1E en 1F 13 en 16 maart 2023

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bonjour!
Comment ça va?
Ça va très bien!
Ça va, ça va...
Bof, ça va
Ça ne vas pas bien

Slide 3 - Poll

Planning et buts
Aan het eind van dit blokuur....
1. Kun je de werkwoorden op -er toepassen in de présent
2. Kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
Planning:
  1. We herhalen wat grammatica en behandelen ook nieuwe stof (30 minuten)
  2. We doen wat kleine quizjes in kahoot en gimkit  (20 minuten)
  3. Jullie gaan aan de slag met de weekvlog (script,plan van aanpak en/of filmen) (25 minuten)
  4. We sluiten de les af (5 minuten)

Slide 4 - Tekstslide

De présent (tegenwoordige tijd)

Slide 5 - Tekstslide

Le présent des verbes -er 
persoon
uitgang
ik
je
-e
jij
tu
-es
hij/zij
il/elle
-e
wij
nous
-ons
jullie/u
vous
-ez
zij 
ils/elles
-ent

Slide 6 - Tekstslide

Ezelsbrug -> ww -er
een  eskimo  eet  ons  ezeltje  enthousiast
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 7 - Tekstslide

Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________
A
arrive
B
arrives
C
arrivons
D
arrivez

Slide 8 - Quizvraag

WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
il travailles
B
elle habitent
C
tu aimes
D
nous regardez

Slide 9 - Quizvraag

nous (danser)
A
danse
B
dansent
C
dansons

Slide 10 - Quizvraag

elle .... (parler)
A
parles
B
parle
C
parlent

Slide 11 - Quizvraag

Ils .... (parler)
A
parle
B
parles
C
parlent
D
parler

Slide 12 - Quizvraag

Zet het werkwoord in de présent.
Je (trouver)
A
trouve
B
trouves
C
trouvez
D
trouvent

Slide 13 - Quizvraag

Zet het werkwoord in de présent.
Vous (donner)
A
donnons
B
donnez
C
donnent
D
donnes

Slide 14 - Quizvraag

CHECK

ik ken de présent van werkwoorden op -er
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 15 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 16 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Het is mijn pen. 
Het is jullie pen.

Slide 17 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Geef in het Nederlands een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord. 

Slide 18 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
m
klinker
"'h"
v
mv
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn/haar
son
sa
ses

Slide 19 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 20 - Tekstslide

Kies uit le/la/l'/les

Slide 21 - Tekstslide

Lidwoorden (de/het) = le, la, l', les
Bezittelijk voornaamwoord =mijn, jouw, zijn/haar, etc....

Slide 22 - Tekstslide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn/haar) amie
timer
0:30

Slide 23 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
... cousine (mijn)

Slide 24 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
... frère (haar)

Slide 25 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord:
(mijn) soeur

Slide 26 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord:
(haar) cahiers

Slide 27 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père

Slide 28 - Open vraag

het bezittelijk voornaamwoord.

(uw)… amis

Slide 29 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (hun)

Slide 30 - Open vraag

Check van lesdoelen

1. Kun je de werkwoorden op -er toepassen in de présent
2. Kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 32 - Tekstslide

Devoirs
Faire:
Lever je plan van aanpak en script van je vlog in Itslearning in
Apprendre:
Chapitre 3: Planète Collège
Vocabulaire A et B (p.130)
Phrases clés C + G (p.132)
Les jours de la semaine(p.132)
Grammaire D: het werkwoord être (p.133)
Grammaire H: het bezittelijk voornaamwoord (p.133)

Slide 33 - Tekstslide

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll