Wereldkanjers: Je hoort erbij

• WO
• Lager onderwijs

Wereldkanjers: Je hoort erbij

Activiteit 1

Verkenning thema

Doel van de les

• Praten over onze gevoelens
• Ons nieuwe thema leren kennen 

Tableau Vivant

• = levend schilderij
• Groepjes van  4
• Situatie op kaartje al stilstaand uitbeelden: een schilderij 

Klaar voor? 

Peter Paul Rubens

Peter Paul Rubens

Vlaamse schilder/geboren in Duitsland -> daarna weer naar Antwerpen.

Welke gevoelens herkende je in de schilderijen van je klasgenoten?

Gevoelens

• Welke gevoelens heb jij soms in de klas? Wanneer?
•  Voelt iedereen zich hetzelfde?
• Wat kan je doen als je je zo voelt? 

Werkboek p. 4-5

Activiteit 2

De eerste themaweek

Doel van de les

• Samenwerken met klasgenoten
• Reflecteren over hoe de dag verliep 

Wie ben ik?

• hand  omtrekken met potlood en uitknippen
• dingen over jezelf schrijven in de vingers (hobby's, lievelingskleur, broers/zussen, lievelingseten...)
• versieren!
• naam op de pols schrijven

Wie ben ik? 

Kom je handje vooraan leggen en dan raden we van wie het handje is.

Werkboek p. 6

Activiteit 3

Hiep Hiep Hoera

Doel van de les

• Maanden van het jaar + aantal dagen  
• Maanden koppelen aan seizoenen + volgorde seizoenen
• een uitnodiging van een verjaardag ontdekken

Verjaardagsrij

Ga in de juiste volgorde staan. De kant van het whiteboard is januari en we eindigen bij december aan de deur. 

In welk seizoen zijn we nu?

1. lente
2. zomer
3. winter
4. herfst

Bij welk seizoen hoort de maand oktober?

1. lente
2. zomer
3. winter
4. herfst

Bij welk seizoen hoort de maand januari?

1. lente
2. zomer
3. winter
4. herfst

Hoeveel maanden zijn er in een jaar?

1. 8
2. 10
3. 12
4. 14

Welke maand komt na augustus?

1. november
2. juli
3. juni
4. september

Welke maand komt voor maart?

1. februari
2. januari
3. mei
4. april

Hoeveel dagen telt april?

1. 30
2. 31
3. 29

Hoeveel dagen telt december?

1. 30
2. 31
3. 29

Hoeveel dagen telt februari?

1. 28/29
2. 30
3. 31

TIP: 

Door vuisten te maken en te kijken naar je knokkels, weet je hoeveel dagen elke maand telt. 

Hoeveel dagen telt een jaar?

1. 355/356
2. 365/366

Op welke manieren kan je een datum  noteren? 

Werkboek p. 10 

Activiteit 4

Hoedje op, hoedje af

Doel van de les

- met elkaar leren communiceren

- leren om op een gepaste manier te reageren in bepaalde situaties

Communiceren

Communiceren = boodschap overbrengen

Ook je lichaam verklapt informatie = lichaamstaal

Zender - boodschap - ontvanger

 Elkaar niet begrepen? 

Werkboek p. 15 

De hoeden van Bono

Voorbeeld: De juf is ziek. Daardoor kunnen jullie de leuke knutselopdracht niet doen.

Hoe reageer je met de verschillende hoeden op? 

Werkboek p. 16

Hoe los je een ruzie op?

Stappenplan warm nest

Stappenplan sorry zeggen

Ik - boodschap

Hoe lossen we een ruzie op? 

Input kinderen

Werkboek p. 17

Activiteit 5

Samen spelen

Doel van de les: 

- Samen leren spelen

- Onderzoeken hoe er vroeger gespeeld werd

Werkboek p. 18-19

Spelletjes van andere landen

Activiteit 6

Wie hoort erbij?

Doel van de les: 

• leren dat elke groep zijn eigen gewoontes,  regels en afspraken heeft

RAFA RAFA

• 4 leerlingen gaan uit de klas

Regels in Blauwland

• Iedereen wandelt rond met zijn/haar handen op de rug. In één hand
• hebben de leerlingen een gom. Als je wilt spelen, kijk je iemand in de ogen en stamp je drie keer op de grond.
• Je aanvaardt de uitnodiging door met drie vingers over de rechterbovenarm van de medespeler te aaien.
• Wil je niet spelen? Dan blijf je staan. De uitnodiger draait zich dan meteen om en gaat weg. Niet willen meespelen is in Blauwland normaal.
• Begin je tegelijk te stampen? Dan wordt er niet gespeeld en ga je uit elkaar.
• Als de ander je geaaid heeft, steek je je handen vooruit. De partner raadt in welke hand het geluksteentje niet zit door die hand aan te wijzen.
• Toon in welke hand het geluksteentje zit. Fout geraden? Ga onmiddellijk uit elkaar. Goed geraden? Verwissel het geluksteentje eventueel van hand en steek je handen weer vooruit. Raad je drie keer juist? Dan roep je heel luid ‘Rafa Rafa’. De andere Blauwlanders stoppen met spelen en komen je feliciteren door je met drie vingers aan te raken en zacht ‘Rafa Rafa’ te zeggen. Daarna spelen jullie verder.
• Met elkaar praten is verboden!

