14 - Tekstslide

Evenredige vertegenwoordiging
Nederland heeft een stelsel waarin alle uitgebrachte stemmen verdeeld worden over het totale aantal zetels
(10% van de stemmen = 10% van de 150 zetels = 15)

Kiesdeler: de hoeveelheid stemmen die nodig is om een zetel te krijgen is afhankelijk van de opkomst (hoe meer stemmers hoe hoger meer stemmen nodig om een zetel te krijgen)

Slide 15 - Tekstslide

uitslag


Evenredige vertegenwoordiging

Slide 16 - Tekstslide

Kabinetsvorming
Bij de Tweede Kamerverkiezingen bepaalt de uitslag weke partijen samen het nieuwe kabinet (Ministers en Staatssecretarissen) kunnen vormen. 

Eerst moet er een coalitie gevormd worden...

Slide 17 - Tekstslide

Vertegenwoordiging?
Na de Tweede Kamerverkiezingen van juni 2010 had bijna 90% van de Tweede Kamerleden een academische bul of een hbo-diploma en de rest had in ieder geval het vwo of het mbo afgerond. Slechts één lid was nooit verder gekomen dan de mulo, en was daarmee in formele zin laagopgeleid.

Wat zijn de gevolgen voor minder hoog opgeleiden?

Slide 18 - Tekstslide