Toename en afname met procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Toename en afname met procetnen

Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 34,5%?

1. 3,45
2. 0,345
3. 0,0345
4. 34,5

Geef de vermenigvuldigingsfactor van 6,75%

Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 117,5%?

1. 0,1175
2. 1,175
3. 11,75

Doel van deze les:

Aan het einde van de les kan ik uitrekenen wat ik moet betalen voor iets wat ik in de uitverkoop koop

Toename in procenten

• Op 1 januari worden de prijs van een t-shirt met 3% verhoogd. Voor 1 januari kostte het shirt €12,50. Wat is de nieuwe prijs?

• Hoe kun je dit snel berekenen?

Uitwerking

• Ga uit van de oude prijs. Dit is altijd 100%
• De nieuwe prijs is 3% hoger, dus de nieuwe prijs is
  100% + 3% = 103%.
• De vermenigvuldigingsfactor bij 103% is 1,03.
• De nieuwe prijs bereken je met:
  nieuwe prijs = vermenigvuldigingsfactor x oude prijs
• Dus: nieuwe prijs = 1,03 x €12,50 = €12,88
  

Een broek kost eerst €25,-. De prijs wordt met 4% verhoogd. De nieuwe prijs is €26,50

1. Juist
2. Onjuist

Een jas kost €69,-. Er komt een prijsverhoging van 6%. Wat is de nieuwe prijs van de jas?

1. €75,-
2. €73,14
3. €64,86
4. €73,-

Afname in procenten

• Een kledingwinkel heeft uitverkoop. Op elk artikel krijg je 15% korting. Normaal kost het shirt €12,50. Wat is de nieuwe prijs?
  
  
• Hoe bereken je dit?

Uitwerking

• Ga uit van de oude prijs. Dit is altijd 100%
• De nieuwe prijs is 15% lager, dus de nieuwe prijs is
  100% - 15% = 85%.
• De vermenigvuldigingsfactor bij 85% is 0,85
• De nieuwe prijs bereken je (weer) met:
  nieuwe prijs = vermenigvuldigingsfactor x oude prijs
• Dus: nieuwe prijs = 0,85 x €12,50 = €10,63
  

Je krijgt 17% korting op een shirt dat normaal €27,50 kost. Je wilt uitrekenen wat je moet betalen. Hoe bereken je dat?

1. 1,17 x 27,50
2. 27,50 - 1,17
3. 0,83 x 27,50
4. 27,50 - 0,83

Je koopt schoenen in de uitverkoop. Normaal kosten ze €35,-. Je krijgt 7% korting. Wat moet je betalen?

1. €28,-
2. €37,45
3. €30,-
4. €32,55

Aan het werk

Maak de opdrachten van de taak van week 2.

Schrijf steeds je berekening in je schrift en kijk je werk goed na.