1H/V Oefentoets chapitre 3
1 / 36
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Traduisez:
ik ook
ik ook
Slide 3 - Open vraag
Traduisez:
praten, spreken
praten, spreken
Slide 4 - Open vraag
Traduisez:
de week
de week
Slide 5 - Open vraag
Traduisez:
de afspraak
de afspraak
Slide 6 - Open vraag
Traduisez:
de ouders
de ouders
Slide 7 - Open vraag
Traduisez:
jij kunt
jij kunt
Slide 8 - Open vraag
Traduisez:
de mop
de mop
Slide 9 - Open vraag
Traduisez:
vreselijk
vreselijk
Slide 10 - Open vraag
Traduisez:
zondag
zondag
Slide 11 - Open vraag
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
Slide 12 - Sleepvraag
Notez la bonne forme:
on ___ (zijn)
on ___ (zijn)
Slide 13 - Open vraag
Notez la bonne forme:
tu___ (zijn)
tu___ (zijn)
Slide 14 - Open vraag
Notez la bonne forme:
je ... (zijn)
je ... (zijn)
Slide 15 - Open vraag
Notez la bonne forme:
nous ... (zijn)
nous ... (zijn)
Slide 16 - Open vraag
Notez la bonne forme:
ils ... (zijn)
ils ... (zijn)
Slide 17 - Open vraag
Notez la bonne forme:
Sylvie ... (être)
Sylvie ... (être)
Slide 18 - Open vraag
ML enk
VR enk
MV
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses
Slide 19 - Sleepvraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
_________ (zijn/haar) amie
_________ (zijn/haar) amie
Slide 20 - Open vraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
...... soeur (zijn)
...... soeur (zijn)
Slide 21 - Open vraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
... secrets (uw)
... secrets (uw)
Slide 22 - Open vraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
(mijn)..... profs
(mijn)..... profs
Slide 23 - Open vraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
... devoirs (hun)
... devoirs (hun)
Slide 24 - Open vraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
... contrôle (jouw)
... contrôle (jouw)
Slide 25 - Open vraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
_________ (hun) père
_________ (hun) père
Slide 26 - Open vraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
... frère (jullie)
... frère (jullie)
Slide 27 - Open vraag
Traduisez:
Hoe laat is de pauze?
Hoe laat is de pauze?
Slide 28 - Open vraag
Traduisez:
In welke klas zit je?
In welke klas zit je?
Slide 29 - Open vraag
Traduisez:
Hoe laat is het?
Hoe laat is het?
Slide 30 - Open vraag
Traduisez:
Is zij aardig?
Is zij aardig?
Slide 31 - Open vraag
Traduisez:
Ik hou niet van aardrijkskunde.
Ik hou niet van aardrijkskunde.
Slide 32 - Open vraag
Répondez:
Qui est ton prof préféré?
Qui est ton prof préféré?
Slide 33 - Open vraag
Répondez en phrase entière:
À quelle heure tu as histoire? (12.00)
À quelle heure tu as histoire? (12.00)
Slide 34 - Open vraag
Hoe ging deze oefentoets voor jou?
😒🙁😐🙂😃
Slide 35 - Poll
Waar moet je nog extra aandacht aan besteden?
