Thema 2: de herfst

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In de herfst duiken overal in huis en in de tuin spinnenwebben op. Deze zie je gelukkig niet allemaal, in één huis wonen namelijk wel 10 spinnen!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Het is misschien wel de meest bekende paddenstoel: de vliegenzwam. Wist je dat de witte stippen op deze paddenstoel los liggen? Het kan dus voorkomen dat ze tijdens een harde regenbui worden weggespoeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Niet alleen eekhoorntjes, maar ook mensen zijn dol op eikels. Net als kastanjes en beukennootjes kun je eikels prima eten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide


Wat zijn dit?
A
Tamme kastanje
B
Wilde kastanje
C
Tam beukennootje
D
Wild beukennootje

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Hoe komt het water in de takken en de blaadjes terecht?
A
Via de schors
B
Via de takken
C
Via de wortels
D
Via de stam

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Het weer in de herfst wisselt vaak tussen zonnig en regenachtig. Veel mensen klagen over het regenachtige weer in Nederland, maar in totaal is het zo'n 240 dagen per jaar droog.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Je moet een jas aan in de herfst, anders word je verkouden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

In de herfst gaat de klok...
A
1 uur vooruit
B
1 uur achteruit
C
2 uur vooruit
D
2 uur achteruit

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

In de herfst maken dieren zich klaar voor hun winterslaap. Ook eekhoorns houden elk jaar een winterslaap.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

In de herfst worden de dagen steeds korter. Hierdoor is het eerder donker en fiets je in de ochtend vaak in de schemering naar school.
Hoe veel korter worden de dagen?
A
7 min.
B
15 min.
C
4 min.
D
12 min.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat voor soort boom zie je hier?
A
Loofboom
B
Naaldboom

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Hoe noem je dit?
A
Regen
B
Sneeuw
C
Vorst
D
Mist

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video