Les 6: Opslaan en kaaskwaliteit

Welkom
Producttechnologie Zuivel
Opslaan en kaaskwaliteit
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Producttechnologie Zuivel
Opslaan en kaaskwaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je:
  • Uitleggen welke processen er plaats vinden tijdens het opslaan van de kaas
  • Uitleggen wat er gebeurd bij de rijping van kazen
  • Uitleggen op welke kwaliteitseisen er worden gesteld aan kaas

Slide 2 - Tekstslide

Opslaan
Tot 15 dagen vanaf de productie moet de kaas bij de fabriek blijven

2 soorten opslag
  • Foliekaas - vacuümverpakt in een doos of kist 5 - 7°C
  • Natuurkaas - natuurpakhuis waarbij temperatuur en RV wordt geregeld

Natuurkaas krijgt 2 behandelingen namelijk keren en coaten

Slide 3 - Tekstslide

Opslaan
  • Temperatuur 12 - 14°C
  • Hoger gaat de rijping sneller en meer kans op schimmel
  • Lager rijping te traag en de kaas kan zijn vocht niet goed kwijt
  • Er moet veel water worden afgevoerd namelijk uit de kaas en de coating
  • Als de drooglucht te vochtig is zal er niet veel water verdampen en kan schimmel gaan groeien
  • Coating -> tegengaan schimmel door netamycine

Slide 4 - Tekstslide

Opslaan
  • Coaten tweemaal en zorgt voor extra gewicht
  • Zoenplekken voorkomen
  • Tijdens de opslag rijpen de kazen

Slide 5 - Tekstslide

Rijpen

Verandering smaak
  • Eiwitsplitsende enzymen - peptiden bittere smaak - zuursel enzymen - afbreken tot zelfs aminozuren deze zijn verantwoordelijk voor de smaak
  • Lipase breekt vetten af waardoor vetzuren ontstaan welke een specifieke smaak geven

Zout verspreidt zich over de hele kaas

Slide 6 - Tekstslide

Rijpen 
Verandering van vochtgehalte
Lager door indrogen en verandering van de eiwitten en vet

Afhankelijk van:
  1. Vochtgehalte van de kaas: hoe hoger des te makkelijker te verdampen
  2. Oppervlakte van de kaas
  3. RV droog
  4. Luchtbeweging
  5. Temperatuur

Slide 7 - Tekstslide

Rijpen 
Verandering pH - wordt 0,2 - 0,4 verhoogd
  • Melkzuur wordt omgezet in niet zure producten
  • Bij afbraak eiwit komen afbraakproducten vrij die melkzuur neutraliseren

Slide 8 - Tekstslide

Kaaskwaliteit
Vorm

Korst
  • Dikke korst is niet gewenst vanwege vocht
  • Dunne korst is niet gewenst vanwege beschadigingen

Geur en smaak

Slide 9 - Tekstslide

Kaaskwaliteit
Consistentie
  • Stevigheid (hard - zacht) en samenhang (veel - lang of taai) (weinig - kort of bros)
  • Bepalen door middel van kauwen of met je vingers
  • Afhankelijk van vochtgehalte, vetgehalte, zoutgehalte en pH
  1. pH < 5 weinig samenhang
  2. pH > 5 meer samenhang

Slide 10 - Tekstslide

Kaaskwaliteit
Openingen in de kaas
  • Een kaas met een aantal ronde gladde openingen ter grootte van een erwt en gelijkmatig verdeeld. Gaten ontstaan door gasvorming van zuursel.

Slide 11 - Tekstslide