Voorbereiding examen

Keuzedeel

Voorbereiding examen Solliciteren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel

Voorbereiding examen Solliciteren

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een kwaliteit en een vaardigheid?

Slide 2 - Woordweb

Kwaliteiten en vaardigheden 
Kwaliteit jouw eigenschappen, je wordt ermee 'geboren'
(doorzettingsvermogen, intuïtie, creatief)

Vaardigheden kun je leren (vakkennis, boekhouden (administratie)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een vaardigheid
A
Creatief
B
Piano spelen
C
Zorgzaam
D
Leergierig

Slide 4 - Quizvraag

Wat is netwerken?
  • Netwerken is het offline en online leggen en onderhouden van contacten die je verder kunnen helpen in je werk, je carrière en je privéleven. Maar dat is slechts één kant van de medaille. Dat netwerk is er niet alleen voor jou, het is de bedoeling dat ook de anderen er iets wijzer van worden. 
  • Hoe groter je netwerk, hoe gemakkelijker je aan informatie komt en hoe meer ideeën je kunt opdoen
  • Het helpt je om gemakkelijker een stageplek of later een baan te vinden 

Slide 5 - Tekstslide

Geef 1 voorbeeld van een online netwerk
Geef 1 voorbeeld van een offline netwerk

Slide 6 - Open vraag

Waar staat de afkorting CV voor?
A
Carnavals Vereniging
B
Curriculum Vitae
C
Centrale Verwarming
D
Cirriculum Vutae

Slide 7 - Quizvraag

Curriculum Vitae

Slide 8 - Tekstslide

1
2
3
4
CV en sollicitatiebrief maken en opsturen

Slide 9 - Sleepvraag

Waar zoek jij vacatures?

Slide 10 - Open vraag

Waar vind je vacatures?
  • via vacatures online 
  • via vacatures in een krant
  • via een uitzendbureau
  • bij het bedrijf zelf

Slide 11 - Tekstslide

Fases telefoongesprek
1.Contact leggen
2.Informeren 
3. Afronden

Slide 12 - Tekstslide

Contact leggen
Informeren
Afronden
“Goedemorgen,  u spreekt met Tanja de Vries.”
"Tot wanneer kan ik reageren op de vacature van assistent verkoop?"
"Bedankt voor de informatie. Nog een prettige dag".

Slide 13 - Sleepvraag

Een sollicitatiebrief is GEEN zakelijke brief
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een geschikte openingszin in een sollicitatiebrief?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde voor een sollicitatiebrief?
1
naam en adres bedrijf
je eigen naam en adres
inleiding, ervaring, motivatie en slot
plaats en datum
Met vriendelijke groet, 

Geachte heer, mevrouw,
onderwerp

Slide 16 - Sleepvraag

De eerste zin in een sollicitatiebrief begin je nooit met:

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent 'representatief'?

Slide 18 - Open vraag

Sleep de afbeeldingen naar het juiste hokje. Is het wel of niet representatief?
Wel representatief
Niet representatief

Slide 19 - Sleepvraag

Verbaal
Non-verbaal =

Slide 20 - Tekstslide

Verbaal
Non-verbaal

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Video

Actieve gesprekshouding
1. Wend je lichaam tot je gesprekspartner
2. Neem een open houding aan
3. Gebruik handgebaren om je houding te verduidelijken
4. Maak oogcontact

Slide 23 - Tekstslide

Tekst
Dit doe je niet in het eerste gesprek
Dit doe je wel in het eerste gesprek
Je (oud) werkgever afkraken
De arbeidsvoorwaarden bespreken
Je ontwikkelpunten noemen
Vragen wanneer je terugkoppeling kan verwachten
Alleen je sterke punten noemen
Luisteren 
Actieve houding

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Video

Wat neem je mee naar je sollicitatiegesprek?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Leg uit wat proeftijd is:

Slide 28 - Open vraag


Welk woord wordt bedoeld met:
"het salaris dat je overhoudt als de belasting eraf is"?
A
bruto salaris
B
weinig salaris
C
gedeeltelijk salaris
D
netto salaris

Slide 29 - Quizvraag

Brutoloon is lager dan nettoloon
timer
0:20
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Opzegtermijn
  • Bij ontslag heb je meestal te maken met een opzegtermijn. 
  • Opzegtermijn: tijd zitten tussen het moment dat je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van de baan.

Slide 31 - Tekstslide

Proeftijd en opzegtermijn zijn twee verschillende dingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag