In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Spelling en Formuleren 1-3
OHHHHH! wat gaan we doen?
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Doelen:
* Toepassen juiste spelling van de werkwoorden, ook de Engelse werkwoorden
* Goede zinnen maken
* Gebruik ' streepjes' - - -:)
* Juist gebruik van hoofdletters en interpunctie
Slide 3 - Tekstslide
Varieer in zinsopbouw.
Onderwerp-persoonsvorm-andere zinsdelen.
APO
POA (vraagzin)
Doel: ik kan een tekst aantrekkelijker maken door te variëren.
Slide 4 - Tekstslide
Ik voel een band tussen ons....
ONDERWERP
PERSOONSVORM
ANDERE STUKKEN ZIN OPA
Slide 5 - Tekstslide
Doelen: Je kunt engelse en Franse leenwoorden correct spellen.
Slide 6 - Tekstslide
voorbeelden:
* Latenightshow
(een woord)
* All-in (tweede deel een VZ)
Streepje naar rechts Déja vu noem je accent aigu
*streepje naar links = accent grave; Crème Fraîche (een dakje)
accent circonflexe.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
veertig plus kaas?
40+ kaas?
40+ - kaas?
We kijken naar het KOPPELTEKEN en het WEGLATINGSSTREEPJE.
EN NOG EEN KEER DE WERKWOORDEN.
Slide 9 - Tekstslide
Koppelen:
* bij een SAMENKOPPELING (twee of meer woorden die vaak SAMEN voorkomen en een uitdrukking zijn gaan vormen: kruidje-roer-mij-niet en een zwart-wittoetstel, of een nek-aan-nekrace en doe-het-zelfzaak.
* Bij een samenstelling met botsende klinkers of als ze niet tot dezelfde lettergreep behoren: astma-aanval, media-evenement
Slide 10 - Tekstslide
Pak je telefoon!
een beetje oefenen...
Slide 11 - Tekstslide
Samenkoppeling. Wat is goed?
A
het-staakt-het-vuren
B
het staakt-het vuren
C
het staakt-het-vuren-
D
het staakt-het-vuren
Slide 12 - Quizvraag
Wat is goed?
A
heen en - weer- gepraat
B
heen-en-weergepraat
C
heen en weergepraat
Slide 13 - Quizvraag
Wat is goed? nou, dat weet ik niet zo..
A
een-twee-drie
B
1-2-3
C
een twee drie
Slide 14 - Quizvraag
https:
Slide 15 - Link
Wanneer nog meer?
*letters
*cijfers
*tekens
*St of Sint
TT-races, G-sleutel en A-klasse
40+-kaas en 3-0-overwinning
$-tekens in de ogen
Sint-Janskruid
Slide 16 - Tekstslide
Wat is goed/welke zijn goed?
A
Y-as en 65+-kaart
B
80 jarige en A-4-formaat
C
sint-bernardshond en %-teken
D
Hepatitis-B en top-10
Slide 17 - Quizvraag
en nog:
*bij aardrijkskundige namen
*bij heel veel voorvoegsels....
*in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden
Zuid-Gelderse worst en Knokke-Heist
anti-Frans en on-Engels
niet-rookster en ex-verslaafde
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat is goed?
A
leerlingberaad en oudleraar
B
leerling-beraad en oud-leraar
C
aspirantlid en bijnadoodervaring
Slide 20 - Quizvraag
schrijf correct op: antikernwapensdemonstratie
Slide 21 - Open vraag
schrijf correct op: oerhollandseerwtensoep
Slide 22 - Open vraag
Kijk niet zo naar mij!
Slide 23 - Tekstslide
Lach niet! mooi toch?
Slide 24 - Tekstslide
Kom hier!
Slide 25 - Tekstslide
De gebiedende wijs.
Altijd de STAM,
Dus zo kort mogelijk!
Het is een soort bevel!
Kijk op bladzijde 118!
Oefenen: maak opdracht 1-8
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Volgende week dinsdag
TOETS
TOETS!!!!! Schrijf het op!
Slide 28 - Tekstslide
OPA; ik wil vakantie
APO ; VAKANTIE WIL IK
POA; WIL IK VAKANTIE?
Slide 29 - Tekstslide
Hoeveel synoniemen ken je voor huilen?
Slide 30 - Tekstslide
Andere woorden voor huilen:
Slide 31 - Open vraag
nog één
onderdeel
Slide 32 - Tekstslide
Schrijf je een stuk over wolven?
Gebruik dan voorbeelden, leuke korte verhaaltjes
GEBRUIK DE SIGNAALWOORDEN DIE BIJ VOORBEELD HOREN.
Slide 33 - Tekstslide
WELKE SIGNAALWOORDEN DIE EEN VOORBEELD AANGEVEN, KEN JE?