Haar- en snorvormen: Welke past bij jou?

Haar- en snorvormen: Welke past bij jou?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Haar- en snorvormen: Welke past bij jou?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Kennis maken met verschillende soorten haar- en snorvormen
- Link leggen met gezichtsvormen
- Toelichten van hoofdhuidaandoeningen

Slide 2 - Tekstslide

Leg aan het begin van de les uit wat de leerdoelen zijn. Herhaal deze aan het einde van de les.
Wat weet je al over verschillende haar- en snorvormen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Haarvormen
Er zijn verschillende haarvormen, zoals stijl, krullend en golvend haar.

Slide 4 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van de verschillende haarvormen.
Snorvormen
Er zijn verschillende snorvormen, zoals de walrus, de horseshoe en de handlebar snor.

Slide 5 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van de verschillende snorvormen.
Gezichtsvormen
Bepaalde haar- en snorvormen passen beter bij bepaalde gezichtsvormen. Zo past een rond gezicht beter bij een kapsel met volume bovenop het hoofd.

Slide 6 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van de verschillende gezichtsvormen en haar- en snorvormen die hierbij passen.
Hoofdhuidaandoeningen
Er zijn verschillende hoofdhuidaandoeningen, zoals roos en psoriasis. Deze kunnen behandeld worden met speciale shampoos.

Slide 7 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van verschillende hoofdhuidaandoeningen en leg uit hoe deze behandeld kunnen worden.
Interactieve oefening
Laat de leerlingen in tweetallen verschillende haar- en snorvormen bij elkaar uitproberen en bepalen welke het beste bij de gezichtsvorm past.

Slide 8 - Tekstslide

Zorg voor genoeg spiegels en haar- en snoraccessoires.
Welke haarvorm past bij jou?
Laat de leerlingen een quiz maken waarbij ze kunnen bepalen welke haarvorm het beste bij hun gezichtsvorm past.

Slide 9 - Tekstslide

Maak gebruik van een online quiztool.
Welke snorvorm past bij jou?
Laat de leerlingen een quiz maken waarbij ze kunnen bepalen welke snorvorm het beste bij hun gezichtsvorm past.

Slide 10 - Tekstslide

Maak gebruik van een online quiztool.
Video: Hoofdhuidaandoeningen
Laat een video zien over verschillende hoofdhuidaandoeningen en hoe deze behandeld kunnen worden.

Slide 11 - Tekstslide

Zoek van tevoren een geschikte video op en zorg dat de benodigde apparatuur aanwezig is.
Wat heb je geleerd?
Laat de leerlingen kort opschrijven wat ze geleerd hebben en welke haar- of snorvorm het beste bij hun gezichtsvorm past.

Slide 12 - Tekstslide

Verzamel de opgeschreven antwoorden en controleer of de leerlingen de leerdoelen begrepen hebben.
Toets
Geef de leerlingen een toets om te kijken of ze de leerdoelen behaald hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Maak een toets die aansluit op de leerdoelen en geef voldoende tijd om de toets te maken.
Reflectie
Laat de leerlingen reflecteren op de les en geef ze de mogelijkheid om vragen te stellen.

Slide 14 - Tekstslide

Stimuleer de leerlingen om kritisch te denken over wat ze geleerd hebben en geef ze de kans om vragen te stellen over onderwerpen die nog onduidelijk zijn.
Evaluatie
Evalueer de les en kijk of alle leerdoelen behaald zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Kijk kritisch naar de les en bedenk waar eventuele verbeterpunten liggen.
Vervolg
Geef de leerlingen tips voor verdere verdieping in het onderwerp, bijvoorbeeld door het bezoeken van een kapper of een dermatoloog.

Slide 16 - Tekstslide

Zorg voor concrete tips die de leerlingen verder kunnen helpen in hun interesse voor het onderwerp.
Bedankt!
Bedank de leerlingen voor hun aandacht en inzet tijdens de les.

Slide 17 - Tekstslide

Sluit de les positief af en bedank de leerlingen voor hun inzet.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.