5.4: De opkomst van de islam

5.4: De opkomst van de islam
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4: De opkomst van de islam

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • bespreken opdrachten
  • herhaling standen
  • uitleg paragraaf 5.4: De opkomst van de Islam
  • aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... heb je geoefend met de verschillende standen herkennen.
... heb je geleerd hoe de islam ontstond.
... heb je geleerd hoe er een islamitisch rijk ontstond.
... ben je in staat om gebeurtenissen en jaartallen te verwerken tot een tijdlijn
.... kun je uitleggen wat een primaire bron is.
... kun je uitleggen wat een secundaire bron is.
... kun je de kennis over primaire en secundaire bronnen toepassen in opdrachten.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling en bespreken van opdrachten bij paragraaf 5.3

Slide 4 - Tekstslide

1. Boeren verloren een deel van hun vrijheid.
4. Boeren zochten zekerheid en bescherming bij machtige heren.
3. Er ontstond onzekerheid en onveiligheid
2. In West-Europa ontstond een landbouwsamenleving in plaats van een landbouwstedelijke samenleving.
1. Volksverhuizingen vonden plaats.

Slide 5 - Sleepvraag

Welke twee standen zie je op afbeelding? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open vraag

Welke stand zie je niet op de afbeelding? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Is deze bron betrouwbaar als je meer wil weten over het leven van een horige? Waarom wel of niet?

Slide 8 - Open vraag

Afsluiting:
  • Hofstelsel



  • standenmaatschappij

Slide 9 - Tekstslide

5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
  • hofstelsel
  • standen
  • begrippen 

Slide 10 - Tekstslide

5.4: De opkomst van de Islam:
In deze paragraaf leer je:
  • hoe de Islam ontstond
  • hoe het Arabische rijk ontstond
  • hoe de cultuur en de samenleving in de Arabische wereld zich ontwikkelde

Kenmerkend aspect: het ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 11 - Tekstslide

Hier denk ik aan bij:
De Islam

Slide 12 - Woordweb

De profeet Mohammed
  • Boodschappen van God (Allah)
  • Er is maar één God -> Monotheïsme
  • Nieuwe godsdienst -> Islam
  • boodschappen van Mohammed worden opgeschreven in de Koran

Slide 13 - Tekstslide

Op de vlucht
  • Inwoners van Mekka hebben een polytheïstische godsdienst.
  • Zij werken Mohammed tegen waardoor hij moet vluchten.
  • Met deze verhuizing van Mekka naar Medina begint de islamitische jaartelling in 622

Slide 14 - Tekstslide

Veroveringen:
  • na de dood van Mohammed breiden zijn opvolgers (kaliefen) het islamitische rijk (kalifaat) verder uit.
  • veroveringsoorlog wordt jihad (heilige strijd) genoemd.

Slide 15 - Tekstslide

Tijdlijn:
  1. Mohammed krijgt zijn eerste goddelijke openbaring (610)
  2. Mohammed begint als profeet in Mekka.
  3. Mohammed verhuist met zijn volgelingen naar Medina (622)
  4. Mohammed wordt in Medina de politiek en geestelijk leider van een Islamitische staat.
  5. Meer Arabische stammen aanvaarden het gezag van Mohammed.
  6. Mekka geeft zich over aan Mohammed (630)
  7. Mohammed maak van de Kaäba het belangrijkste heiligdom van de islam.
  8. Mohammed sterft (630)
  9. De boodschappen van Mohammed werden opgeschreven in de Koran.

Slide 16 - Tekstslide

Cultuur en beschaving:
  • In het Arabische rijk ontstond een bloeiende Arabische beschaving met het Arabische schrift, Arabisch als hoofdtaal en de islam als staatsgodsdienst.
  • vanaf 756 valt het rijk in meerdere rijken uiteen maar in al deze gebieden bleef de Arabische cultuur belangrijk, we noemen deze al deze gebieden samen de Arabische wereld

Slide 17 - Tekstslide

Cultuur en samenleving
  • Handel met de gebieden rond de Middellandse Zee.
  • tolerantie tegen joden en christenen, zij geloven in dezelfde God. Ze moeten wel extra belasting betalen.
  • Onderdanen die in meerdere goden geloofden, moesten moslim worden.

Slide 18 - Tekstslide

Wetenschap en kunst
  • vertalen van teksten uit de oudheid van het Grieks naar het Arabisch. (kennis van de oudheid blijft zo bewaard)
  • Bouwkunst op hoog niveau

Slide 19 - Tekstslide

Vaardigheid  primaire en secundaire bronnen.
primaire bron: een bron die gemaakt is in de tijd waarover het informatie geeft. (uit de tijd zelf)

Secundaire bron: een bron die gemaakt is na de tijd waarover het informatie geeft (de bron is dus later gemaakt)

Slide 20 - Tekstslide

Is deze afbeelding een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Is deze afbeelding een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag:
  • Maak de opdrachten bij de vaardigheid soorten bronnen. (in Teams)
  • lees de theorie van paragraaf 5.4 door en maak de paragraaftoets (in Teams)

Slide 23 - Tekstslide