De lesstof onthouden

Wist je dat...je geheugen als volgt werkt?
1. Je ruikt iets, je hoort iets, je ziet iets en je voelt iets (opnemen)
2. Je geeft het een plekje in je hersenen en je lijf (verwerken)
3. Je slaat het op in je geheugen (opslaan)
4. Je herinnering aan een gebeurtenis komt weer boven als er iets is dat je aan die gebeurtenis herinnert. Dit kan een woord of een plaatje zijn, iets wat je meemaakt of een geur (weergeven)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wist je dat...je geheugen als volgt werkt?
1. Je ruikt iets, je hoort iets, je ziet iets en je voelt iets (opnemen)
2. Je geeft het een plekje in je hersenen en je lijf (verwerken)
3. Je slaat het op in je geheugen (opslaan)
4. Je herinnering aan een gebeurtenis komt weer boven als er iets is dat je aan die gebeurtenis herinnert. Dit kan een woord of een plaatje zijn, iets wat je meemaakt of een geur (weergeven)

Slide 1 - Tekstslide

Wist je dat....je wel 3 geheugens hebt?
1. Korte termijngeheugen - handig voor telefoonnummers, boodschappenlijstjes enz. Dit zijn dingen die je binnen 30 seconden weer vergeet.
2. Lange termijngeheugen - de plek voor dingen die je jarenlang onthoudt. Korte en lange termijngeheugen zitten in je cortex.
3. Een speciaal geheugen voor beweging zoals fietsen, zwemmen en bewegingen die je kunt uitvoeren zonder na te denken.  Bevindt zich in kleine hersenen.

Slide 2 - Tekstslide

Wist je dat...ieder mens een eigen manier heeft om (nieuwe) dingen te leren?
.
Waar de ene mens graag leert door dingen uit te proberen en te doen, vindt een ander het prettig om er eerst veel over te horen of voorbeelden te zien. En wie weet kan jij wel het beste leren door tegelijkertijd iets te horen, te zien en te doen.

Slide 3 - Tekstslide

Wist je dat...
Ook de manier waarop je leert om informatie te onthouden per persoon verschilt? Sommigen nemen de leerstof één à tweemaal per stukje grondig door. Anderen lopen de lesstof eerst oppervlakkig door, om het vervolgens meerdere malen te leren.

Slide 4 - Tekstslide

Wist je dat...Kolb 4 leerstijlen heeft bedacht
- de bezinner: je kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat je iets doet. Je ziet veel oplossingen, omdat je een probleem vanuit verschillende standpunten kan bekijken. Daardoor neem je soms trage beslissingen.
- de denker: je bent goed in logisch denken en redeneren. Je probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is voor jou belangrijker dat iets logisch is, dan praktisch uitvoerbaar

Slide 5 - Tekstslide

- de beslisser: je bedenkt een taak en voert die uit. Je bent niet zo geïnteresseerd in theorieën. Je presteert goed in een intelligentietest. Je houdt je liever bezig met technische problemen dan met mensen.
- de doener: je houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Je kan goed omgaan met nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen.

Slide 6 - Tekstslide

In welk type leerder herken je jezelf?
de bezinner
de denker
de beslisser
de doener

Slide 7 - Poll

Wist je dat...Vermunt 3 leerstijlen bedacht? (leerstof leren)
- reproductiegerichte stijl: je houdt van 'stampen'. Je onthoudt letterlijk de leerstof en houdt best van toetsen
-betekenisgerichte stijl: richt vooral op hoofdzaken van de lesstof. Je onderzoekt de standpunten, ideeën en conclusies, legt verbanden en vormt je eigen mening. Je leert omdat je het leuk en interessant vindt.
- toepassingsgerichte stijl: je wilt weten wat je met de lesstof kunt doen in praktijk en wil graag voorbeelden van de leraar.

Slide 8 - Tekstslide

Welke leerstijl past bij jou?
reproductiegericht
betekenisgericht
toepassingsgericht

Slide 9 - Poll

De lesstof onthouden

Slide 10 - Tekstslide

We gaan verschillende oefeningen doen:
- horen
- zien
- doen
- horen, zien en doen

Slide 11 - Tekstslide

Horen
Je docent noemt 10 woorden op. Luister goed en probeer ze te onthouden. Je mag ze nog niet opschrijven.
...................................
Na de 10 woorden voer je even een gesprekje met iemand anders over je weekend. Doe dit ongeveer 2 minuten.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk woorden op die je hebt onthouden

Slide 13 - Open vraag

HOND
TEEN
DEUR
IPHONE
VLIEGTUIG
TRUI
ZEE
GORDIJN
ZAKDOEK
AFWASBORSTEL

Slide 14 - Tekstslide

Zien
Je krijgt zometeen 10 plaatjes te zien. Probeer ze te onthouden. Na 1 minuut worden ze weggehaald. 
Je mag nog niks opschrijven.
....................
Doe 2 minuten met iemand om de beurt een hoofdrekensom.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Verzin zoveel mogelijk sommen met antwoord met de cijfers 1, 2 en 3

Slide 18 - Woordweb

Schrijf hieronder zoveel mogelijk woorden die je net hebt gezien

Slide 19 - Open vraag

VINGERAFDRUK
BLOEM/ROOS
PAPERCLIP
TENT
ENVELOP
MEEUW
KLEERHANGER
VLIEG
SCHOMMEL
DOUCHEKOP

Slide 20 - Tekstslide

DOEN
Neem 10 kleine briefjes. Je ziet steeds kort een woord. Schrijf het woord op het briefje en draai het briefje meteen om.

Hierna doe je de volgende sommen uit je hoofd:

Slide 21 - Tekstslide

5 x 12 =
84 : 6 =
18 x 4 =
275 : 25 =
98 x 5 =
128 : 8 =
76 x 8 =
1080 : 12 =
1800 x 3 =
75 : 5 =

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf hieronder zoveel mogelijk woorden die je hebt onthouden van de laatste oefening

Slide 23 - Open vraag

VOETBAL
EIKEL
BADKAMER
BOTERHAM
POTLOOD
KAPPER
ZANDBAK
KAAS
SCHOOL
HOUT

Slide 24 - Tekstslide

HOREN, ZIEN, DOEN

Slide 25 - Tekstslide