Toetsvoorbereiding

Toetsvoorbereiding
Inhoud:
Startopdracht (vragen via LessonUp)
Deel 1 toetsvoorbereiding
Zelfstandig werken
Evaluatie en vooruitblik
Deel 2 toetsvoorbereiding (les 2)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toetsvoorbereiding
Inhoud:
Startopdracht (vragen via LessonUp)
Deel 1 toetsvoorbereiding
Zelfstandig werken
Evaluatie en vooruitblik
Deel 2 toetsvoorbereiding (les 2)

Slide 1 - Tekstslide

Ammonia heeft een pH van 11
Regenwater heeft een pH van 5
Wat is waar?
A
Ze zijn allebei zuur
B
Ze zijn allebei basisch
C
Ammonia is zuur, regenwater is basisch
D
Ammonia is basisch, regenwater is zuur

Slide 2 - Quizvraag

Een oplossing met een pH van 5,4 wordt verdund. Hoe verandert de pH?
A
De pH blijft hetzelfde
B
De pH wordt kleiner
C
De pH wordt groter

Slide 3 - Quizvraag

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?
A
pH = 0,20
B
pH = 1,0
C
pH = 3,0

Slide 4 - Quizvraag

Een ammonia-oplossing met een pH van 11 verdun je 100x.
Wat is de nieuwe pH?
A
9
B
10
C
12
D
13

Slide 5 - Quizvraag

100 mL pH = 5 wordt toegevoegd aan 900 mL water. Bereken pH
A
10x verdund ==> pH = 4
B
pH blijft gelijk
C
na verdunning wordt de pH = 7 - 5 = 2
D
10x verdund ==> pH = 6

Slide 6 - Quizvraag

De waterhardheid wordt uitgedrukt in Duitse hardheidsgraden (D°).
Wat betekent 1 D°?
A
Dat er 5,1 mg kalksteenionen zijn opgelost per liter water
B
Dat er 3,7 mg calciumionen zijn opgelost per liter water
C
Dat er 7,1 mg calciumionen zijn opgelost per liter water
D
Dat er 9,3 mg kalksteenionen zijn opgelost per liter water

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het rendement van deze electriciteitscentrale?
A
230/370 *100 = 62%
B
230/600*100 = 38%
C
(230+370)/600 = 80%
D
370/600 = 62%

Slide 8 - Quizvraag

Bij de bereiding van zuurstof onstaat 12 g zuurstof uit 40 g kaliumchloraat. Bereken het rendement.
(K = 39,1u/Cl = 35,45u/O = 16,0u)

2KClO32KCl+3O2
A
77 procent
B
16 procent
C
39 procent
D
geen idee

Slide 9 - Quizvraag

5.1 Voeding
Fotosynthese (schema + reactievergelijking)
3 soorten voedingsstoffen (molecuul/atoomsoorten)
  • Koolhydraten
  • Eiwitten
  • Vetten

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Oefenen met opdrachten
Lastige opdrachten omcirkelen en aan de docent doorgeven

Terugblik en vooruitblik

Slide 11 - Tekstslide

5.2 Koolstofkringloop
Korte/lange koolstofkringloop
Fossiele brandstoffen
Broeikaseffect

Slide 12 - Tekstslide

5.3 Stikstofkringloop
N2 in lucht; niet te gebruiken door planten, dieren, mens
Gebonden N2 wel te gebruiken (NO2,...)
Deze worden gevormd door stikstof
bindende bacteriën.
Plant: Stikstof is nodig om eiwitten te 
maken en te groeien
Plantenresten en (kunst)mest bevatten
gebonden stikstof
Haber Boschproces (kunstmest)

Slide 13 - Tekstslide

5.4 Waterkwaliteit

Hardheid:
Reactie van CaCO3 (kalksteen)
met H20 en CO2. Er komt Ca2+ vrij

Schuimgetal: De hoeveelheid
zeep die kan worden toegevoegd
voordat de oplossing gaat schuimen

Slide 14 - Tekstslide

Zuurgraad
Zuur
Neutraal
Base
Verdunnen/ pH verandert

Zuur: Eén stapje naar rechts = x 10 ( 1 -- 7)
Base: Eén stapje naar links = x 10 (14 -- 7)

Slide 15 - Tekstslide

5.5 Chroene chemie
l



De werkelijke opbrengst is de massa van de stof die je gemaakt hebt. De theoretische opbrengst is de maximale massa die bij deze reactie van de stof kan ontstaan. De theoretische opbrengst kun je uit de reactievergelijking afleiden met behulp van massaverhoudingen (par. 4.3)
Hoe hoger het rendement hoe beter

Slide 16 - Tekstslide

Duurzame ontwikkeling

Slide 17 - Tekstslide

Typen vragen:
Theorievragen (Reproductie)
Redeneervragen: logisch nadenken
Verbanden leggen (praktijk met de theorie)
Berekeningen (pH, schuimgetal/hardheid, rendement)

Tip: Oefen meerdere opdrachten (o.a. Toetsvoorbereiding)



Slide 18 - Tekstslide