4. Snelheid

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom vandaag 

Planning vandaag

• Vragen?
• Planning overzicht
• Herhalen voedingsmiddelen en -stof
• Snelheid uitleg en veel rekenen
• Huiswerk

Neem plaats  

Nodig je schrift en een pen

Onderwerpen en opdrachten

Opdracht in duo's

	Opdracht	Inleveren	Datum
Stofeigenschappen	Witte producten uit supermarkt	Tabel met daarin de uitwerking van opdracht 1, aangevuld met de stofeigenschappen uit opdracht 2.	dinsdag 5 maart
Voedingsstoffen	Poster van mond tot kont	Zie ItsLearning	woensdag 15 maart
Snelheid	Meetbrief snelheid	Zie ItsLearning
Afsluitend	Toets		28 maart

Planning 1y

Week- datum	Onderwerp	Huiswerk
6- 8 februari	Stofeigenschappen	Opdracht 1 Supermarkt Doorlezen tekst en filmpjes bekijken
7- 15 februari	Stofeigenschappen Voedingsstoffen	Lezen, leren en oefenen stofeigenschappen en voedingsstoffen Werken aan opdracht van mond tot kont
9- 29 februari	Voedingsstoffen: Practicum	Lezen, leren en oefenen met voedingsstoffen, stofeigenschappen inleveren opdracht stofeigenschappen dinsdag 5 maart Werken aan opdracht van mond tot kont
10- 7 maart	Voedingsstoffen snelheid	Werken aan opdracht van mond tot kont Leren en oefenen met voedingsstoffen, stofeigenschappen Doornemen onderdeel snelheid
11- 14 maart	Snelheid	Leren/oefenen voedingsstoffen, stofeigenschappen en snelheid Werken aan opdracht mond/kont en meetbrief snelheid Inleveren opdracht mond tot kont: vrijdag 15 maart
12- 21 maart	Herhalen stof	Leren/oefenen voedingsstoffen, stofeigenschappen en snelheid
13- 28 maart	Toets	Leren/oefenen voedingsstoffen, stofeigenschappen en snelheid Werken aan meetbrief snelheid, inleveren: vrijdag 29 maart
14- 4 april	Toets	Leren/oefenen voedingsstoffen, stofeigenschappen en snelheid

Planning 1y

Wat zijn de belangrijke voedingsstoffen?

Noem een voedingsmiddel waarin deze stof zit

1

2

3

4

5

6

Noteer ze in je schrift. je hebt een minuut

of wat, daarna klassikaal bespreken

Wat zijn de belangrijke voedingsstoffen?

1 Koolhydraten (zetmeel en suikers)

2 Vetten

3 Eiwitten

4 Water

5 Mineralen

6 Vitamines

Noteer ze in je schrift. je hebt een minuut

of wat, daarna klassikaal bespreken

Mineralen en vitamines

- zitten in het eten en drinken in kleine hoeveelheden

- nodig voor groei, ontwikkeling en goede gezondheid

- leveren geen energie

- tekort, schadelijk voor gezondheid 

Voorbeelden mineralen

mineraal	zit in	nodig voor
fluor	tandpasta	tanden en botten
ijzer	biefstuk, spinazie	hemoglobine vervoert zuurstof afweersysteem
jodium	zeevis, eieren zuivel	werking schildklierhormonen groei, stofwisseling

Vitamines

Paar worden wel in lichaam aangemaakt vb: Vit K in darm

en het voorwerk aanmaak van stoffen die nodig zijn om vitamines te maken wordt ook gedaan in het lichaam

vb provitamine D wordt in de huid oiv zonlicht vitamine D

Oplosbaar in vet ( A,D,E,K) bron producten met vet, olie, vetten vis vlees noten en melk

Oplosbare in water  (aantal B's en C) bron groente, fruit, brood, volkorenproducten, noten peulvrichten vlees, vis en melk (prodcucten)

Snelheid

Leerdoelen 

• Je kunt snelheden omrekenen van m/s naar km/h (en andersom)
  
  

• Je kan rekenen met de volgende formule: V = s : t 
  

• Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen 
  

Werken met formules

v=​t​​s​​

t=​v​​s​​

s=v⋅t

3=​2​​6​​

2=​3​​6​​

6=3.2

1 vergelijking met 3 onbekenden

Weet je twee; dan kun je de andere uitrekenen

Snelheid

• De afstand die in je in een bepaalde tijd aflegt.