Nabespreking

• Hoe gedroegen de 4 leerlingen zich? 
•  Hoe voelden ze zich? 
• Hoe voelde dat voor de inwoners van Blauwland?
• Heb je je ergens al eens onprettig gevoeld? 
• Wat kunnen andere mensen doen om je te helpen?
• Wat kun je doen als je ziet dat iemand zich niet op zijn gemak voelt?

Nabespreking

Wat voor sommige groepen normaal is, kan voor andere groepen heel vreemd zijn. Elke groep heeft zijn eigen gewoontes.

Wat kan je doen om het fijn te maken in de klas? 

Activiteit 7

Kanjers pesten niet

werkboek p. 22

• Lijken deze kinderen gelukkig?

• Merel = de kleinste
• Lacht op foto, maar is vaak verdrietig

Schrijf op 3 post-its van klasgenoten een compliment.

Doel van de les

• Pijnlijke dingen zeggen -> grote gevolgen

• Ookal lijken kinderen/mensen blij langs buiten, toch kunnen ze zich slecht voelen vanbinnen door die woorden.
• Pesten: Wat is het? Wat kun jij daaraan doen? Hoe zorg jij voor een fijne klas? Met die vragen gaan we aan de slag.
  

Brainstorm pijnlijke woorden/acties

Gevolgen pesten

• Schrijf woorden/acties op het mannetje die pijn doen.
• Denk na over wat je al eens hebt meegemaakt.
• Bij elk woord dat je schrijft, maak je een klein scheurtje in het mannetje.

Gevolgen pesten

• Kleef nu plakband op de gescheurde plekken. 

Bespreking

• Wat zie je?
• Ziet het mannetje er nog hetzelfde uit? 
• Ondanks dat er sorry werd gezegd, de andere blijft dit pestgedrag voor altijd meedragen.

Pesten, plagen en ruziemaken

• Pesten =  voortdurend en lang, niet leuk, doet pijn (woorden of fysiek)
• Plagen = kort, niet kwaad bedoeld
• Ruzie maken = conflict, meningsverschil

Stellingen

• Pesten houdt na een tijdje vanzelf op. 
  
• Een keertje ruziemaken is even erg als pesten. 
• Het zijn vaak dezelfde kinderen die gepest worden. (waar)
  
• De gevolgen van pesten zijn niet zo erg. (niet waar)
• Na het plagen blijven vrienden vrienden. (waar)
• Wie pest, wil eigenlijk iemand pijn doen. (waar)
  
• Als plagen zich altijd herhaalt tegen hetzelfde kind, wordt dat eigenlijk
  
• pesten. 

Pesten

• Pesten is niet het probleem van 1 iemand, dat is het probleem van een hele groep.
•  Iedereen van de groep moet zorgen voor een goede sfeer.

Je ziet dat er iemand gepest wordt, wat doe je?

 

• Je grijpt in en komt op voor de gepeste persoon.
  
• Blijf niet gewoon toekijken, de gepeste voelt zich zo eenzaam en je geeft de pester een publiek.
• Met je gezicht laten zien dat je het niet goedkeurt.
• Uitspreken: Dit is niet oké of dit vind ik niet leuk.
• Achteraf het gepeste kind troosten.

Word je zelf gepest?

• Zeg dit tegen je ouders/leerkracht. 
• Zeg STOP! 
• Wandel weg.

Werkboek p. 22

Activiteit 8

Iedereen uniek

Doel van de les

- verschillen en gelijkenissen ontdekken van elkaar

- ontdekken dat iedereen anders is, maar toch uniek

Niemand is zoals jij

• uiterlijke verschillen (grootte, kleur ogen, een bril, haarkleur,..) = zichtbare verschillen

• innerlijke verschillen (lievelingseten, sport, gewoontes,..) = kun je niet zien

Niemand is zoals jij

Stellingen: 

• Ga naar de kant van de deur als je school leuk vindt. 
• Ga op je stoel staan als je rekenen leuk vindt.
• Kruip onder je bank als je thuis een andere taal spreekt.
• Kom naar het bord als je graag gamed. 
• Leg je handen op je hoofd als je honden leuk vindt. 

Nabespreking stellingen

• Deed iedereen hetzelfde?
•  Is dat goed of slecht?

• = Er zijn gelijkenissen en verschillen in de binnen/buitenkant van mensen. Toch is iedereen anders. Het is niet omdat je anders bent, dat dat minder goed is. Iedereen is op zijn manier uniek. 

• Ookal zie je er anders uit, of gedraag je je anders, het geeft je niet het recht om met anderen te lachen. Iedereen is uniek. 

Werkboek p. 23

Activiteit 9

Rak! 

Een gebaar van vriendschap

• Wat maakt jou blij?
•  Heb je al eens iets lief gedaan voor een ander?
• Waarom?
• Hoe voelde dat?

Werkboek p. 24

Doel van de les

• Nadenken over gebaren van vriendschap.
• Ervaren dat je gelukkig kan worden door iemand anders gelukkig te maken.

RAK, wat is het?

Random act of kindness = willekeurige daad van vriendelijkheid

Brainstorm: in groepjes 

RAK in de klas

RAK op school

RAK thuis

RAK in de wereld

Werkboek p. 24

Acties bespreken

Elke ochtend kort vertellen als je een actie uitvoerde.