Quiz theater

Quiz theater
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz theater

Slide 1 - Tekstslide

Ronde 1: waar kijk ik naar?
In deze ronde krijgen jullie voorbeelden te zien van theatervoorstellingen en jullie moeten deze verbinden met het juiste theatergenre.

Slide 2 - Tekstslide

Theater 1:
A
Jeugdtheater
B
Komedie
C
Muziektheater
D
Tragedie

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 2:
A
Komedie
B
Opera
C
Tragedie
D
Muziektheater

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 3: "Vast"
A
Musical
B
Muziektheater
C
Komedie
D
Danstheater

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 4: "Zadelpijn"
A
Tragedie
B
Muziektheater
C
Danstheater
D
Komedie

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 5: "Belgian rules"
A
Danstheater
B
Komedie
C
Stand-upcomedy
D
Muziektheater

Slide 7 - Quizvraag

Ronde 2: te zijn of niet te zijn?
In deze ronde krijgen jullie vragen over theatermedewerkers

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 6: Deze persoon schrijft de theatertekst
A
Dramaturg
B
Auteur
C
Schrijver
D
Acteur

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 7: Wat is een dramaturg?
A
De artistieke adviseur van een theatergezelschap.
B
De persoon die zegt hoe een acteur moet acteren.
C
De ontwerper van de dansbewegingen.
D
De persoon die voor drama zorgt tijdens de repetities.

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 8: Wie zijn verantwoordelijk voor de make-up en de kapsels?
A
De kappers
B
De grimeteam
C
De dramaturg
D
De acteurs zelf

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 9: Welke taak is NIET van de regisseur?
A
Ontwerpen van beeld, geluid en licht.
B
Het begeleiden van het toneel.
C
De eindverantwoordelijke van het theaterstuk.
D
Samenstellen van het repertoire.

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 10: Wat doet de scenograaf?
A
Berichten versturen en ontvangen.
B
Hij houdt zich bezig met licht en geluid.
C
Ontwerpt het decor.
D
Hij schrijft de theatertekst.

Slide 13 - Quizvraag