Gelijkenissen les 4, De Barmhartige Samaritaan

Gelijkenissen 4
Beste leerlingen, ook deze les gaan jullie weer doen met Lessonup. Dit is belangrijk:

  • bekijk alle filmpjes en lees de teksten goed door
  • probeer de quizvragen in 1x goed te beantwoorden
  • denk goed na bij de open vragen en zorg dat ik dat kan merken aan je antwoorden.

Veel succes ermee! 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gelijkenissen 4
Beste leerlingen, ook deze les gaan jullie weer doen met Lessonup. Dit is belangrijk:

  • bekijk alle filmpjes en lees de teksten goed door
  • probeer de quizvragen in 1x goed te beantwoorden
  • denk goed na bij de open vragen en zorg dat ik dat kan merken aan je antwoorden.

Veel succes ermee! 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke kenmerken heeft een gelijkenis?
A
het is een verhaal over samaritanen
B
het is een verhaal met een vraag
C
het is een verhaal met een boodschap
D
het is een onbegrijpelijk verhaal

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het doel van de gelijkenissen?
A
Jezus wil graag geheimzinnig doen
B
alleen wie het écht wil, vindt de betekenis
C
Jezus houdt van verhalen vertellen
D
alle drie zijn waar

Slide 4 - Quizvraag

Iemand die 'barmhartig' is......
A
kan het niks schelen
B
heeft een zwak hart
C
helpt graag een mens die in moeilijkheden zit
D
hoeft geen betaling

Slide 5 - Quizvraag

Eerst dit:
  • Je ziet eerst een grappig filmpje over de gelijkenis;
  • daarna vertel ik iets over de hoofdpersonen;
  • en dan maak je een paar vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat doet een priester?
A
hij moet de mensen vertellen wat God wil
B
hij brengt voor de mensen offers aan God
C
Hij bidt voor de mensen tot God
D
alle drie zijn waar

Slide 10 - Quizvraag

Waar komt het woord 'Leviet' vandaan?
A
Ze zijn familie van Levi , één van de 12 zonen van Jacob
B
Het is een ander woord voor Priesters
C
Zo heten de mensen die helpen in de tempel
D
Alle drie zijn waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een Samaritaan?
A
dat is iemand die niet in God gelooft
B
iemand die de joodse wet maar half houdt
C
het zijn dieven en rovers
D
alle drie zijn waar

Slide 12 - Quizvraag

Wie worden bedoeld met 'de naaste'?
A
mensen die in je buurt wonen
B
je vrienden
C
je vijanden
D
je medemensen

Slide 13 - Quizvraag

En nu dit:
  • Je leest zelf het bijbelverhaal goed door;
  • en dan maak je de vragen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waarom vroeg de wetgeleerde aan Jezus hoe hij eeuwig leven kon krijgen?
A
Hij kende de Bijbel niet zo goed
B
hij was nieuwsgierig wat Jezus zou zeggen
C
Hij hoopte dat Jezus iets fouts zou zeggen
D
alle drie zijn waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het alledaagse in de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan?
A
Dat de jood halfdood wordt achtergelaten
B
Dat hij geen hulp krijgt van priester en leviet
C
Dat hij hulp krijgt van een vijand
D
A en B zijn waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het bijzondere in deze gelijkenis?
A
Dat die man halfdood wordt achtergelaten
B
Dat hij geen hulp krijgt van priester en leviet
C
Dat hij wel hulp krijgt van een vijand
D
B en C zijn waar

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de boodschap van deze gelijkenis?
A
Pas goed op jezelf als je op reis gaat
B
Heb je naaste lief, zelfs als het je vijand is
C
Zorg vooral goed voor je volksgenoten
D
Priesters en Levieten zijn niet te vertrouwen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Moesten de priester en de Leviet de gewonde man helpen volgens de wet?
A
nee, want het gaat in de wet over ezels
B
nee, want het gaat in de wet over vijanden
C
nee, want ze zouden onrein worden als ze een bloedend iemand aanraken
D
ja, want wat voor ezels van vijanden geldt, geldt zeker voor de vijanden zelf

Slide 22 - Quizvraag

Denkvraag: Heb jij iemand waar je echt een hekel aan hebt? Wat vind je er van dat je toch van die persoon moet houden, volgens Jezus?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

TeksLucas rap (132)

Yo, moet je horen
wat ik jou nu ga vertellen.
Luister even wat ik zeg
zonder je oordeel al te vellen.
Want één ding dat is duidelijk
en zeker-zeker weten!
Als je iets onthouden hebt,
ben je het niet vergeten!
Zo zijn er veel manieren
om hetzelfde te zeggen,
om het duidelijk te maken
en het nog eens uit te leggen.
Jezus die gebruikte - daarvoor –
heel vaak - een gelijkenis.
Maar weet jij wel wat daarvan de
betekenis - is?
Het is een kort verhaaltje -
dat ergens over gaat.
Maar wat dan in feite ook
op heel wat anders slaat.

Een gelijkenis, yo, wat ik je zeg
man, een gelijkenis.
Nu weet je wat het is, een
gelijkenis, licht in de duisternis.
Een gelijkenis.
Eén van die gelijkenissen staat
in Lucas 10, je hebt ’t vast
wel eens gelezen in je bijbel,
of misschien
heb je geen eigen exemplaar.
Nou, yo man, dat is balen,
maar je kunt er vast wel eentje
lenen of betalen.
Dan sla je ‘m maar open
en dan kun je zelf zien
wat er staat geschreven
in Lucas hoofstuk 10.
Want er kwam een man bij Jezus
om een vraag aan Hem te stellen:
‘Wie is er nu mijn naaste,
kunt U dat aan mij vertellen?’
Jezus gaf hem antwoord en
Hij zei: Zo nu en dan
is het beter te begrijpen -
aan de hand van:
Een gelijkenis, yo, wat ik je zeg
man, een gelijkenis.
Nu weet je wat het is, een
gelijkenis, licht in de duisternis.
Een gelijkenis.

En zo vertelde Jezus toen
het volgende verhaal.
Hé, yo, het staat er allemaal!
Hij zei: Een man die maakte
op een dag een lange reis.
Hij ging te voet naar Jericho,
dus had ‘ie vast geen rijbewijs.
Maar toen ‘ie halverwege was,
toen werd ‘ie overvallen.
Ze pakten al z’n spullen af en
gaven ‘m wat knallen
voor z’n ‘kanis’ en uiteindelijk
toen lag ‘ie in de goot, joh!
En als-t-ie niet geholpen werd,
dan ging ‘ie zeker dood, joh!
Maar er kwam een priester aan,
en later een Leviet,
zeg maar ‘mensen-van-de-kerk’,
maar die hiel-e-pen ‘m niet!

Wat een gelijkenis, yo, wat ik je
zeg man, een gelijkenis.
Nu weet je wat het is, een
gelijkenis, licht in de duisternis.
Een gelijkenis.

Gelukkig kwam er later toch nog
iemand anders aan.
Dat was niet ‘iemand-van-de-kerk’,
maar een Samaritaan.
Zo iemand als in onze tijd
een buitenlander.
Een Tamil of een Turk, maar
geen Nederlander.
En uitgerekend déze man ging
niet aan hem voorbij.
Maar verzorgde z’n wonden en
hij zei: ‘Kom maar bij mij!’
Zette toen de man op z’n ezel
of z’n paard.
Moest er zelf bij gaan lopen maar
dat was het hem wel waard.
Hij bracht ‘m naar een herberg,
dat was een soort hotel,
betaalde heel de rekening en
zei de man vaarwel.

Dus als er iemand aan je vraagt
wie er z’n naaste is:
‘rap’ je dan naar Lucas 10
en de gelijkenis!

 t

Slide 25 - Tekstslide