Herhaling les 22-24_deel 2

Les 22 t/m 24 - herhaling
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChineesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 22 t/m 24 - herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Toetsweek (do. 15-04): les 22-24
Wat leren?
  • Woorden les 22-24 karakters-Nederlands én Nederlands-karakters
       ◦ Extra woorden alleen karakters-Nederlands
       ◦ De rest moet je dus in karakters kunnen schrijven!
  • Grammatica les 22-24
  • Herhaal woorden uit de vorige hoofdstukken

Slide 2 - Tekstslide

Toetsweek (do. 15-04): les 22-24
Hoe leren?
  • Je boek: woordenlijsten, dialogen, grammatica uitleg, praktische zinnen
  • Quizlet: random, blind oefenen, zelf schrijven, woordjes vorige lessen
  • Presentaties met uitleg op Classroom
  • Herhalingstoets op Classroom

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent 怎么卖?
A
Welke kleur heeft het?
B
Mag ik het passen?
C
Hoeveel kost het?
D
Welke maat is het?

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: De schoenen zijn een beetje klein.
A
鞋子小一点儿。
B
鞋子有一点儿小。

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal: Geef het me wat goedkoper!
A
给我有一点儿便宜!
B
给我便宜一点儿!

Slide 6 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je 又...又...?
A
Voor een vergelijking
B
Voor een vraag
C
Voor een suggestie
D
Voor een opsomming

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Sleepvraag

我   明天   想   去   学校。
跟你

Slide 9 - Sleepvraag

下课 betekent:
A
beginnen met de les
B
klaar zijn met de les

Slide 10 - Quizvraag

上课 betekent:
A
beginnen met de les
B
klaar zijn met de les

Slide 11 - Quizvraag

历史
生物学
地理
数学
英文

Slide 12 - Sleepvraag

Karakterkwartier
Oefen de karakters van les 22 t/m 24
  • Echt zelf schrijven
  • 'Blind' oefenen
  • Hierna zinnen vertalen
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Vertaal naar karakters
  1. Ik ben om 2 uur klaar met de les.
  2. Hoe laat beginnen we met de Engelse les?
  3. Ik wil met jou kleding kopen.
  4. Heb je nog andere truien?
  5. De broek is een beetje klein.
  6. Welke maat draag je? 
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide



  1. Ik ben om 2 uur klaar met de les.
  2. Hoe laat beginnen we met de Engelse les?
  3. Ik wil met jou kleding kopen.
  4. Heb je nog andere truien?
  5. Deze broek is een beetje klein.
  6. Welke maat draag je? 


  1. 我两点(钟)下课。
  2. 我们几点上英文课?
  3. 我想跟你买衣服。
  4. 你还有别的毛衣吗?
  5. 这条裤子有一点儿小。
  6. 你穿几号?

Slide 15 - Tekstslide