1. Voorstellingsanalyse TL

Voorstellingsanalyse






Theaterles Stad & Esch
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TheaterMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorstellingsanalyse






Theaterles Stad & Esch

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel & planning
Lesduur: 1 lesuur
Leerdoel: je weet hoe je een voorstellingsanalyse moet maken op basis van beschrijven, analyseren en interpreteren.

Planning:
  1. Uitleg
  2. Voorstellingsanalyse maken

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfopdracht 1
  • Beschrijf wat je hebt gezien in de voorstelling.

  • Denk aan: vorm, speelstijl, decor, kostuums, verhaal, thema, tekst, acts, etc.

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfopdracht 2
  • Beschrijf je interpretatie

  • Denk aan de samenhang: thema of boodschap voor publiek, waar zag je aan dat dit de boodschap was? Geef voorbeelden.

Slide 4 - Tekstslide

Schrijfopdracht 3
  • Beschrijf je mening

  • Wat vond jij van het stuk? Wat raakte je, wat vond je minder goed?
    Ga alle onderdelen van de voorstelling langs. Vond jij het stuk een aanrader of niet en waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Voorstellingsanalyse
  • Een voorstelling gezien? Top!

  • Een analyse bestaat uit:
    - Beschrijven (vorm, verhaal, functie context)
    - Analyseren (samenhang)
    - Interpreteren (betekenis)

Slide 6 - Tekstslide

Hoe doe je dat, beschouwen?
  • Beschrijven: acteurs, spel, verhaalelementen, toneelbeeld.
    Wat zie je?

  • Analyse: (regie)concept, vormgeving, enscenering
    Wat is de samenhang?

  • Interpreteren: verhaal, onderwerp, thema, boodschap, visie
    Wat is de betekenis?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Theaterspel
  • Lichaam van acteur: mimiek, gebaren, bewegingen, lichaamshouding, handeling


  • Stemgebruik: volume, accent, klankkleur, intonatie, klemtoon, timing, emotie


  • Mise-en-scène: plaatsing acteurs in speelvlak, blikrichting, beweging personages t.o.v. elkaar en speelvlak


  • Speelstijl: melodrama (soap), realisme, absurdisme, slapstick, episch

Slide 9 - Tekstslide

Theatervormgeving
  • Decor: toneeltoerusting, plaats van handeling, projecties.
  • Kostuum: karakter, personage, stijl, sfeer
  • Grime en haarstyling: schmink, pruiken, littekens
  • Rekwisieten: voorwerpen, meubilair.
  • Attributen: rekwisiet voor rol of personage
  • Muziek: direct, indirect, sfeer, emotie
  • Geluid: geluidseffecten, geluidsdecor/soundscape
  • Tekst: monoloog, dialoog, voice-over, improvisatie
  • Enscenering: keuzes over spel van acteurs
  • Toneelbeeld: alles wat je op het toneel ziet op een bepaald moment. melodrama (soap), realisme, absurdisme, slapstick, episch

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Tip: gebruik het format in je studiewijzer!

Slide 12 - Tekstslide