Herkansing les 2

Atonaliteit & dodecafonie
  • Tonaliteit
  • Veranderingen eind 19e eeuw
  • Schonberg en de atonaliteit 
  • Dodecafonie
  • Seriële muziek (na WOII)
De muziek die Arnold Schönberg vanaf 1909 schreef is atonaal, ofte wel niet-tonaal. Tonaal wil zeggen dat melodieën en akkoorden hoofdzakelijk uit zeven (van de twaalf) verschillende tonen zijn samengesteld (de zeven tonen van de toonladder). Dat is geen bewuste keuze, maar het menselijk gehoor is het zo gewend. Bijna alle muziek, van de 17e eeuw tot en met de moderne popmuziek, is tonaal.
In tonale muziek zijn niet alle tonen gelijkwaardig. De 'do' (de eerste van de toonladder) is een rustpunt. Elke melodie is geneigd te eindigen op de noot do, anders klinkt hij niet 'af', blijft hij in de lucht hangen. 
Het verschijnsel dat alle noten hun eigen, herkenbare plaats hebben ten opzichte van de do heet tonaliteit. Muziek waarvan de melodie en de akkoorden regelmatig terugkeren op de centrale toon do, klinkt logisch en geordend.
In de laat-19e-eeuwse muziek kwamen echter steeds vaker fragmenten voor met heftige gevoelsuitingen. Om een onrustige, overstelpende sfeer neer te zetten, schreven componisten als Wagner en Mahler melodieën met grote, onlogische sprongen, begeleid door verrassende akkoorden die de luisteraar voortdurend in spanning hielden. Zij gebruikten daarbij voortdurend tonen die buiten de gewone toonladder lagen (chromatiek). In zulke heftige gedeeltes leek het alsof iedere nieuwe toon of akkoord de toehoorder opnieuw door de ziel snijdt. Toch waren deze fragmenten uitzonderingen binnen de gewone, tonale gedeeltes.
Ook Schönberg schreef zijn vroege composities  voor enorme orkesten in deze geladen compositiestijl. Maar rond 1909 besefte hij dat hij de grens van de traditionele muziek had bereikt. Muziek met een afgepast, regelmatig ritme en logische muzikale zinnen was uiteindelijk te beperkt om twijfel, verdriet of woede uit te drukken. Als expressionist wilde Schönberg muziek schrijven die psychologische spanningen en conflicten direct op de toehoorders zou overbrengen. Hij begon te schrijven in korte, grillige zinnetjes, onsamenhangende 'flarden', vol dissonante samenklanken. Het leek alsof hij rechtstreeks vanuit zijn gevoel muzikale grove, felgekleurde schetsen maakte, zoals de schilders van Die Brücke. De tekst was het enige wat een rode draad vormde door de stukken (Erwartung en Pierrot Lunaire, beide voor spreekstem met een klein ensemble).
Arnold Schönberg en zijn tijdgenoten wilden afrekenen met de aloude westerse compositieregels: de tonaliteit paste volgens hen niet bij de tijdgeest. Ze componeerden daarom 'atonale muziek', waarin de systemen van tonale muziek, zoals harmonieleer, bewust werden vermeden.
Deze 'vrije atonaliteit' miste een systeem (zoals de regels en functies van de tonaliteit); atonale muziek had daardoor geen eenheid. Schönberg vond dat het ontwikkelen van een atonaal systeem noodzakelijk was om volledig te kunnen breken met de tonale muziek. Hij deed dat door alle twaalf tonen van de chromatische toonladder dezelfde waarde toe te kennen. Schönberg noemde zijn methode 'componeren met twaalf alleen op elkaar betrokken tonen': de tonen verhielden zich niet meer tot een allesbepalende grondtoon
In 1921 noemde Schönberg de dodecafonie een ontdekking die de 'superioriteit van de Duitse muziek' de komende honderd jaar zou waarborgen. Over die superioriteit valt te twisten, maar de dodecafonie werd na de Tweede Wereldoorlog het grote voorbeeld van serialisten, die de techniek niet alleen op toonhoogte toepasten, maar ook op bijvoorbeeld toonduur, klankkleur en dynamiek.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Atonaliteit & dodecafonie
  • Tonaliteit
  • Veranderingen eind 19e eeuw
  • Schonberg en de atonaliteit 
  • Dodecafonie
  • Seriële muziek (na WOII)
De muziek die Arnold Schönberg vanaf 1909 schreef is atonaal, ofte wel niet-tonaal. Tonaal wil zeggen dat melodieën en akkoorden hoofdzakelijk uit zeven (van de twaalf) verschillende tonen zijn samengesteld (de zeven tonen van de toonladder). Dat is geen bewuste keuze, maar het menselijk gehoor is het zo gewend. Bijna alle muziek, van de 17e eeuw tot en met de moderne popmuziek, is tonaal.
In tonale muziek zijn niet alle tonen gelijkwaardig. De 'do' (de eerste van de toonladder) is een rustpunt. Elke melodie is geneigd te eindigen op de noot do, anders klinkt hij niet 'af', blijft hij in de lucht hangen. 
Het verschijnsel dat alle noten hun eigen, herkenbare plaats hebben ten opzichte van de do heet tonaliteit. Muziek waarvan de melodie en de akkoorden regelmatig terugkeren op de centrale toon do, klinkt logisch en geordend.
In de laat-19e-eeuwse muziek kwamen echter steeds vaker fragmenten voor met heftige gevoelsuitingen. Om een onrustige, overstelpende sfeer neer te zetten, schreven componisten als Wagner en Mahler melodieën met grote, onlogische sprongen, begeleid door verrassende akkoorden die de luisteraar voortdurend in spanning hielden. Zij gebruikten daarbij voortdurend tonen die buiten de gewone toonladder lagen (chromatiek). In zulke heftige gedeeltes leek het alsof iedere nieuwe toon of akkoord de toehoorder opnieuw door de ziel snijdt. Toch waren deze fragmenten uitzonderingen binnen de gewone, tonale gedeeltes.
Ook Schönberg schreef zijn vroege composities  voor enorme orkesten in deze geladen compositiestijl. Maar rond 1909 besefte hij dat hij de grens van de traditionele muziek had bereikt. Muziek met een afgepast, regelmatig ritme en logische muzikale zinnen was uiteindelijk te beperkt om twijfel, verdriet of woede uit te drukken. Als expressionist wilde Schönberg muziek schrijven die psychologische spanningen en conflicten direct op de toehoorders zou overbrengen. Hij begon te schrijven in korte, grillige zinnetjes, onsamenhangende 'flarden', vol dissonante samenklanken. Het leek alsof hij rechtstreeks vanuit zijn gevoel muzikale grove, felgekleurde schetsen maakte, zoals de schilders van Die Brücke. De tekst was het enige wat een rode draad vormde door de stukken (Erwartung en Pierrot Lunaire, beide voor spreekstem met een klein ensemble).
Arnold Schönberg en zijn tijdgenoten wilden afrekenen met de aloude westerse compositieregels: de tonaliteit paste volgens hen niet bij de tijdgeest. Ze componeerden daarom 'atonale muziek', waarin de systemen van tonale muziek, zoals harmonieleer, bewust werden vermeden.
Deze 'vrije atonaliteit' miste een systeem (zoals de regels en functies van de tonaliteit); atonale muziek had daardoor geen eenheid. Schönberg vond dat het ontwikkelen van een atonaal systeem noodzakelijk was om volledig te kunnen breken met de tonale muziek. Hij deed dat door alle twaalf tonen van de chromatische toonladder dezelfde waarde toe te kennen. Schönberg noemde zijn methode 'componeren met twaalf alleen op elkaar betrokken tonen': de tonen verhielden zich niet meer tot een allesbepalende grondtoon
In 1921 noemde Schönberg de dodecafonie een ontdekking die de 'superioriteit van de Duitse muziek' de komende honderd jaar zou waarborgen. Over die superioriteit valt te twisten, maar de dodecafonie werd na de Tweede Wereldoorlog het grote voorbeeld van serialisten, die de techniek niet alleen op toonhoogte toepasten, maar ook op bijvoorbeeld toonduur, klankkleur en dynamiek.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dodecafonie
(of twaalftoonstechniek)
Dodecafonie  is een compositietechniek waarin van alle twaalf verschillende tonen uit de westerse muziektraditie één basisreeks wordt gemaakt. Die reeks dient vervolgens als uitgangspunt voor de compositie.  

Aan de basis van elk dodecafonisch stuk staat een reeks van twaalf verschillende tonen, heel toepasselijk de twaalftoonreeks genoemd. Dit is de ‘primaire’ reeks. Er kunnen ook variaties hierop worden gebruikt: kreeft (retrograde), omkering (inversie), en de omkering van de kreeft (retrograde inversie). 

Dit systeem berust op de absolute gelijkheid van elk van de 12 tonen binnen het octaaf en daarom is deze muziek ook atonaal.

Bij kreeftgang wordt de reeks van achter naar voor gespeeld. Bij omkering worden de intervallen tussen de noten van de reeks verticaal gespiegeld: een kwint omhoog wordt bijvoorbeeld een kwint omlaag. Retrograde inversie is een combinatie van beide technieken. Je kunt al deze variaties ook transponeren (op een andere toonhoogte plaatsen). 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Emancipatie van de dissonant
Een muzikale samenklank heet dissonant als zij niet welluidend is, de samenklank wringt. Een welluidende samenklank heet consonant. Vaak wordt dissonant door minder geoefende luisteraars verward met vals.

Een dissonant diende van oudsher om een moment van onrust en beweging op te roepen, een kortstondige spanning die even later in een welluidend akkoord oploste. Schönberg hief dat tijdelijke karakter op, met als resultaat een voortdurend veranderende, naar evenwicht zoekende muzikale beweging. Een nieuw geluid, dat helemaal paste bij het experiment-gerichte culturele leven in Wenen rond de eeuwwisseling.

Dissonanten hebben dus niet langer een ondergeschikte positie in de muziek. Maar zijn bij Schonberg juist erg belangrijk.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Introductie op vraag
De componist Arnold Schönberg is een belangrijke vertegenwoordiger van het expressionisme. De gedichtencyclus Pierrot Lunaire van Albert Giraud zet hij op verzoek van de sopraan Albertine Zehme op muziek. 

Bekijk de video: Enthauptung uit Pierrot Lunaire 
van Arnold Schönberg. 
>>>

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Noem voor zowel tekst als muziek een kenmerk van expressionisme dat terug te vinden is in het videofragment.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In dit fragment wordt gebruik gemaakt van 'Sprechgesang', een veelgebruikte zangvorm in expressionistische muziek. Deze zangvorm lijkt wel op spreken, waardoor komt dat?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er moet zeer vaak gerepeteerd worden voor dit stuk, tot 200x zelfs. Ook dat garandeert niet dat er geen fouten in de uitvoering zitten. Ook voor de zangeres is het een moeilijk stuk.

Geef twee redenen waarom het ook voor de zangeres een moeilijk stuk is.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor 1900
----------------------------------
Tonale muziek/Tonaliteit 
(er zit een grondtoon in de muziek die voor samenhang zorgt)

Er is een duidelijke melodie en harmonie in de muziek 
(je herkent de structuur in de muziek, het voldoet aan je verwachtingen)
1900- 1950
----------------------------------
Het tonale systeem werd losgelaten...vernieuwing!
- Veel dissonanten
- Atonaliteit
- Melodie kent geen logisch verloop/ grote sprongen/ fragmentarisch
-Klankkleur: andere 'instrumenten' of bijzondere combinatie
- 12 toonsmuziek (dodecafonie)
- Jazzmuziek

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Entartet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Entartete kunst: een kunstwereld onder controle
  • Adolf Hitler komt in 1933 aan de macht, vanaf dat moment worden er grootschalig kunstwerken vernietigd. 
  • Entartete kunst is = ontaarde kunst
  • Dit zijn de 'niet-Arische' kunstwerken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De "dit is hoe het niet moet" tentoonstelling 
In 1937 organiseert
Hitler een rondreizende
kunst tentoonstelling
met alle entartete
kunst die is
verzameld. 

Ernst Ludwig Kirchner
Straat in Berlijn (1913)

Slide 14 - Tekstslide

https://www.moma.org/calendar/exhibitions/3868 

Op deze website zijn kunstwerken te zien die door Nazi Duitsland zijn verhandeld naar het buitenland. 


Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Futurisme
futurisme (Italiaans futuro, "toekomst")

  • Het dynamische, energieke leven in de stad
  • Beweging, snelheid van moderne machines en vervoersmiddelen,
  • Breken met het oude,
  • Er is sprake van beweging!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futurisme: het toepassen van ideeën over de toekomst.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bespreek twee aspecten van de vormgeving die kenmerkend zijn voor het futurisme.

Leg uit waarom het afbeelden van een pantsertrein met kanonnen en geweren goed aansluit bij de uitgangspunten van het futurisme

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dada: stroming in de beeldende kunst die toeval, spontaniteit en absurditeit benadrukt. Dada is Anti-kunst.

Dada is anti theorie, antiburgerlijk en anti-intellectueel. Dada wil geen boodschap overbrengen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DADA
culturele beweging uit zwitserland. (1916-...)
De dadaisten dachten dat rationaliteit en vooruitgang de oorlog had veroorzaakt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies