4.3 Staatsvorming & centralisatie

Hoofdstuk 4 Steden en Staten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Steden en Staten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Staatsvorming
Centralisatie

Slide 3 - Tekstslide

Nationale staat

Slide 4 - Woordweb

Nationale staat
  • Een staat waarin de mensen het gevoel hebben dat ze een eenheid vormen.
  • De bevolking heeft dezelfde taal, dezelfde cultuur, soms ook dezelfde godsdienst.

Slide 5 - Tekstslide

Frankrijk rond 1500
  • Franse koning machtigste man van Franrijk
  • Tienduizende huursoldaten
  • Heft in zijn hele land belastingen
  • Maakt wetten die geldig zijn in zijn hele land
  • Regeert vanuit Parijs

Slide 6 - Tekstslide

Lodewijk XI
  • Karels zoon Lodewijk XI zet centralisatie door:
  • - Steunt trouwe adel met geld en macht
  • - Straft niet trouwe adel
  • - Steunt burgers tegen adel 
  • - Speelt edelmannen tegen elkaar uit
HOE DOET DIE MAN DAT?!
Easy. Ik ga het je vertellen

Slide 7 - Tekstslide

Rijk Karel de Grote
2 landen ontstaan uit het rijk van Karel de Grote: Frankrijk en Duitsland

Slide 8 - Tekstslide

Wie heeft de macht?

Slide 9 - Tekstslide

Centralisatie
Door feodalisme had koning weinig macht
Honderdjarige Oorlog: meeste machtige edelmannen dood
Machtigste concurrent: hertog van Bourgondië 
Centralisatie Karel VII:
- Adviesraad toegankelijk voor burgers
- Belasting hervormingen (meer geld)
- Professioneel staatsleger
- Karel benoemt bisschoppen ipv paus

Slide 10 - Tekstslide

Lodewijk XI
Karels zoon Lodewijk XI zet centralisatie door:
- Steunt trouwe adel met geld en macht
- Straft niet trouwe adel
- Steunt burgers tegen adel 
- Speelt edelmannen tegen elkaar uit

Slide 11 - Tekstslide

Hoe trok Lodewijk XI de macht naar zich toe?

Slide 12 - Open vraag

Honderdjarige Oorlog. 
De legendarische strijd tussen Frankrijk en Engeland
Legde de basis voor het nationalisme in beide landen
Koningen krijgen steun van edelen en steden!

Slide 13 - Tekstslide

Zelf verder werken
Neem eerst de LessonUp informatie door + boek!
Schema invullen staatsvorming 
Noteer per land hoe het proces van staatsvorming verliep
Frankrijk
Duitsland
Engeland
Nederland

Slide 14 - Tekstslide

Schema invullen
1. Bedenk of de staatsvorming goed of minder goed gelukt is
2. Maak een checklistje: welke elementen die horen bij een geslaagde staatsvorming had dit land wel en welke niet?
Elementen die horen bij staatsvorming
- een hoofdstad
- overal geldige wetten
- overal belasting heffen
- een parlement
- afspraken met de edelen of goede relatie met de edelen
- centrale rechtbank
- ambtenaren 
- huursoldaten

Slide 15 - Tekstslide

Feodaal Engeland
Willem de Veroveraar voert feodale stelsel in Engeland in
Maatregelen om machtig te blijven:
- Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes
- Willem hield de beste gebieden voor zichzelf
- Alle bezittingen van de adel werden opgeschreven in het Domesday Book (1086)
Gevolg: duidelijk wie de macht heeft 

Slide 16 - Tekstslide

Domesday Book

Slide 17 - Tekstslide

Centralisatie
Engelse koningen centraliseren hun land: bestuur vanuit één plek
Voorbeeld: centrale rekenkamer
Gevolg: adel en kerk verzetten zich tegen afname macht
Voorbeeld: Koning Jan Zonder Land
Ruzie met kerk: excommunicatie
Ruzie met adel: Magna Carta (1215)

Slide 18 - Tekstslide

Magna Carta

Slide 19 - Tekstslide

Rijk Karel de Grote
2 landen ontstaan uit het rijk van Karel de Grote: Frankrijk en Duitsland

Slide 20 - Tekstslide

Duitsland centraliseert niet...
  • Geen hoofdstad
  • Duitse koningen noemen zich keizer en laten zich in Rome kronen
  • Koningschap niet erfelijk
  • Rijk wordt genoemd: Heilige Roomse Rijk

Slide 21 - Tekstslide

Het slechtste recept...
  • Koningschap is niet erfelijk
  • Na een dood wordt de opvolger gekozen door de edelen - keurvorsten genoemd-
  • Zo blijft de koning afhankelijk van zijn edelen, hij moet populair blijven

Slide 22 - Tekstslide

De Nederlanden 

Slide 23 - Tekstslide

1430
  • Meeste Nederlandse gewesten onder 1 vorst
  • Filips van Bourgondie (of Filips de Goede)
  • Begint met instellen centraal bestuur
  • Hoofdstad Brussel
  • In Gelderland centrale rechtbank
  • Door huwelijk daarna deel van Habsburgse rijk (Spanje)

Slide 24 - Tekstslide

Schema invullen
1. Bedenk of de staatsvorming goed of minder goed gelukt is
2. Maak een checklistje: welke elementen die horen bij een geslaagde staatsvorming had dit land wel en welke niet?
Elementen die horen bij staatsvorming
- een hoofdstad
- overal geldige wetten
- overal belasting heffen
- een parlement
- afspraken met de edelen of goede relatie met de edelen
- centrale rechtbank
- ambtenaren 
- huursoldaten

Slide 25 - Tekstslide