3M - Voorbereiding Toets H5

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waar vind je de arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een bepaalde bedrijfstak?
A
Arbeidsovereenkomst
B
CAO

Slide 4 - Quizvraag

Welke onderdelen zijn voorbeelden van arbeidsvoorwaarden? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Wat voor werk je doet
B
Hoeveel uur je per week werkt
C
Hoeveel loon je krijgt
D
Hoeveel vakantiedagen je hebt

Slide 5 - Quizvraag

Wie komen op voor de belangen van werknemers?

Slide 6 - Open vraag

Wat klopt NIET met betrekking tot de proeftijd?
A
De werknemer mag op elk moment de arbeids-overeenkomst beëindigen
B
De werkgever mag op elk moment de arbeids-overeenkomst beëindigen
C
Bij tijdelijk werk van een half jaar of korter is een proeftijd ook toegestaan
D
Een proeftijd is om te kijken of het zowel de werkgever als werknemer bevalt

Slide 7 - Quizvraag

Juist
Onjuist
Een tijdelijke baan is een baan voor onbepaalde tijd
De werkgever moet bij ontslag altijd een vergoeding betalen
Werken via een uitzendbureau valt onder een "flexibele baan"
Bij een ontslag op staande voet gaat het ontslag een week later in

Slide 8 - Sleepvraag

Kijk naar de regels uit de arbeidstijdenwet op bladzijde 135 van je boek. Anna wil 3 schooldagen 2 uur werken en op zaterdag 8 uur. Mag dit?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Het minimumloon per maand is € 1.347,85 voor een 20-jarige. Louise (20) verdient 10% meer dan het minimumloon. Hoeveel euro verdient zij per jaar?

Slide 10 - Open vraag

Bert verdient een brutoloon van € 1.850 per maand. Daarvan wordt € 195 belasting ingehouden. De sociale premies zijn 6,9% van zijn brutoloon. Hoeveel nettoloon ontvangt Bert per jaar, afgerond op hele euro’s?

Slide 11 - Open vraag

Eenmanszaak
VOF
BV
NV
Iedereen kan aandelen kopen
Aandeel-houders zijn eigenaar
Één persoon is de eigenaar
De eigenaren noemen we vennoten
Je loopt risico met je privégeld

Slide 12 - Sleepvraag

Kijk naar het organigram op bladzijde 138 van je boek. Welke functie heeft de secretaresse?
A
Leidinggevend
B
Uitvoerend
C
Ondersteunend

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de arbeidsmarkt?

Slide 14 - Open vraag

Noem een voordeel en een nadeel van zwart werk.

Slide 15 - Open vraag

In een land zijn 220.000 werklozen. Dat is 4% van de beroepsbevolking. Daarnaast zijn er 125.000 vacatures. Hoe groot is de beroepsbevolking? En de werkgelegenheid?

Slide 16 - Open vraag

Wanneer daalt de koopkracht? Er zijn meerdere antwoorden juist.
A
Als de BTW hoger wordt
B
Als mensen meer loonbelasting betalen
C
Als mensen minder sociale premies betalen
D
Als de prijzen stijgen

Slide 17 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Frictie-werkloosheid
Seizoen-werkloosheid
Regionale werkloosheid
Tussen twee banen
Bepaald deel van het jaar
In bepaalde gebieden
Door een daling in koopkracht
Door technologie
Door een opleiding die niet geschikt is

Slide 18 - Sleepvraag

Aan welke voorwaarde hoef je NIET te voldoen voor een WW-uitkering?
A
Buiten je schuld werkloos zijn geworden
B
Beschikbaar zijn voor betaald werk
C
Ingeschreven staan als werkzoekende bij het UWV
D
Maximaal € 2.750 bruto per maand hebben verdiend

Slide 19 - Quizvraag

Gebruik de informatie onderaan bladzijde 155 van je boek. Johanna is werkloos geworden. Toen ze nog werkte, verdiende ze € 2.234 bruto per maand. Bereken hoeveel euro Johanna het eerste half jaar van haar werkloosheid aan WW kreeg.

Slide 20 - Open vraag