3.5 klas 2 basis

Welkom B2A!!!
Staat je telefoon op stil in de telefoontas?



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom B2A!!!
Staat je telefoon op stil in de telefoontas?



Slide 1 - Tekstslide

Programma van vandaag
  • Samen lezen
  • Uitleg 3.5
  • Aan de slag!
  • Herhaling voltooid deelwoord
  • Blooket
  • Documentaire - moeilijke woorden

Slide 2 - Tekstslide

We starten met lezen...
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Nederlands 
3.5 basis
- Je herhaalt wat afleidingen zijn.
- Je kunt afleidingen spellen. 
- Je herhaalt 'moeilijke woorden' uit de woordenlijst. 


Slide 4 - Tekstslide

Noem een aantal
landen op die je kent...
Deze komen later terug.

Slide 5 - Woordweb

Wat is een afleiding?

Slide 6 - Woordweb

Theorie

Slide 7 - Tekstslide

Hoe schrijf je de juiste afleiding
in de volgende zin?
De.......(Duitsland).......... overheid

Slide 8 - Open vraag

Hoe schrijf je de juiste afleiding
in de volgende zin?
De........(Frankrijk)........croissantjes

Slide 9 - Open vraag

Hoe schrijf je de juiste afleiding
in de volgende zin?
De......(Rusland).......oorlog

Slide 10 - Open vraag

Hoe schrijf je de juiste afleiding
in de volgende zin?
De......(Nijmegen)......Vierdaagse

Slide 11 - Open vraag

Hoe schrijf je de juiste afleiding
in de volgende zin?
De........(Amsterdam).......voetbalclub

Slide 12 - Open vraag

Hoe schrijf je de juiste afleiding
in de volgende zin?
De..........(Zweden)............Ikea

Slide 13 - Open vraag

Met een (.......................)
op zijn gezicht gaf hij mij de tas met stinkende kleren.
A
grijns
B
reflex
C
commentaar
D
concentratie

Slide 14 - Quizvraag

In een (...................)
trok ik mijn been op toen die auto tegen mijn fiets botste.
A
grijns
B
reflex
C
commentaar
D
concentratie

Slide 15 - Quizvraag

Bij talentenjachten is er altijd een jury die het optreden van de deelnemers voorziet van (................).

A
grijns
B
reflex
C
commentaar
D
concentratie

Slide 16 - Quizvraag

In diepe (...................)
bereidt de zanger zich voor op zijn optreden.
A
grijns
B
commentaar
C
concentratie
D
reflex

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak van paragraaf 3.5 opd. 1 t/m 16
(9, 12, 13, 14 niet)

Slide 18 - Tekstslide

Hoe herken je een voltooid deelwoord in de zin? 
1. Er staan ALTIJD twee werkwoorden in een zin. 
 
Het hulpwerkwoord is altijd: zijn, hebben of worden.

2. Begint vaak met ge, be, ont, ver, her
Ik HEB GEwerkt 

Ik BEN te laat GEkomen

Hij WERD netjes ONTvangen 





Slide 19 - Tekstslide

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord? SIMPEL!
1. Je maakt het woord langer. 
Bijvoorbeeld: gemaakt/gemaakd?   maakte of maakde?
Dus gemaak___

2. Hoor je het niet? Gebruik het TaXiKoFSCHiP. 
- haal -en van het werkwoord af                         maken  
- kijk naar de laatste letter 
-  zit die laatste letter in het Taxikofschip?  Schrijf een T       Dus: gemaakT
-  zit die laatste letter niet in het Taxikofschip?  Schrijf een D

3. Is het een sterk werkwoord, bijvoorbeeld 'slapen' - verandert het helemaal -> geslapen

Slide 20 - Tekstslide