• De snelheid kan je berekenen in meter per seconde (m/s) of kilometer per uur (km/h)

afstand = snelheid x tijd

s = v x t

snelheid = afstand : tijd

tijd = afstand : snelheid

kleine letters

v=​t​​s​​

t=​v​​s​​

Berekenen

Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren! 

Samen bovenstaande tabel aanvullen

Grootheid	Symbool	Eenheid	Formule
tijd	t
afstand	s
snelheid	v

Berekenen

Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!

Grootheid	Symbool	Eenheid	Formule
tijd	t	Uren (h) / seconden	t = s : v
afstand	s	Km / meter	s = v x t
snelheid	v	Km/h of m/s	v= s : t

Snelheid

- De eenheid van snelheid is in Km/u of m/s

- De afkorting van snelheid is v (velocity)

Van km/h naar m/s

Een schaatser gaat 52 km/h. Reken dit om in m/s.

• van km -> m is keer 1000  en van h -> s is delen door 3600
• 52 km is 52*1000=
• 52*1000=52 000 m in 1 h
• van h -> s = delen  door 3600  (uur naar minuut en van minuut naar sec)
• 52 000/3600= 14.4444444444444  gebruik 4 cijfers: 14.44
• antwoord is 14.44 m/s
• of keer 1000/3600= delen door 3.6

/ 3.6

: 3.6

Van m/s naar km/h

Een paard gaat 24 m/s. Reken dit om in km/h.

• van m -> km is delen 1000  en van s -> h is keer 3600
• 24 m is 24/1000=
• 24/1000= 0,024 km
• van s-> h = keer  door 3600  (sec naar minuut en van minuut naar uur)
• 0,024*3600= 86.4
• antwoord is 86.4 m/s
• of keer 3600/1000= keer 3.6

* 3.6

x 3.6

Gebruik het stappenplan:

1 Gegeven?

2 Gevraagd: in welke eenheid?

3 Formule

• Let op eenheden: dus eventueel omrekenen
  
• Formule invullen: noteer de getallen zoals je ze in de rekenmachine invoert
  
• Noteer antwoord: let op overdrijf niet met het aantal getallen
  
• Is het antwoord logisch?
  
• Is het in de gevraagde eenheid/eenheden? Niet? Dan omrekenen naar juiste (zie 2)
  

4 Antwoord met eenheid

5 Check met gevraagd (2)

 

Afronding kies 

1234

123.4

12.34

1.234

0.1234 

opgave 

- Koen loopt 2.4 km in 12 minuten. Bereken de snelheid in m/s en km/h

•  Gegeven: Tijd (t) = 12 minuten & Afstand (S) = 2.4 km
  
•  Gevraagd: snelheid(m/s en km/h)
  
•  Formule: 
  
  
• Berekening: 2.4 km= 2400 m
  
• Berekening: 12 minuten = 12*60=720 s
• Berekening 12 minuten = 12/60= 0.2 h
• Antwoord: V (m/s) = 2400 / 720 = 3.333 m/s                      van m/s naar km/h 3.333*3.6= 12 km/h
• Antwoord: V (km/h) = 2.4 / 0.2 = 12 km/h                               van km/h naar m/s 12/3.6=3.333 m/s

v=​t​​s​​

Sommen maken!

• Lees goed
• Gebruik het stappenplan
• Let op de instinkers (afwijkende eenheden)
• Check of je antwoord op de vraag gegeven hebt! (niet nog een andere eenheid gevraagd?)

Huiswerk

Zie Itslearning in het lesplan:

Maken oefenopdracht snelheid met gebruik makend van het stappenplan.

Doornemen de Powerpoint onderzoek doen+grafieken en tabellen