2.1 geld maakt het makkelijker

2.1 - Geld maakt het makkelijker
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1 - Geld maakt het makkelijker

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- 2.1  Geld maakt het makkelijker

- Zelfstandig werken

- Nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoe betaal jij het meest?
A
Contant geld
B
Pinpas

Slide 4 - Quizvraag

Wist je dat?
- Muntgeld al bestaat sinds de tijd van de Grieken en de Romeinen?
- in 960 vonden de Chinezen papiergeld uit;
- Marco Polo ontdekte dit en vertelde dit door;
- Europeanen gingen pas in 1800 bankbiljetten gebruiken

Lees het stukje niet- tastbaar geld op blz. 49 KGT

Slide 5 - Tekstslide

Soorten geld
Er zijn 2 soorten geld:

Chartaal (= munten en bankbiljetten, wat je kunt aanraken)

Giraal (= geld dat op de bank/je bankrekening staat, wat je niet kunt aanraken)

Slide 6 - Tekstslide

Een ander woord voor contant geld is?
A
euro
B
chantaal geld
C
giraal geld
D
chartaal geld

Slide 7 - Quizvraag

Giraal geld is:

(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Muntjes
B
Tikkie (via telefoon)
C
Bankbiljetten
D
Internet bankieren

Slide 8 - Quizvraag

Welk soort geld herken je?

1. Sofie betaalt bij de kassa van de AH met haar pinpas
2. Sem betaalt bij de kassa van de AH met een biljet van € 20
A
Beide chartaal
B
Beide giraal
C
1= chartaal 2= giraal
D
1= giraal 2= chartaal

Slide 9 - Quizvraag

2.1 Pinpas of portemonnee? 
Stel: Je brengt je verjaardagsgeld naar de bank om op je betaalrekening te zetten.
Na een maand pin je bij de geldautomaat € 20 euro.
  • Wat gebeurt er met de geldsoorten?
1.
2.
3.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken
Vanaf blz 48, opdracht 1 t/m 5
Klaar? Maak herhaling blz 54


timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide