Organisatie en personeel

Organisatie en personeel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Organisatie en personeel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisatie en personeel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stellingen zijn juist?
1. De spandiepte is het aantal niveaus in de organisatie waaraan leiding wordt gegeven.
2. Als het omspanningsvermogen kleiner is dan de spanwijdte, raakt de leidinggevende de controle kwijt over de medewerkers.
3. Het omspanningsvermogen is het aantal mensen aan wie een manager daadwerkelijk leidinggeeft.
4. Als de spanwijdte kleiner is dan het omspanningsvermogen, gaat de leidinggevende zich misschien te veel met het dagelijkse werk bemoeien.
5. De spanwijdte is het aantal mensen aan wie een manager leiding kan geven.
A
1, 3 en 5
B
3, 4 en 5
C
1, 2 en 4
D
2, 3 en 4

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk niveau van taakvolwassenheid hoort volgens Hersey en Blanchard bij de leiderschapsstijl 'delegeren'?
A
Werknemer is bekwaam maar niet gemotiveerd.
B
Werknemer is bekwaam en gemotiveerd.
C
Werknemer is onbekwaam maar wel gemotiveerd.
D
Werknemer is onbekwaam en niet gemotiveerd.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke theorie hoort bij omschrijving 2?
1. Een theorie die stelt dat er door standaardisatie, specialisatie en tijdsregistratie zo efficiënt mogelijk geproduceerd moet worden.
2. Een theorie bestaande uit de definitie van de vijf functies van management: plannen, organiseren, opdrachten geven, coördineren, controleren.
3. Een theorie over een organisatiestructuur die zich kenmerkt door een duidelijke hiërarchie, veel regels, een duidelijk omschreven taakverdeling, objectieve criteria voor beloning en formele relaties.
4. Een theorie met een meer menselijke benadering: werknemers zijn geen machines maar juist sociale wezens die respect, aandacht en waardering nodig hebben.
A
Scientific management (Frederick Taylor)
B
General management theorie (Henri Fayol)
C
Human Relations beweging (Elton Mayo)
D
Revisionisme (Rensis Likert)

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In onderstaande lijst staat een aantal stellingen over de motivatietheorie van McGregor. Welke zijn onjuist?
1. Theorie X gaat uit van een negatief mensbeeld.
2. De motivatietheorie van McGregor is niet wetenschappelijk onderbouwd.
3. Volgens theorie Y staan mensen open voor verandering en willen zij verantwoordelijkheid nemen.
4. Volgens theorie Y moeten leiders hun mensen motiveren met betrokkenheid, inspraak, samenwerking en waardering.
5. Theorie Y gaat uit van een positief mensbeeld.
6. Volgens theorie X moeten leiders hun mensen motiveren met dwang, controle en geld.
A
2, 3 en 4
B
2 en 4
C
2
D
Alle stellingen zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem alle vormen van horizontale taakverdeling in bovenstaande organogram.


A
Functie en geografie
B
Doelgroep, functie, geografie
C
Geografie, functie en product
D
Doelgroep, functie, product

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een arbeidsovereenkomst staan afspraken over arbeidsvoorwaarden. Er is pas sprake van een arbeidsovereenkomst als er is voldaan aan ...(1)... wettelijke eisen.

Naast een arbeidsovereenkomst kan een freelancer ook een overeenkomst van opdracht aangaan met een onderneming. In dit geval is er geen sprake van een ...(2)... en dus ook niet van een arbeidsovereenkomst. De onderneming noemen we in dit geval de ...(3)....
A
1 = drie, 2 = gezagsverhouding, 3 = werkgever
B
1 = drie, 2 = gezagsverhouding, 3 = opdrachtgever
C
1 = twee, 2 = gezagsverhouding, 3 = opdrachtgever
D
1 = twee, 2 = arbeidsverplichting, 3 = opdrachtgever

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Novi werkt in loondienst bij een adviesbureau. In 2025 werkt Novi 0,4 fte (1 fte = 1 fulltimebaan) en heeft hij een netto maandloon van € 2.460 exclusief vakantiegeld. Het netto maandloon bedraagt 75% van het brutoloon exclusief vakantiegeld.

Op 1 januari 2026 wordt de aanstelling van Novi uitgebreid tot 0,6 fte. In 2026 krijgt Novi een verhoging van het brutoloon van 2%. Het vakantiegeld is 7% van het bruto jaarloon exclusief vakantiegeld. Het werkgeversaandeel in de sociale premies is 28% van het brutoloon plus vakantiegeld.

Bereken de loonkosten van de onderneming over 2026.
A
€ 6.873,20
B
€ 46.394,10
C
€ 54.985,61
D
€ 82.478,41

Slide 9 - Quizvraag

Bruto maandloon bij 0,4 fte: 2.460 / 0,75 = 3.280
Bruto maandlaan bij 0,6 fte: 3.280 / 0,4 x 0,6 = 4.920
Bruto maandloon na loonsverhoging: 4.920 x 1,02 = 5.018,40
Maandelijkse loonkosten: 5.018,40 x 1,07 x 1,28 = 6.873,20
Jaarlijkse loonkosten: 6.873,20 x 12 = € 82.478,41
Noem alle voordelen van het inhuren van een zzp’er voor een onderneming.
1. Omdat het arbeidsrecht niet van toepassing is, kan een onderneming eenvoudig afscheid nemen van een zzp’er.
2. Een werknemer investeert meer in werkrelaties, kennisoverdracht en lange- termijnsucces van de onderneming dan een zzp’er.
3. Een zzp’er krijgt niet doorbetaald bij ziekte.
4. Een werknemer heeft een grotere binding (loyaliteit) met de onderneming dan een zzp’er.
5. Een onderneming draagt geen loonbelasting of premies werknemersverzekeringen af voor een zzp’er.
A
1, 3, 5
B
2, 4, 6
C
4, 5
D
3, 5, 6

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak het schema hiernaast compleet.
A
1 = op staande voet, 2 = kantonrechter
B
1 = met wederzijds goedvinden, 2 = kantonrechter
C
1 = op staande voet, 2 = UWV
D
1 = met wederzijds goedvinden, 2 = arbodienst

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een werknemer heeft recht op de volgende transitievergoeding bij ontslag:
- Als het dienstverband 8 jaar of minder heeft geduurd: 1/7 bruto maandsalaris voor elke volle 6 maanden in dienst.
- Voor elk jaar dat het dienstverband langer heeft geduurd dan 8 jaar: 1/5 bruto maandsalaris voor elke volle 6 maanden in dienst.

Op 1 januari 2025 wordt Ellie ontslagen. Ellie verdiende € 2.450 bruto per maand en wordt na 11 jaar en 8 maanden ontslagen.
Bereken de transitievergoeding die Ellie ontvangt.
A
€ 8.050
B
€ 9.030
C
€ 9.520
D
€ 10.780

Slide 12 - Quizvraag

Ellie wordt na 11 jaar en 8 maanden ontslagen.
Voor de eerste 8 jaar ontvangt zij 16 x 1/7 x 2.450 = 5.600
Voor de laatste 3 jaar en 8 maanden ontvangt zij 7 x 1/5 x 2.450 = 3.430
In totaal ontvangt Ellie 5.600 + 3.430 = € 9.030
Een individuele arbeidsovereenkomst is een overeenkomst tussen een werkgever en een ...(1)... met afspraken over arbeidsvoorwaarden. Er zijn verschillende soorten individuele arbeidsovereenkomsten:

Een vast contract zonder einddatum (contract voor ...(2)...)
Een tijdelijk contract met einddatum
Een nul-urencontract
Een individuele arbeidsovereenkomst mag afwijken van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao), als het niet in het ...(3)... van de werkgever is.
A
1 = werknemer, 2 = onbepaalde tijd, 3 = voordeel
B
1 = vakbond, 2 = onbepaalde tijd, 3 = voordeel
C
1 = werknemer, 2 = bepaalde tijd, 3 = nadeel
D
1 = vakbond, 2 = onbepaalde tijd, 3 = voordeel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In grote organisaties is er een aparte afdeling personeelszaken (of ‘Human Resources’, HR). In onderstaande lijst staat een aantal stellingen over personeelsbeleid:

1. Werving van personeel gebeurt met behulp van vacatures, sociale media of externe bureaus.
2. Selectie van personeel gebeurt met behulp van sollicitatiegesprekken of tests / assessments.
3. In een functieprofiel wordt vastgelegd wat een werknemer moet doen.
4. In een beoordelingsgesprek wordt het functioneren van de werknemer en de leidinggevende besproken.
Welke stellingen zijn juist?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1, 2 en 3
D
1, 2, 3 en 4

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De OR heeft vier belangrijke rechten:
1. De OR moet van de werkgever alle gegevens krijgen die nodig zijn om voorstellen te doen of advies te geven.
2. De OR mag ongevraagd suggesties aandragen over alle sociale, organisatorische en financiële zaken.
3. De werkgever moet bij besluiten met grote gevolgen voor de werknemers de OR om raad vragen.
4. De werkgever heeft bij verandering van de arbeidsvoorwaarden goedkeuring van de OR nodig.

Noem het juiste recht bij twee van de bovenstaande omschrijvingen.
A
1 = adviesrecht, 4 = instemmingsrecht
B
3 = adviesrecht, 4 = initiatiefrecht
C
1 = recht op informatie, 2 = adviesrecht
D
2 = initiatiefrecht, 3 = adviesrecht

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan de brutominimumlonen in een land per 1 januari 2025. (bedragen in euro's per maand)
vanaf 21 jaar: 1.844 | 20 jaar: ? | 19 jaar: 1.095 | 18 jaar: 867

Verder is het volgende gegeven:
Het bruto minimumloon van een 19-jarige is 25% lager dan van een 20-jarige.Een werknemer met een minimumloon heeft recht op 7% vakantiegeld over het loon. Mees verdient in 2025 het minimumloon. Op 1 augustus 2025 wordt Mees 20 jaar. Bereken het bruto jaarloon inclusief vakantiegeld van Mees in 2025.
A
€ 15.231,45
B
€ 16.012,55
C
€ 20.621,04
D
€ 21.870,80

Slide 16 - Quizvraag

In de maanden januari tot en met juli is Mees 19 jaar. Hij verdient in die periode 7 x 1.095 = 7.665
Op 1 augustus wordt Mees 20 jaar. Het bruto minimum maandloon van een 20-jarige is gelijk aan (1.095 / 75) x 100 = 1.460
In de maanden augustus tot en met december is Mees 20 jaar. Hij verdient in die periode 5 x 1.460 = 7.300
In 2025 is het brutojaarloon inclusief vakantiegeld dus gelijk aan (7.665 + 7.300) x 1,07 = € 16.012,55