Grammar 4: Tegenwoordige tijd

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welcome to English class

Take a seat

Books on the table

Chromebook on the table

Monday 25 November

What are we going to do today?

- Herhaling vorige lesstof

- NIEUW: Grammar 5 Tegenwoordige tijd

- Oefenen met Grammar 5

- Oefenen met de woordjes

Wat hebben we al geleerd?

Vraag 1: Wat betekent "to be"?

Vraag 2: Wat is een ontkennende zin? 

Vraag 3:  Welk woord staat altijd in een ontkennende zin?

Mark ...... tall.

1. am not
2. are not
3. is not
4. aren't

She ....... into football.

1. are not
2. isn't
3. i'snt
4. are not

My Mother ..........

1. am not
2. are'nt
3. are not
4. is not

I ....... a big fan of comics

1. am'nt
2. are not
3. 'm not
4. isn't

Wat gaan we deze les leren?

Aan het einde van deze les weet je:

• ..hoe je de tegenwoordige tijd eruit ziet in het Engels
  
• ..hoe je een werkwoord in de tegenwoordige tijd zet
• ..wat de SHIT-regel is

Grammar 5: tegenwoordige tijd

Wat weet je aan het eind van deze les:

-Je weet wat de tegenwoordige tijd is

- je weet hoe je de tegenwoordige tijd eruit ziet in het Engels

- Je weet hoe je een werkwoord in de tegenwoordige tijd

-je weet wat de SHIT-regel is

Write down: typ iets in wat je elke dag doet/ regelmatig doet.

Stel je voor:

.....je draagt elke dag sneakers

Dan zeg je in het Engels:

I wear sneakers every day

wear staat in de tegenwoordige tijd

Ik draag sneakers

Jij draagt sneakers

hij draagt sneakers

hij draagt sneakers

het draagt sneakers

wij dragen sneakers

jullie dragen sneakers

ze dragen sneakers

I wear sneakers

you wear sneakers

he wears sneakers

she wears sneakers

it wears sneakers

we wear sneakers

you wear sneakers

they wear sneakers

Wat valt je op?

Je ziet dat er bij  She, He, en It altijd een - S achter het werkwoord staat.

He wears sneakers

She wears sneakers

It wears sneakers

Dat heet de SHIT- regel

Bij She/He/It komt er een S achter het werkwoord.

She/He/It --> WW  + S

SHE

my mother

my sister

my aunt

Maaike

the girl

etc.

1 persoon

HE

my father

my brother

my uncle

Mark

the boy

etc.

1 persoon

IT

my dog

a cat

the plant

school

homework

etc.

1 dier + 1 ding

Wat is de SHIT - regel?

Melissa.......(walk) to school every day.

1. walk
2. walks

My cousin..........(like) to play games.

1. like
2. likes

My sister and I always .......... sneakers.

1. wear
2. wears

She has a car, so she ............ (drive) to work.

1. drives
2. drive

My parents ......... (help) me with my homework.

1. help
2. helps

My dog .......(eat) a lot of meat.

1. eat
2. eats

My cats ..........(like) sleeping a lot.

1. like
2. likes

Well done!

Ik snap nu hoe ik een Engels werkwoord in de tegenwoordige tijd moet zetten

1. Ja, vet makkelijk
2. Ja, met aantekeningen moet het lukken
3. Nee, ik twijfel vaak
4. Ik snap er geen snars van

Als je dit nog lastig vindt ga je eerst SLIM STAMPEN

"extra oefenen Grammar 5"

Vindt je dit VET MAKKELIJK ?

Mooizo! Ga dan alvast het huiswerk maken

Exercise 14 & 15  ( wb p 37)