In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Starthouding
Tekstboek
werkboek
begrippenlijst
laptop
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
het doel van reductiedeling (meiose) beschrijven
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen meiose en mitose
je kunt in een afbeelding de begrippen: reductiedeling, eicel, zaadcel, bevruchte eicel, gewone celdeling (mitose) en bevruchting aangeven
Je kunt aangeven door welke deling een zaadcel en eicel ontstaan
je kunt uitleggen dat in een lichaamscellen de chromosomen in paren liggen en in een geslachtscel (zaadcel/eicel) enkelvoudig.
je kunt het verband uitleggen tussen de hoeveelheid chromosomen in de bevruchte eicel en de lichaamscellen van een organisme
Slide 2 - Tekstslide
maakwerk
Maken basisstof 3 reductiedeling
opdrachten 11, 12 en 13: kennis opdracht
als je klaar bent
opdrachten 14 en 15: toepassing en inzicht
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Geslachtscel en Lichaamscel
Je kan het verschil noemen tussen een lichaamscel en een geslachtscel
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
0
Slide 7 - Video
Meiose
Slide 8 - Tekstslide
0
Slide 9 - Video
zelfstandig werken
Maken basisstof 3 reductiedeling
opdrachten 11, 12 en 13: kennis opdracht
als je klaar bent
opdrachten 14 en 15: toepassing en inzicht
timer
10:00
Slide 10 - Tekstslide
Gewone celdeling heet ook wel: A) mitose B)meiose
A
mitose
B
meiose
Slide 11 - Quizvraag
Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose A) Mitose B) meiose
A
Mitose
B
Meiose
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A) Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt. B) Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt.
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt
Slide 13 - Quizvraag
Door welke celdeling is de eicel ontstaan? A) mitose B) Meiose C) Gewone celdeling
A
Mitose
B
Meiose
C
Gewone celdeling
Slide 14 - Quizvraag
Voortplanting waarbij twee geslachtscellen samenkomen, noemen we.....
A
Mitose
B
Meisose
C
Geslachtelijke voortplanting
Slide 15 - Quizvraag
Deze zaadcel bevat 23 chromosomen. Bij welke deling is deze zaadcel ontstaan? A) Mitose B) Meiose
A
Mitose
B
Meiose
Slide 16 - Quizvraag
Waar vindt de mitose plaats in ons lichaam? A) Alleen de huid B) Overal in het lichaam C) overal in het lichaam, niet in eierstok en teelbal. D) In de eierstokken en in de teelballen
A
Alleen in de huid
B
Overal in het lichaam
C
Overal in het lichaam, niet in eierstok en teelbal