PW3 - Wiederholung

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

       Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Programm:
Wiederholung Periode 3
- Wortschatz
- Grammatik


Slide 3 - Tekstslide

Wortschatz

Slide 4 - Tekstslide


Vertaal:
samenwerken
A
der Erfolg
B
zusammenarbeiten
C
studieren
D
fertig

Slide 5 - Quizvraag


Vertaal:
de winkel
A
das Geschäft
B
das Gymnasium
C
das Unternehmen
D
die Ausbildung

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord past?
Ich habe einen ... Freund
A
ehrgeizig
B
Umfrage
C
netten
D
also

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord past?
Ich möchte erst reisen, ... ich mit dem Studium anfange.
A
zwar
B
damals
C
gerade
D
bevor

Slide 8 - Quizvraag

Ordne die Fotos den Wörtern zu.
Ferien machen
die Wahl
die Fachhochschule
der Polizist

Slide 9 - Sleepvraag


Welk woord past niet in de rij?
A
arbeiten
B
der Job
C
faulenzen
D
die Arbeit

Slide 10 - Quizvraag


Vertaal:
die Studie
A
het onderzoek
B
de voorspelling
C
ambitieus
D
de maatschappij

Slide 11 - Quizvraag


vertaal:
das Abitur
A
het vwo-eindexamen
B
het gebied
C
straks
D
de enquête

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal:
twijfelen

Slide 13 - Open vraag

Vertaal:
misschien

Slide 14 - Open vraag

Ordne die Fotos den Wörtern zu.
fahren
träumen
kennenlernen
lesen

Slide 15 - Sleepvraag

Grammatik

Slide 16 - Tekstslide

Ergänze:
(schlafen) ..... Sie jede Nacht 8 Stunden?
A
Schlaft
B
Schläft
C
Schlafen
D
Schläfen

Slide 17 - Quizvraag

Ergänze:
(geben) ..... er mir Geld?
A
Gibt
B
Gebt
C
Giebt
D
Gibst

Slide 18 - Quizvraag

Ergänze:
(sehen) Annemarie ...... eine Katze.
A
siht
B
sieht
C
seht
D
siet

Slide 19 - Quizvraag

Ergänze:
(fangen) Die Show ...... um 20:00 Uhr an.
A
fange
B
fangt
C
fängst
D
fängt

Slide 20 - Quizvraag

Ergänze:
(fahren) Du ..... nach Spanien.
A
fahrst
B
fahrt
C
fährst
D
fährt

Slide 21 - Quizvraag

Ergänze:
(essen) Du ..... gerne Pommes.
A
isst
B
issst
C
esst
D
essst

Slide 22 - Quizvraag

Ergänze:
(lassen) Mein Vater ..... sein Auto in der Garage.
A
lässt
B
lasst
C
lasse
D
lässe

Slide 23 - Quizvraag

Ergänze:
(nehmen) Ich nehme eine Cola. Was ...... du?
A
nehmst
B
nihmst
C
niehmst
D
nimmst

Slide 24 - Quizvraag

Viel Erfolg bei der Prüfung!

Slide 25 - Tekstslide