wetenschappelijke notatie

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie 
voor grote en kleine getallen.
  • Schrijf het getal als een macht van 10.
  • Er staat maar één cijfer vóór de komma.
  • Er staat altijd: getal x 10a (a = het aantal keer dat 10 voorkomt)

Slide 4 - Tekstslide

Grote getallen.
Bekijk de volgende video die uitlegt hoe je héél grote getallen korter kunt schrijven. (Wetenschappelijke notatie)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Kleine getallen
Bekijk de volgende video die uitlegt hoe je zéér kleine getallen korter kunt schrijven. (Wetenschappelijke notatieé

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Match de getallen met de macht van 10
500
50 miljard
50 000
500 miljoen
5 x 102
5 x 108
5 x 104
5 x 1010

Slide 9 - Sleepvraag

Welke getallen zijn geen wetenschappelijke notatie?
A
3,4108
B
0,9104
C
2105
D
12105

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf in wetenschappelijke notatie
735 x 10³
A
735000
B
73,5 x 10²
C
7,35 X 10⁵
D
735

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf het volgende getal voluit:
23,6 miljard
A
23.600.000
B
236.000.000
C
23.600.000.000
D
236.000.000.000

Slide 12 - Quizvraag

In de plaats Candi wonen 1,2 miljoen mensen. Hoe schrijf je dit getal voluit?
A
120.000
B
120.000.000
C
1.200.000.000
D
1.200.000

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf onderstaande wetenschappelijke notatie voluit
3,56105
A
35 600 000
B
356 000
C
3 560 000
D
35 600

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf onderstaande wetenschappelijke notatie voluit.


3,45104
A
34500
B
0,0045
C
0,000345
D
0.0000345

Slide 15 - Quizvraag

De wetenschappelijke notatie van
0,02569 is
(^ = tot de macht)
A
2,5 x 10^3
B
2,569 x 10^-2
C
25,69 x 10^-3
D
25,69 x 10^3

Slide 16 - Quizvraag


2,9 x 1012  = ....... 
A
29 000 000 000 000
B
2,900000000000
C
290 000 000 000
D
2 900 000 000 000

Slide 17 - Quizvraag


2,9 x 105  = ....... 
A
2 900 000
B
2,90000
C
290 000
D
0,290000

Slide 18 - Quizvraag


6,81 x 106  = ....... 
A
6,810000
B
68,0001
C
681 000 000
D
6 810 000

Slide 19 - Quizvraag


1,75 x 109  = ....... 
A
0,1750000000
B
1 750 000 000
C
175 000 000 000
D
175 000 000

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide