§4.1 Leven op het platteland

§4.1 Leven op het platteland
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4.1 Leven op het platteland

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 4 t/m 12 van §4.1

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de economie van West-Europa in de vroege middeleeuwen verandert en waarom deze zo verandert
- Hoe een middeleeuws domein eruitziet
- Hoe het hofstelsel werkt en welke plaats horigen in dat stelsel hebben

Slide 3 - Tekstslide

Filmpje
Een boer in de middeleeuwen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 6 - Tekstslide

Sleep alle voorwerpen die met dit tijdvak te maken hebben naar het tijdvak-pictogram.

Slide 7 - Sleepvraag


Hoe heet dit tijdvak?
A
Tijd van Ridders en Monniken
B
Tijd van Monniken en Ridders
C
Tijd van Ridders en Kerken
D
Tijd van Kerken en Ridders

Slide 8 - Quizvraag


Over welke tijd gaat 
dit tijdvak?
A
100-600
B
600-1000
C
600-1200
D
500-1000

Slide 9 - Quizvraag

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 10 - Tekstslide

Onrustige tijden in Europa
500-800

Na de val van het West-Romeinse Rijk zijn er veel oorlogen
Reizen is gevaarlijk en de meeste mensen leven in dorpjes
Grote steden, zoals Rome, zijn er niet (meer)

Slide 11 - Tekstslide

Agrarische samenleving
Na de val van het Romeinse Rijk wordt reizen erg gevaarlijk
Veel mensen durven hierdoor niet meer te handelen
Veel stedelingen moeten voor zichzelf gaan zorgen als boer
Zo ontstaat een agrarische samenleving
Een samenleving waarin bijna iedereen een boer is en er vrijwel geen steden zijn

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
wat Maak opdracht 1 & 2 van §4.1 (intro)
Hoe Gebruik bron 1 van §4.1 en bron 2 van §3.2
Doel Je weet hoe in West-Europa een agrarische samenleving ontstaat
Hulp Werk samen in je groepje/tweetal
Tijd 5 minuten
Klaar? Zoek alvast op wat een horige is
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Kijk naar bron 1 en 2
Maak onderstaande opdrachten
Vergelijk de bronnen. Noteer twee overeenkomsten en twee verschillen.
1
Welke periode was de meest vreedzame: de tijd van de Romeinen of de vroege middeleeuwen? Gebruik bij je antwoord aanwijzingen uit beide bronnen.
2
Bron 1
Landgoed van een rijke Romein, ergens op het platteland van Italië.

Bron 2
Deze tekening laat zien hoe bijna alle mensen tussen 500 en 1000 n.C. in West-Europa leefden: als boeren in kleine dorpjes op het platteland.

Slide 14 - Tekstslide

Het Domein
In de middeleeuwen is bijna iedereen een boer
Boeren werken op het land, maar dat is vaak niet van hen
Dit is vaak van een rijke heer of van een klooster
Dit gebied van de domeinheer wordt het domein genoemd

Slide 15 - Tekstslide

De horige
De boeren op het domein zijn geen slaven, maar ook niet vrij
De minst vrije boeren zijn lijfeigenen, knechten van de heer
Ook zijn er halfvrije boeren, die noemen we horigen
Die hebben een eigen boerderij, maar geen eigen land
Komt van het oude woord "ghehorich" wat gehoorzamen betekent. Horigen waren dus gehoorzaam (aan de heer)

Slide 16 - Tekstslide

Waarom horige worden?
De boeren kiezen er vaak voor om horige te worden
Dit doen ze omdat het een onveilige en arme  tijd is
De heer kan de boeren beschermen
In ruil daarvoor doen ze klusjes voor de heer: herendiensten
Hij heeft wapens en een burcht (kasteel)

Slide 17 - Tekstslide

Wat is geen reden om horige te worden?
A
Veel mensen hebben geen eigen land
B
Veel criminelen vluchten van de heer
C
Veel mensen lijden honger
D
Veel mensen zijn onveilig

Slide 18 - Quizvraag

Het hofstelsel
Het domein wordt soms ook wel het hof genoemd
De horigen werken dus op het hof van de heer
In ruil daarvoor geeft de heer bescherming op het hof
Deze afspraak noemen we het hofstelsel
Alles draait om de hoeve (boerdrij) van de heer, ook wel hof genoemd

Slide 19 - Tekstslide

Hofstelsel
Boeren

Slide 20 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Boeren

Slide 21 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
Boeren

Slide 22 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
Boeren

Slide 23 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 24 - Tekstslide

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 25 - Tekstslide

Filmpje
Horigen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 28 - Tekstslide