5H Economie par. 13.2 en 13.5

Orden de politieke partijen op belang collectieve sector.
Begin bij grootste belang
CDA
SP
PvdA
VVD
1 / 27
volgende
Slide 1: Sleepvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Orden de politieke partijen op belang collectieve sector.
Begin bij grootste belang
CDA
SP
PvdA
VVD

Slide 1 - Sleepvraag

Orden de landen op belang collectieve sector.
Begin bij grootste belang
Nederland
VS
Noord Korea
Zweden

Slide 2 - Sleepvraag

Overheidsingrijpen
De prijs die op de markt tot stand komt, kan door de overheid als te hoog of te laag worden beoordeeld

- te hoog, waardoor consumenten (te) veel moeten betalen

- te laag, waardoor producenten (te) weinig verdienen

Slide 3 - Tekstslide

Een minimumprijs betekent dat de prijs niet ... een bepaalde waarde mag komen
A
onder
B
boven

Slide 4 - Quizvraag

Een maximumprijs dient ter bescherming van de ...
A
consument
B
producent

Slide 5 - Quizvraag

Minimumprijs <---------------------------> Maximumprijs
- ter bescherming producent             ter bescherming consument
- leidt tot aanbodoverschot                       leidt tot vraagoverschot
- overheid moet overschot opkopen     overheid moet distributie
                                                                                   regelen, anders zwarte                                              markt

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ligt de maximumprijs boven of onder de evenwichtsprijs?
A
BOVEN
B
ONDER

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ontstaat er door het instellen van de maximumprijs een vraagoverschot of aanbodoverschot?
A
vraagoverschot
B
aanbodoverschot

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bereken bij een maximumprijs van €7 de grootte van het vraagoverschot. qa en qv x 1.000 stuks
qa= 0,5P -1 en qv= -0,4P + 7; alleen getal noteren

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Minimumprijs
De EU heeft voor een aantal landbouwproducten een minimum- of garantieprijs ingesteld. 
De EU garandeert een bepaalde minimumprijs voor producten. 

Slide 16 - Tekstslide

Bij een minimumprijs mag de prijs niet ... (1) een bepaalde waarde komen.
De minimumprijs dient ter bescherming van de
... (2)
A
1 onder 2 consumenten
B
1 onder 2 producenten
C
1 boven 2 consumenten
D
1 boven 2 producenten

Slide 17 - Quizvraag

De minimumprijs ligt ... (1) de evenwichtsprijs.
Bij een minimumprijs ontstaat een ...(2)
A
1 onder 2 aanbodoverschot
B
1 onder 2 vraagoverschot
C
1 boven 2 aanbodoverschot
D
1 boven 2 vraagoverschot

Slide 18 - Quizvraag

Een minimumprijs ligt 
boven de evenwichtsprijs.

Bij een minimumprijs is het 
aanbod groter
dan de vraag, 
zodat er een aanbodoverschot 
ontstaat.  

Dit wordt vaak opgekocht door de overheid.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Bereken de kosten van het opkopen van het aanbodoverschot voor de overheid bij een minimumprijs van € 300,-
qv = -p + 500, qa = 2p - 250
alleen getal noteren, geen € en geen .

Slide 23 - Open vraag

Er wordt een prijs van 300 ingesteld.
Er ontstaat een aanbodoverschot:
qa = 2 x 300 – 250 = 350
qv = - 300 + 500 = 200

De overheid koopt het 
overschot op.
Dit kost:
150 x 300 = € 45.000


Slide 24 - Tekstslide

Minimumprijzen
Opkoopregeling overheid leidt tot 
- kosten overheid
- milieuvervuiling ( melkplas, boterberg )
- geen prikkel tot innovatie
Wat is nodig voor de toekomst
- quoteringsregeling
- afbouw steun?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hw.
Huiswerkopgaven 6 en 7

Slide 27 - Tekstslide