Lowan thema 2 Het lichaam dag 2

het lichaam -dag 2-
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 6

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

het lichaam -dag 2-

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling dag 1 

thema: het lichaam

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hoofd

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het voorhoofd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het haar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oor

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oog

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wimper

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wenkbrauw

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De neus

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wang

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mond

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lip

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kin

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gezicht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragend voornaamwoord

welk/ welke

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk

Het- woorden
Enkelvoud (singular)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke

De- woorden
Meervoud (plural)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plak het woord op de goede poster

Slide 19 - Tekstslide

Twee posters in de klas. Een poster met welk en een poster met welke.
De leerlingen plakken de woorden op de juiste poster.
Voordat de leerlingen de woorden op gaan plakken eerst klassikaal of in tweetallen bespreken.
welk?

het oor
het hoofd
het oog
het haar
het voorhoofd
het gezicht
welke?

de kin
de lip
de mond
de wang
de neus
de wenkbrauw
de wimper

Slide 20 - Tekstslide

Twee posters in de klas. Een poster met welk en een poster met welke.
De leerlingen plakken de woorden op de juiste poster.

Voordat de leerlingen de woorden op gaan plakken eerst klassikaal of in tweetallen bespreken.
Oefenen met de woorden

Base6

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Oefenen met de woordenschat van "Mijn Lichaam".
het lichaam

thema 2

dag 2

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe woorden 

thema: het lichaam

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de tand

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de kies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het gebit

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de tong

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de keel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de nek

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de schouder

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de arm

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de elleboog

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de hand

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de vinger

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de borst

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de buik

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de heup

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je schrift en je pen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het woord in het Nederlands in je schrift. 
Schrijf het woord in jouw eigen taal. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 2

Stil!

Gatentekst 2 niveaus

Slide 41 - Tekstslide

leerlingen luisteren naar het audiofragment. En vullen de gaten tekst in.
Er zijn twee niveaus. Kinderen mogen zelf kiezen welke ze maken.
Dit / Dat

Het- woorden

Als iets dichtbij is gebruik je: dit
Als iets ver weg is gebruik je: dat

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze / Die

De- woorden

Als iets dichtbij is gebruik je: deze
Als iets ver weg is gebruik je: die 

Slide 43 - Tekstslide

Werkboek Hotel Hallo oefening 8 hoort bij deze slides.
Pak je werkboek 
 Maak dag 2:
pagina 10 t/m 16

Klaar > Quizlet 2.2

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de woorden
quizlet

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de woorden
wordwall

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de woorden
base6

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Link

Oefenen met de woordenschat van "Mijn Lichaam".