Meester van de Zinnen

Meester van de Zinnen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meester van de Zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je zinsstructuur begrijpen en toepassen in Engelse zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over zinsstructuur?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zinsstructuur
De basis van een Engelse zin is Subject-Verb-Object. Bijvoorbeeld: 'She reads a book.'

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subject
Het onderwerp van de zin, meestal een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: 'The cat.'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verb
Het werkwoord dat actie of een toestand uitdrukt. Bijvoorbeeld: 'to play'.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Object
Het object van de zin, meestal een zelfstandig naamwoord dat door het werkwoord wordt beïnvloed. Bijvoorbeeld: 'the piano'.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1
Schrijf een zin met het onderwerp 'Joey', het werkwoord 'to download' en het object 'software'.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinspatronen
Er zijn verschillende zinspatronen in het Engels, zoals SVO, SV, SVOO, etc.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2
Vorm een zin met het patroon SV (Subject-Verb).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinslengte
Bespreken hoe je variatie in zinslengte kunt gebruiken om de tekst interessanter te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 3
Schrijf een korte zin met minder dan 5 woorden en een lange zin met meer dan 10 woorden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsstructuur spel
Speel het spel 'Zinsbouw uitdaging' waarbij studenten zinnen moeten vormen binnen een beperkte tijd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 4
Speel het spel 'Zinsbouw uitdaging' waarbij elk team om de beurt een zin moet vormen binnen 30 seconden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsstructuur toepassen
Bespreken hoe een goede zinsstructuur de leesbaarheid van een tekst kan verbeteren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 5
Lees een korte tekst en identificeer de verschillende zinspatronen die worden gebruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten van de les over zinsstructuur en vraag de studenten om vragen te stellen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Beoordeel de studenten op hun begrip van zinsstructuur door middel van een korte schriftelijke evaluatie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bedank de studenten voor hun deelname en moedig ze aan om zinsstructuur toe te passen in hun Engelse lees- en luistervaardigheden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.