Naamvallen

Naamvallen!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Naamvallen!

Slide 1 - Tekstslide

Koppel het zinsdeel aan de juiste naamval.
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1e
3e
4e

Slide 2 - Sleepvraag

Welke voorzetsels krijgen de 3e naamval (Dativ)?

Slide 3 - Open vraag

Welke voorzetsels krijgen de 4e naamval (Akkusativ)?

Slide 4 - Open vraag

Voorzetsel
Functie
1e
Nominativ
3e
Dativ
4e
Akkusativ
  • durch, für, gegen, ohne, um
  • Wie+pv?=
  • Wie+pv+o?=
  • aan/voor wie+pv+o?=
  • aus, bei, mit, nach, seit, von, zu

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan
1. BOX:  d.... = DER groep/ ein of bez.vnw = ein groep
2. KOLOM: geslacht van zelfstandig naamwoord
3. RIJ: 1e/3e of 4e NV  

Slide 6 - Tekstslide

Und jetzt:
üben, üben, üben....

Slide 7 - Tekstslide

1. Er hat sein______ Mutter (v) ein_____ Computer (m) gegeben.

Slide 8 - Open vraag

2. D_____ Mann (m) hat sein_____ Freund (m) ein_____ Karte (v) geschickt.

Slide 9 - Open vraag

4. Ohne mein____ Vater (m) gehe ich nicht dahin!

Slide 10 - Open vraag

5. Kennst du ihr_____ Bruder (m)?

Slide 11 - Open vraag

6. Stephan hat d_____ Junge (m) und d____ Mädchen (o) gesehen.

Slide 12 - Open vraag

7. Fahren wir heute zu dein_____ Mutter (v)?

Slide 13 - Open vraag

8. Gestern hat d____ Frau (v) d_____ Mann (m) noch ein_____ Geschenk (o) gegeben.

Slide 14 - Open vraag

9. Aus d___Buch (o) hat d____Lehrer (m) für d___Schüler (mv) Informationen gehollt.

Slide 15 - Open vraag

10. D.... Kellner (m) gibt d...Kunde (m) ein.....Speisekarte (v)

Slide 16 - Open vraag

11. Wo bleibt ihr....Schwester (v)?

Slide 17 - Open vraag

12. Bei dein....Tante (v) fühle ich mich immer wohl.

Slide 18 - Open vraag