NU Nederlands GRAM 4 / LEZ1 en LEZ2 (voorkennis)

Hoe voel je je vandaag?
0100
1 / 21
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe voel je je vandaag?
0100

Slide 1 - Poll

Vandaag
  1. Wat weten we nog van LEZ1 en LEZ2
  2. Gram4 Bijvoeglijk naamwoord. 
  3. -e of -en

Slide 2 - Tekstslide

LEZ1 en LEZ2

Slide 3 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld van een ...
A
tekstsoort
B
tekstdoel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
instrueren
D
reclameren

Slide 5 - Quizvraag

Maak een informerende zin met een stuk gereedschap uit de gereedschapskist.

Slide 6 - Open vraag

De signaalwoorden: ten eerste, ten tweede en tenslotte kom je tegen in ...
A
informatieve teksten
B
overtuigende teksten
C
instructieve teksten
D
amuserende teksten

Slide 7 - Quizvraag

Een mening onderbouwen met argumenten doe je in een ..
A
instructieve tekst
B
overtuigende tekst
C
instruerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 8 - Quizvraag

Welk kenmerk hoort niet bij een feit?
A
objectief of subjectie
B
controleerbaar
C
Moet getoetst kunnen worden.
D
Moet wetenschappelijk bewezen zijn.

Slide 9 - Quizvraag

Plaats een afbeelding van pictogram

Slide 10 - Open vraag

overtuigen

amuseren

informeren
instrueren

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is het onderwerp van een tekst
A
de titel van de tekst
B
waar de tekst over gaat in max. 3 woorden.
C
kortste samenvatting van een tekst.
D
staat voor de persoonsvorm.

Slide 12 - Quizvraag

Denk jij dat je inmiddels genoeg weet over tekstsoorten en tekstdoelen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Nieuw onderdeel (hier heb je je camera van je telefoon/laptop nodig)

Slide 14 - Tekstslide

Maak een foto van een item in de ruimte waarin een bijvoeglijk naamwoord te zien is. (5 min)

Slide 15 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in dit plaatje?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in dit plaatje?

Slide 17 - Open vraag

Welke zin is goed geschreven?
A
De verbrande vingers
B
De verbrandde vingers
C
De verbrandden vingers
D
De verbranden vingens

Slide 18 - Quizvraag

Verder voor N4

Slide 19 - Tekstslide

-e of -en
Jan en Rachid lopen nog buiten. Zij zijn de enigen die nog op straat zijn. 
Jan en Rachid zijn de enige die nog buiten zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

-e of -en
  • De kippen zitten op stok. Alle hebben vandaag een ei gelegd. 
  • Alle kippen die een ei hebben gelegd, zitten al op stok. 

Slide 21 - Tekstslide