Bemesting vragen
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Bemesting 1 - Wat zijn de 7 groeifactoren voor een plant?
(Wat heeft een plant nodig)?
(Wat heeft een plant nodig)?
Slide 3 - Open vraag
Bemesting 2 - Welke formule van de fotosynthese is juist?
A
Koolstofdioxide + Zuurstof => Glucose + Water
B
Koolstofdioxide + Water
=> Glucose + Zuurstof
C
Zuurstof + Water => Glucose + Koolstofdioxide
Slide 4 - Quizvraag
Bemesting 3 - Sleep de juiste omschrijving achter de stof.
N (Stikstof)
P (Fosfor)
Mg (Magnesium)
Ca (Calcium)
K (Kalium)
S (Zwavel)
Eiwitvorming (aminozuren)
Groei / energiehuishouding
Bouwsteen / celwanden / neutraliseert
Eiwitvorming / groei / groene kleur
fotosynthese
Vochtopname / stevigheid plant
Slide 5 - Sleepvraag
Bemesting 4 - Waaraan kunnen meststoffen zich in de bodem binden? Sleep de twee goede antwoorden naar het rode vak.
Meststoffen binden zich in de bodem aan:
Zandkorrels
KIeideeltjes
Organische stof
Water
Slide 6 - Sleepvraag
Bemesting 5 - Juist / onjuist:
"Kunstmest (KAS) is in vergelijking met dierlijke mest sneller beschikbaar".
"Kunstmest (KAS) is in vergelijking met dierlijke mest sneller beschikbaar".
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Bemesting 6 - Juist / onjuist:
"Drijfmest bevat geen organische stof. "
"Drijfmest bevat geen organische stof. "
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Bemesting 8 - Juist / onjuist "Voedingsstoffen in drijfmest zijn allemaal direct door de plant opneembaar."
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Bemesting 9 - Juist / onjuist
"Vaste mest spoelt bij hevige regenval sneller uit dan kunstmest."
"Vaste mest spoelt bij hevige regenval sneller uit dan kunstmest."
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Bemesting 10 - Hoeveel procent van de stikstof uit drijfmest is ongeveer werkzaam?
A
30%
B
50%
C
70%
D
90%
Slide 11 - Quizvraag
Bemesting 11 - Hoeveel procent van de stikstof uit drijfmest is direct bij de eerste snede beschikbaar?
A
30%
B
50%
C
70%
D
90%
Slide 12 - Quizvraag
Bemesting 12 - In de bodemanalyse komt de letter C (Koolstof) voor. Waar is de koolstof een maat voor?
A
Koolstofdioxide
B
Anorganische stof (de minerale delen)
C
Organische stof
Slide 13 - Quizvraag
Bemesting 13- Wat is de vuistregel voor de hoeveelheid N en P per m3 drijfmest?
In één kuub drijfmest zit:
In één kuub drijfmest zit:
A
170 kg N en 75 P
B
14 kg N en 15 kg P
C
40 kg N en 15 kg P
D
4 kg N en 1,5 kg p
Slide 14 - Quizvraag
Bemesting 14: Wanneer mag je op grasland drijfmest uitrijden?
A
Het hele jaar.
B
16 februari t/m 31 augustus
C
1 februari t/m 1 september
D
16 maart t/m 31 september
