toets ademhaling

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1,2

toets ademhaling 

Hoofdstuk 5 ademhaling deel 1 & hoofdstuk 5.1 deel 2 

succes 

Diffusie van een stof gaat altijd...

1. van een hoge naar een lage concentratie, vanzelf
2. van een lage naar een hoge concentratie, vanzelf
3. van een hoge naar een lage concentratie, kost energie
4. van een lage naar een hoge concentratie, kost energie

Als je inademt neem je zuurstof op uit de lucht

1. waar
2. Niet waar

De huig sluit als je voedsel doorslikt zodat het niet in de luchtpijp terecht komt

1. waar
2. niet waar

Het strotklepje sluit als je voedsel doorslikt zodat het niet in de luchtpijp komt

1. waar
2. niet waar

In het strottenhoofd zit je reukzintuig

1. waar
2. niet waar

De brandstof voor de verbranding in je lichaam is zuurstof

1. Juist
2. Niet juist

Bij regen zit er veel waterdamp in de lucht

1. Waar
2. Niet waar

Welke gas halen de longen uit de lucht?

1. Koolstofdioxide
2. Stikstof
3. Zuurstof

Bij verbranding in je lichaam ontstaat:

1. Zuurstof
2. Stikstof
3. Koolstofdioxide
4. Vuur

Als je uitademt tegen een koude ruit, ontstaat er ...1...

Uitgeademde lucht bevat meer ...2... dan ingeademde lucht

1. 1. warmte 2. condens
2. 1. condens 2. waterdamp
3. 1. waterdamp 2. condens
4. 1. condens 2. zuurstof

Emily zegt:
Ingeademde lucht is kouder dan uitgeademde lucht.

Joey zegt:
Er zit meer zuurstof in ingeademde lucht dan uitgeademde lucht

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. Emily: waar Joey: nietwaar
4. Emily: nietwaar Joey: waar

De luchtpijp vertakt zich in twee

1. Luchtpijpen
2. Strottenhoofden
3. Longblaasjes
4. Bronchiën

Ademhaling is een ander woord voor gaswisseling

1. Juist
2. Onjuist

Enkele delen van het ademhalingsstelsel zijn de bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp. In volgorde: Waardoor komt de lucht binnen bij een diepe ademhaling? 

bronchiën - longblaasjes - luchtpijp

bronchiën - luchtpijp - longblaasjes 

longblaasjes - bronchiën - luchtpijp 

longblaasjes - luchtpijp - bronchiën 

luchtpijp - bronchiën - longblaasjes 

luchtpijp - longblaasjes - bronchiën 

strottenhoofd

bronchiën

longblaasjes

keelholte

luchtpijp

neusholte

longen

Welke weg legt de lucht af als je inademt?

1. Neusholte, keelholte, bronchiën luchtpijp, , luchtpijptakjes, longblaasjes
2. Neusholte, keelholte, luchtpijp, , luchtpijptakjes, bronchiën, longblaasjes
3. Neusholte, luchtpijp, keelholte, longblaasjes, luchtpijptakjes, bronchiën
4. Neusholte, luchtpijp, longblaasjes, keelholte, luchtpijptakjes, bronchiën

Waar vindt gaswisseling plaats?

1. Luchtpijp
2. Long
3. Keelholte
4. Longblaasje

In welke richting gaat de koolstofdioxide?

1. Van longblaasje naar longhaarvat
2. Van longhaarvat naar longblaasje
3. In beide richtingen

Wat geven ze in de afbeelding aan met de rode pijlen?

1. Koolstofdioxide gaat het bloed in
2. Bloed gaat in en uit het longblaasje
3. Lucht gaat in en uit het longblaasje
4. Zuurstof gaat het bloed in

benoem de twee soorten kortademigheid

De toets is af!

Klik op het kruisje, dan op 'inleveren' en dan op 'ja, inleveren'.