V5- 1.8- Globalisering na 1980

Programma:

1.1 Krimpende wereld
1.2 Transport
1.3 De eeuw van informatie
1.4 Globalisering: economisch bekeken
1.5 Globalisering: politiek bekeken
1.6 Globalisering: cultureel bekeken
1.7: Globalisering: tot 1980
1.8: Globalisering: ontwikkelingen na 1980
1.9: Globalisering: een blik in de toekomst



H1. Wereld Globalisering
Planning:
- Herhalen en vragen over 1.7 globalisering tot 1980
- Uitleg 1.8: globalisering na 1980
- werkboekopgaven van 1.8: 1, 3, 4
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma:

1.1 Krimpende wereld
1.2 Transport
1.3 De eeuw van informatie
1.4 Globalisering: economisch bekeken
1.5 Globalisering: politiek bekeken
1.6 Globalisering: cultureel bekeken
1.7: Globalisering: tot 1980
1.8: Globalisering: ontwikkelingen na 1980
1.9: Globalisering: een blik in de toekomst



H1. Wereld Globalisering
Planning:
- Herhalen en vragen over 1.7 globalisering tot 1980
- Uitleg 1.8: globalisering na 1980
- werkboekopgaven van 1.8: 1, 3, 4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen §1.7
  • Welke rol hebben hegemoniale staten in de globalisering van de wereld vanaf de koloniale tijd gespeeld?
  • Welk verband bestaat er tussen het centrum-periferiemodel en de erfenis van het koloniale verleden?

Slide 2 - Tekstslide

Welke voorbeelden van europeanisering in koloniale gebieden kun je benoemen?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het doel van een exploitatiekolonie?

Slide 4 - Woordweb

Van kolonialisme naar globalisering
Kolonialisme tot ong. 1660 kende 2 typen kolonies:
- Exploitatiekolonie
Een exploitatiekolonie leverde grondstoffen en werd later ook afzetmarkt voor producten uit het moederland.
--> Ghana, Brazilie, Suriname --> periferie

- Vestigingskolonie
Een vestigingskolonie werd door kolonisten gezien als nieuw vaderland.
--> VS / Australië --> Centrum

(exploiteren: iets beheren zodat er geld wordt verdiend)
Na dekolonisatie blijft deze verhouding bestaan!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is imperialisme?

Slide 6 - Woordweb

Industrieel kolonialisme
(1800 - 1950)
Het industrieel kolonialisme (oftewel imperialisme) is de fase waarin Europese moederlanden koloniën stichtten die ze zelf bestuurden, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen.

Slide 7 - Tekstslide

De VS als opkomende wereldmacht door...

  • Afloop WOII; Europa verwoest
  • Dekolonisatie; Europese grootmachten verliezen hun invloed in de wereld
  • Val van de Sovjet Unie; einde Koude Oorlog


Slide 8 - Tekstslide

Dekolonisatie
De oude kolonies herken je onder andere aan de officiële landstalen van de voormalige kolonies

Slide 9 - Tekstslide

Dekolonisatie is het
A
soeverein worden van een vroege kolonie
B
het bezetten van een overzees gebied
C
zelfstandig worden van een deelstaat
D
overdragen van de macht een lid van de triade

Slide 10 - Quizvraag

Het communisme viel in....?
A
1945
B
1600
C
1989
D
2013

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een belangrijk verschil tussen vroegere hegemoniale staten en de VS?

VS verovert geen gebieden, maar probeert ze te controleren.

Slide 12 - Tekstslide

§1.8: Globalisering na 1980




  • Waardoor verliep het proces van globalisering na 1980  zo snel?

  • Wat zijn de ruimtelijke gevolgen van globalisering?

  • Hoe leidt fragmentarische modernisering tot de fast world en de slow world?


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

TIJDLIJN globalisering
va. 1975:
Steeds meer multinationale ondernemingen (MNO's)
va. 1980:
1. Productie wordt verplaatst naar arme landen (nieuwe int. arbeidsverdeling)
2. Welvaart verschuift in wereldsysteem (meer welvaart naar semi-periferie)

1990:
Handelsbelemmeringen vallen weg:
- EU
- China en India openen grenzen
Steeds meer verbondenheid, door:
1. Transport
2. Communicatie

Slide 15 - Tekstslide

Ruimtelijke gevolgen
  1. Nieuwe internationale arbeidsverdeling
  2. Nieuwe afzetmarkten
  3. Van uitschuiven naar doorschuiven* ->
  4. Corebusiness voor MNO's -> onderaannemers
  5. Gebieden van elkaar afhankelijk (bv. olieprijzen Midden-Oosten)
  6. Verbrokkeling in de wereld: fast world/ slow world*
uitschuiven = een bedrijf verplaatst een deel van de productieketen of bedrijfsfuncties naar een land met lagere lonen
doorschuiven = dit proces wordt herhaald, waarbij een bedrijf continue op zoek blijft naar de makkelijkste productieomstandigheden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de kern van de nieuwe internationale arbeidsverdeling?
A
Productieketen wordt uitgeschoven naar lagelonenlanden
B
De global shift en de opkomst van de 4de sector
C
NGO's versus MNO's
D
De tegenstelling tussen de fast en de slow world

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bestudeer deze kaart:
- Welk gegeven uit de kaart en legenda gebruik je om de triade te herkennen?
- Hoe is de binnen- en buitenlandse export verdeeld in de triade regio's?
- Hoe is de binnen- en buitenlandse export verdeeld in de 'slow world'?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Geef meer voorbeelden van spread- en backwash effects

Slide 23 - Open vraag

§1.8: Globalisering na 1980




  • Waardoor verliep het proces van globalisering na 1980  zo snel?

  • Wat zijn de ruimtelijke gevolgen van globalisering?

  • Hoe leidt fragmentarische modernisering tot de fast world en de slow world?


Slide 24 - Tekstslide

Programma:

1.1 Krimpende wereld
1.2 Transport
1.3 De eeuw van informatie
1.4 Globalisering: economisch bekeken
1.5 Globalisering: politiek bekeken
1.6 Globalisering: cultureel bekeken
1.7: Globalisering: tot 1980
1.8: Globalisering: ontwikkelingen na 1980
1.9: Globalisering: een blik in de toekomst



H1. Wereld Globalisering
Planning:
- Herhalen en vragen over 1.7 globalisering tot 1980
- Uitleg 1.8: globalisering na 1980
- werkboekopgaven van 1.8: 1, 3, 4

Slide 25 - Tekstslide