Maar

Herhaling: Omdat
De werkwoorden van de tweede zin gaan naar het einde van de zin.
Ik ben blij, omdat ik jarig ben.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BeroepsopleidingHBO

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Herhaling: Omdat
De werkwoorden van de tweede zin gaan naar het einde van de zin.
Ik ben blij, omdat ik jarig ben.

Slide 1 - Tekstslide

Maak een zin met omdat

Slide 2 - Open vraag

Welke zin is goed?
A
Ik ga naar huis, omdat ik mijn lessen leren moet.
B
Ik ga naar huis, omdat ik mijn lessen moet leren.
C
Ik ga naar huis, omdat ik moet mijn lessen leren.
D
Ik ga naar huis, omdat ik leer mijn lessen moeten.

Slide 3 - Quizvraag

Het voegwoord 'maar' (but)
Je plakt twee hoofdzinnen aan elkaar.
- Ik wil een nieuwe mobiele telefoon kopen.
- Ik heb niet genoeg geld.
Ik wil een nieuwe mobiele telefoon kopen, maar ik heb niet genoeg geld.

Slide 4 - Tekstslide

Welke zin is goed?
A
We zijn vandaag gesloten, maar we zijn morgen open.
B
We zijn vandaag gesloten, maar we morgen open zijn.

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
De straten zijn nat, maar straks worden ze droog.
B
De straten zijn nat, maar straks ze droog worden.

Slide 6 - Quizvraag

Goed of fout?
Ik wacht een uur op mijn vriend, maar hij komt niet.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Goed of fout?
De meeste leerlingen letten goed op, maar enkelen door de les praten.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Goed of fout?
Ik wil met je afspreken, maar ik zaterdag niet kan.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Maak een lange zin met:
- Ik wil een huis kopen.
- Ik heb niet zoveel geld.

Slide 10 - Open vraag

Maak een lange zin met:
- willen - langer - ik - slapen, maar
- moeten - naar school - gaan - ik.

Slide 11 - Open vraag

Maak een lange zin met 'maar'

Slide 12 - Open vraag