Klas 1: Je eigen omgeving in beeld

H4: je eigen omgeving in beeld
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H4: je eigen omgeving in beeld

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de woorden:
"Eigen omgeving"?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Programma 


Week 15: Paragraaf 1
Week 16: Paragraaf 2
Week 17: Paragraaf 3
Week 18: Vakantie 
Vanaf week 19: Onderzoek


Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk
Je kunt elke week een keuze maken in hoe je het huiswerk van die week wilt afronden: 

Optie 1: Je maakt je huiswerk in je werkboek of in je online werkboek. 
Optie 2: Je maakt de portfolio opdracht 

Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 1: De inrichting van een wijk
De inrichting van een wijk 

Slide 7 - Tekstslide

Je eigen omgeving
= Het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt. 

Je woont in een wijk. Een wijk is een deel van een dorp of stad, die bestaat uit een aantal straten. 

In een wijk staan huizen, maar er kunnen ook andere voorzieningen zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn voorzieningen?
A
Activiteiten
B
Woningen
C
Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
D
Straten

Slide 9 - Quizvraag

Welke voorzieningen zijn er in jou wijk?

Slide 10 - Woordweb

Zoom in: Soestdijk
Soestdijk is een wijk in Soest. 

1. Hoe is deze wijk ontstaan?
2. Wat voor gebouwen staan er? 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe is Soestdijk ontstaan? 
1900: Een spoorlijn wordt aangelegd. 

Gevolg: Er komen meer mensen wonen.

Gevolg: Er moeten nieuwe woningen worden gebouwd om al die mensen een plek te kunnen geven om te wonen. 
-> Soestdijk ontstaat en Soest groeit!

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor gebouwen komen er? 
Eengezinswoningen: woningen voor 1 gezin. 
Vrijstaande woningen 
twee-onder-een-kapwoningen 
rijtjeswoningen 

Het is allemaal laagbouw: De ingang is op de begane grond. 

Slide 13 - Tekstslide

Soestdijk
De wijk heeft ook voorzieningen: scholen, winkels, cafés, restaurants. 

Soestdijk is een dure wijk: het zijn allemaal koopwoningen
Dit betekent dat de bewoner eigenaar is van de woning. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zoom uit: Soest
Vroeger: 
Klein dorp met boerderijen. 
Nu: 
Woonwijken met flats, eengezinswoningen, bedrijventerreinen.
Flats = hoogbouw, elke verdieping een eigen ingang. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

In Soestdijk zijn meer:
A
Eengezinswoningen
B
Meergezinswoningen

Slide 18 - Quizvraag

Paragraaf 2 - De Kinkerbuurt

Slide 19 - Tekstslide

Noem 3 dingen die je nog weet van paragraaf 1.

Slide 20 - Woordweb

Het ontstaan van de kinkerbuurt
Centrum Amsterdam: grachtenpanden en historisch. 
Daarbuiten: oude woonwijken, zoals de Kinkerbuurt.  Snel gebouwd! 

Waarom? 
- nieuwe inwoners vanwege industrie 
- veel kinderen geboren 

Soorten huizen: Hoge huizen, smalle straten en weinig groen!

Slide 21 - Tekstslide

Vernieuwing in de wijk
De woningen waren slecht en klein gebouwd. De wijk moest worde vernieuwd! 

Opdracht: Zoek in je boek de manieren op waardoor de wijk vernieuwd werd. 
Het zijn er 4 manieren. Vul die in op de volgene dia. 

Slide 22 - Tekstslide

Welke vier manieren werd gebruikt om de wijk op te knappen?

Slide 23 - Open vraag

De kinkerbuurt 
Legenda 

Slide 24 - Tekstslide

Bewoners van de Kinkerbuurt
10.000 inwoners 

Dit neemt toe door twee zaken: 
1. Natuurlijke bevolkingsgroei = geboortes 
2. Verhuizingen 


Slide 25 - Tekstslide

Samenstelling van de wijk

Slide 26 - Tekstslide

Op de vorige dia stond een afbeelding. Wat betekent A Huishoudens? Leg dit diagram uit.

Slide 27 - Open vraag

Paragraaf 3: Stad en platteland

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Het dorp Beesd
Een klein dorp met 3000 inwoners. 
Het ligt niet zover bij Utrecht vandaan. 

Vroeger: Boeren en landbouw
Nu: Weinig boeren, veel mensen die in de stad werken. 
Het ligt op het platteland. Wat zijn kenmerken van het platteland? 

Slide 30 - Tekstslide

Kenmerken van het platteland
- weinig bebouwing 
- veel open ruimte
- veel ruimte voor landbouw, natuur en recreatie 
- weinig voorzieningen: een supermarkt, bakker en slag wel, maar een H&M of een Only is er niet 

Slide 31 - Tekstslide

Verstedelijking rond Utrecht
Dorpen rondom Utrecht zijn gegroeid. Er komen veel woningen bij. Het zijn nu voorsteden van Utrecht. 
Voorbeelden: Nieuwegein, Bilthoven, Zeist. (Zie op het volgende kaartje!) 

De voorsteden groeien omdat mensen uit de stad naar deze plekken verhuizen = suburbanisatie
Voorsteden zijn nu vastgegroeid aan Utrecht, je ziet het verschil amper. Dit noemen we agglomeratie 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Stedelijk gebied
Een gebied waarin allemaal steden zitten die aan elkaar vastgegroeid zijn. 
Voorbeeld: De Randstad
Bestaat uit: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en alle dorpen en steden die ertussen liggen. 
Op het plaatje hiernaast is dit goed te zien aan de zwarte lijntjes.

Slide 34 - Tekstslide

Onderzoek: Jouw ideale stad of dorp

Slide 35 - Tekstslide

Nu:
- verder met je vlog
- blijf online; ik ga jullie in aparte ruimtes zetten.
Maar nog even dit :
Als je weet hoeveel inwoners je wijk heeft en wat ongeveer de oppervlakt m2 is, dan deel je het aantal inwoners door de oppervlakte =bevolkingsdichtheid.
Zelfde door je voor woningdichtheid, maar dan aantal huizen gedeeld door de oppervlakte. 

Slide 36 - Tekstslide